In grote lijnen is er sinds het afgelopen jaar nog weinig veranderd als het om de zuidelijke groene stinkwants Nezara viridula gaat. Omdat bedrijfsleider Erik Gelderblom bij het 5,5 ha grote paprikabedrijf P.N.M. van den Bosch in Bergschenhoek schoon start, zijn er in het begin van de teelt geen problemen. Wel is hij dan al op zijn hoede. Het ouderwetse zoeken, vangen en doodknijpen, blijft de belangrijkste remedie.

Het is inmiddels vijf jaar geleden dat Nezara als nieuwkomer problemen veroorzaakte in de paprikateelt. Het grootste probleem is vruchtbeschadiging, maar ook groeivermindering en uitval komen voor. In de herfst ‘verdwijnen’ de problemen omdat de wantsen dan in diapauze gaan.
Vorig jaar liep het PPS-project ‘Biodiversiteit in en om de kas’. Daarbij is een onderzoek naar de groene stinkwants, een groot probleem in paprika, meegenomen. Nezara komt namelijk via de luchtramen binnen. Paprikabedrijven bij natuurgebieden, lijken extra last te hebben van deze exoot. Ook Van den Bosch zit in zo’n hardnekkig gebied in de buurt van bomen en een bosrand. “Het lijkt wel of ze in bomen overleven”, zegt Gelderblom.

Beestjes tegen beestjes

Gedurende het PPS-project zijn twee natuurlijke vijanden getest: de eiparasiet Trissolcus en de sluipwesp Podisus. Beiden deden het goed in kooiproeven. In de praktijk, bij Van den Bosch deden de 2.200 uitgezette Podisus sluipwespen het minder.
“Ik geloof in Trissolcus. Maar dit beestje is nog steeds écht te duur. Het liefst zou ik ze preventief inzetten. Omdat ze zich niet kunnen voortplanten zonder Nezara, wacht ik totdat we de eerste groene stinkwants zien. Dan is het eigenlijk al te laat, want je ziet niet alles. Podisus zet ik nu niet meer in. Ik zou het eventueel nog wel eens willen proberen, samen met Trissolcus. Vanwege de hoge kosten, doe ik het nog niet.” In het geval dat er geen biologische oplossing meer is, denkt hij aan het afgazen van de luchtramen.

Vast protocol

Ook dit jaar, is hij de nieuwe teelt weer schoon begonnen. Dat doet hij door aan het einde van de voorgaande teelt te spuiten met het breedwerkende werkende insecticide Gazelle.
In de kantine hangt een poster ter instructie voor de medewerkers met het beestje in de verschillende ontwikkelingsstadia van eitje tot volwassen stadium. Wie tijdens het oogsten een nestje met nimfen ziet, hangt een roodwit lint aan het begin van het pad. Andere medewerkers sporen de nestjes op en knijpen de beestjes dood.
Vanaf juli, augustus, zodra de temperatuur oploopt, neemt het aantal behoorlijk toe. Trissolcus ruimt in die tijd te weinig van de Nezara’s op, omdat we te weinig uitzetten en ook hier weer vanwege de kosten. Een van de medewerkers is dan zo goed als fulltime bezig met vangen en doodknijpen.

Cicade

Een ander toenemend probleem in de paprikateelt is de cicade Empoasca decipiens. “Ook dit komt waarschijnlijk door het verdwijnen van middelen. In dit geval gaat het om het rupsenmiddel Stewart dat niet meer is toegelaten en dat waarschijnlijk ook de cicaden uitschakelde”, zegt Gelderblom.
De cicade tast de vruchten aan door zigzaggend kleine prikjes in de vrucht te geven, zodat de schade wat lijkt op een ritssluiting. De bedrijfsleider verwacht geen grote problemen voor het eigen paprikabedrijf. “Het is voornamelijk in augustus een probleem. Wants kun je niet tolereren: cicade iets meer.” Verder is de bedrijfsleider tevreden, want het loopt biologisch gezien allemaal goed op het bedrijf.

Tekst: Marleen Arkesteijn