Niet alle gewassen zijn hetzelfde; sommigen zijn nu eenmaal voedzamer dan andere. Wat is de beste manier om deze eiwitrijke gewassen te telen en zouden we ze nog voedzamer kunnen maken? Binnen het project ‘ProteinCrops’ hebben we bij Wageningen University & Research in de nieuwe vertical farm de teelt van eiwitrijke gewassen onderzocht.

Eiwitrijke gewassen zullen over een hoge productiviteit en voedingswaarde moeten beschikken om ze rendabel te telen in meerdere markten en teeltsystemen. Gewassen werden daarom geselecteerd op basis van eiwitgehalte en -kwaliteit. Uit de initiële gewassen beschikte de sojaboon (Glycine max) over het hoogste eiwitgehalte en ‑kwaliteit, productmogelijkheden en referentiegegevens.

Inhoudsstoffen sturen

Sojaboon wordt oorspronkelijk in het open veld geteeld, maar de gesloten teelt geeft de mogelijkheid om de productie te optimaliseren, de gewasbescherming te verbeteren, de productie te verhogen en mogelijk zelfs de inhoudsstoffen te sturen. Inhoudsstoffen kun je over het algemeen sturen met lichtintensiteit, lichtspectrum, daglengte, temperatuur en voeding.
Om te achterhalen of het mogelijk is om het eiwitgehalte en -kwaliteit van sojaboon te sturen werd voor twee cultivars geregeld op lichtspectrum (hoeveelheid blauw) en temperatuur (relatief lage temperatuur) ten opzichte van de referentiebehandeling. Temperatuur, licht en cultivarselectie hadden elk een significante invloed op de totale sojaboonproductie. We zouden in de toekomst methodes verder kunnen ontwikkelen om het eiwitgehalte en ‑kwaliteit direct te meten en te sturen in kassen en vertical farms.

Tekst: Luuk Graamans