Op 18 en 19 mei vond het eerste ‘echte’ RoboCrops event plaats in het WHC te Naaldwijk. Het was een inspirerende, behoorlijk goed bezochte bijeenkomst van startups, wetenschappers en gevestigde techbedrijven. Er werd uitgebreid stilgestaan bij de bijdragen die robotica, sensing en AI (kunstmatige intelligentie) kunnen leveren aan een hoogwaardige, duurzame en toekomstbestendige glastuinbouw. Saillant detail: er waren meer tuinbouwjournalisten dan telers. Volgend jaar zal dat hopelijk anders zijn.
Dat RoboCrops een jaarlijks terugkerend, drukbezocht evenement wordt, leidt voor de organisatoren FME, World Horti Center en Innovation Quarter geen twijfel. De behoefte aan kosten-, arbeid- en energiebesparende technologie groeit wereldwijd, er wordt zwaar in geïnvesteerd en startups schieten als paddenstoelen uit de grond. Ook buiten Europa. Dat stemt tot nadenken, want de ontwikkelingen in hightech gaan razendsnel.
Toegegeven, het aantal autonome voertuigen dat vandaag door (onderzoeks)kassen trekt is nog steeds zeer bescheiden. We hebben het over apparatuur om oogstprognoses te maken, ziekten en plagen te scouten, deze met minimale inzet van middelen effectief te bestrijden of producten zonder mankeren te oogsten. Maar hun aantallen nemen toe en hun prestaties verbeteren. Dat geldt ook voor nieuwe typen sensoren en voor de ontwikkeling van autonome teelttechnologie.
Veelbelovende vergezichten
Waar het tot dit evenement aan ontbrak, was een platform waar techspelers, onderzoekers en wetenschappers, investeerders, (beoogde) gebruikers en andere geïnteresseerden ongedwongen in gesprek konden gaan. Waar ze hun bedrijven en vindingen konden pitchen en konden filosoferen over veelbelovende vergezichten en het altijd lastige heden. In die zin heeft RoboCrops het ecosysteem dat de techwereld en glastuinbouw 4.0 nader tot elkaar moet brengen, zeker verrijkt. Dat is een compliment waard aan de organisatie.
Andere prioriteiten
Dat er nauwelijks telers waren viel vrijwel iedereen op, maar wekte hooguit lichte verbazing. Het event heeft nog nauwelijks naam kunnen maken. Er zijn nog weinig marktrijpe applicaties. Dat telers midden in de voorjaarspiek en slechts een week na HortiContact andere prioriteiten hadden, valt alleszins te begrijpen. Bovendien nemen zij via vakbladen evengoed kennis van nieuwe ontwikkelingen binnen dit interessante en zeer dynamische kennisgebied. Desondanks is de verwachting dat er volgend jaar aanzienlijk meer telers deelnemen dan de twee of drie die er nu waren. Waarschijnlijk mikt de organisatie daar ook op, want zonder telers kan zo’n ecosysteem niet lang floreren.
Tekst: Jan van Staalduinen