De inzet van gewasgaas blijkt zeer effectief om plagen in potplanten buiten de deur te houden. Dat is de voorlopige conclusie van een project rondom het gebruik van gewasgaas, dat vorig jaar van start ging. Middels het flexibele gaas − dat over het gewas heen wordt gelegd − kan volgens de projectpartners het merendeel van de insecten worden geweerd. Ook lijkt het gaas de groei te bevorderen.
Insectengaas is in opmars binnen de tuinbouw, zeker nu het pakket aan beschikbare middelen steeds verder krimpt. Naast raamgaas wordt ook wel gewasgaas ingezet om insecten te weren. “Dit gaastype is echter een stuk minder bekend en wijdverbreid dan raamgaas”, zegt Jorrit Koeman, Specialist Plantgezondheid bij Glastuinbouw Nederland, “Het gaat hierbij om flexibel en oprekbaar gaas, dat over het gewas heen wordt gelegd en met het gewas de hoogte in groeit.
Gewasgaas werd drie, vier jaar geleden voor het eerst ingezet in de phalaenopsisteelt. Daar had men geen middel meer voorhanden tegen potwormen; een probleem dat wordt veroorzaakt door muggen. Om die reden ging men aan de slag met het insectenwerende gaas. Met succes: de problemen met potworm kunnen op deze manier goed worden beheerst. Inmiddels werkt het merendeel van de phalaenopsisbedrijven bij stekken en jonge planten met dit gaas.”
Centenkwestie per plant
Vorig jaar startten Delphy en Glastuinbouw Nederland, met gelden vanuit het Praktijkprogramma Gewasbescherming, een driejarig project om de verdere inzet van gewasgaas in potplanten te onderzoeken. Hiertoe zijn en worden proeven gedaan op diverse praktijkbedrijven, in de teelt van anthurium, chrysant, cyclaam, syngonium, philodendron Shangri-La, strelitzia, spathiphyllum en lelie in pot.
“In al deze gewassen zijn steeds minder chemische middelen voorhanden, waardoor telers zijn aangewezen op biologische óf technologische oplossingen. Dan is dit insectengaas een optie”, zegt Koeman. “Het vormt zeker een kans voor teelten waar plaagdruk in een beperkte periode of teeltfase een probleem is. Ook kan het interessant zijn voor kassen waar de investering in raamgaas niet meer rendabel is. Gewasgaas is een stuk goedkoper in aanschaf dan raamgaas; het is een centenkwestie per plant. Hierdoor kan dit gaas doorgaans in één teeltcyclus worden terugverdiend.”
Effectief tegen trips
De projectresultaten tot nu toe zijn uitermate positief, geeft de specialist aan: het gewasgaas is zeer effectief in het weren van insecten. Bij de opkweek van jonge planten, maar in sommige gewassen ook gedurende de gehele teeltcyclus. “We zien dat een meerderheid van alle insectenplagen wordt geweerd. De grotere insecten, zoals wantsen en Turkse mot, worden nagenoeg volledig geweerd, maar ook het merendeel van de tripsen wordt tegengehouden. Dat is opmerkelijk, want op zich kan een trips wel door de mazen (van 0,85 bij 0,85 millimeter) heen. Waardoor dit toch niet gebeurt, daarvoor is nog geen duidelijke verklaring. Dit fenomeen is extra opvallend omdat we bij raamgaas met dezelfde maasopening nog geen effectiviteit zien op trips. Al met al vormt gewasgaas een grote belofte. Het kan absoluut een goed plan B zijn bij het wegvallen van middelen in potplanten.”
Inzet groeiregulatoren
Koeman geeft ook aan dat de proeven laten zien dat potplanten iets beter groeien onder het gaas. “Dat zien we zowel bij schaduwplanten als bij lichtminnende gewassen. Dit komt omdat de plagen zich met name in de zomer manifesteren, wanneer er vaak geschermd moet worden. Door het gaas hoeven telers minder intensief te schermen. Telen met gewasgaas vraagt sowieso een aangepaste teeltstrategie, bijvoorbeeld qua watergift. Een aandachtspunt is ook dat de druppels van groeiregulatoren nog niet altijd goed door het gaas gaan. We doen daarom nu proeven met het aanpassen van de viscositeit van het gaas. Ik verwacht dat we dit wel kunnen oplossen. En dat is ook nodig; het gaat immers om een belangrijke randvoorwaarde voor de inzet van dit gaas.”
Een nadeel is dat het opbrengen en weghalen van het gewasgaas behoorlijk arbeidsintensief is, geeft de specialist aan. “Ontstaat er onverhoopt ergens een gaatje, dan kan dit immers al een invliegroute zijn voor insecten.”
Mogelijke kansen voor snijbloemen
Desondanks ziet Koeman vooral voordelen, als het gaat om de inzet van gewasgaas. Hij verwacht dan ook dat dit verder aan terrein zal winnen in potplantenteelten. “Behalve in phalaenopsis wordt dit gaas nu nog weinig ingezet. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit zal veranderen, aangezien het middelenpakket verder verschraalt. En wellicht liggen er ook kansen voor bepaalde soorten snijbloemen of het opkweken van stekmateriaal hiervan. Dat zal ongetwijfeld verder onderzocht gaan worden.”
Tekst: Ank van Lier