Minister Adema van LNV wil dat de verkoop en advisering rond het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen van elkaar worden losgekoppeld. Hij geeft daarmee invulling aan een afspraak uit het coalitieakkoord om op die manier de ingezette omslag naar geïntegreerde gewasbescherming te intensiveren. Dat schrijft de minister aan de Tweede Kamer.
Momenteel zijn veel adviseurs commercieel verbonden aan toeleveranciers van gewasbeschermingsmiddelen. Hierdoor ontstaat een financiële prikkel bij adviseurs om te adviseren deze middelen in te zetten. Adema vindt dat telers de beschikking moeten hebben over een onafhankelijk advies over gewasbescherming, vrij van financiële prikkels.
Verplicht onafhankelijk advies inwinnen
De minister wil aansluiten bij de Europese verordening ‘Duurzaam gebruik’ die momenteel in ontwikkeling is. In de eerste concepten van deze verordening krijgen telers de verplichting om periodiek een onafhankelijk advies in te winnen over gewasbescherming. Omdat de inwerkingtreding nog enkele jaren op zich laten wachten kiest Adema er voor om de verplichting binnen Nederland al eerder in te voeren.
De minister treft hiervoor voorbereidingen onder meer door in te zetten op verhoging van het aantal onafhankelijke adviseurs waarvan er in Nederland slechts enkele tientallen staan geregistreerd in het BAS-register. Binnen de bestaande samenwerking tussen adviseurs en telers wil hij daarnaast de kwaliteit van adviezen over geïntegreerde gewasbescherming verder verbeteren.
Verbod op uitkeren van bonussen
Via een nog te ontwikkelen systematiek, kan het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op het niveau van teler en adviseur worden gebenchmarkt. Deze benadering kan als bewustwordings-, stimulerings- en sturingsinstrument voor zowel teler als adviseur dienen. Minder goed presterende telers kunnen bijvoorbeeld een aanvullend advies krijgen en minder goed presterende adviseurs zwaardere opleidingseisen.
Adema zoekt ook naar mogelijkheden om het uitkeren van bonussen voor verkochte hoeveelheden gewasbeschermingsmiddelen te stoppen en de verkoop en het gebruik van laagrisico- en groene middelen, zoals feromonen, plantenextracten en micro-organismen, juist te stimuleren. Adema zal de Tweede Kamer komend najaar informeren over de nadere invulling en voortgang.