Na ruim een half jaar vertraging komt Geothermiebedrijf Californië Lipzig Gielen (CLG) eindelijk in bedrijf. Er wordt nu enkele weken proefgedraaid en de capaciteit wordt in overleg met toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen geleidelijk opgevoerd. “Het geeft de huidige drie aangesloten bedrijven zicht op een stabiele, duurzame warmtebron”, zegt projectcoördinator Peter Smulders namens CLG. “Binnenkort komt er zelfs een vierde bedrijf bij.”
Eigenlijk waren de groenteteeltbedrijven van Frank van Lipzig (komkommer), Roland Gielen (Tasty Tom) en de gebroeders Thomas en Jordan Van Leeuwen (rode en gele cherrytomaten) er in december al klaar voor (zie het Onder Glas artikel uit december 2016). Door aangescherpte procedures rond de vergunningverlening moesten zij hun geduld echter nog even bewaren. Dat ‘even’ werd een half jaar, waardoor het stookseizoen 2016-2017 op de vertrouwde wijze moest worden ingevuld. Onlangs ging het licht alsnog op groen.
Capaciteit voor 50 ha glas
De komende maanden gaan de kranen geleidelijk verder open. Peter Smulders (links op de foto met de broers Van Leeuwen): “Als zich geen grote tegenslagen voordoen, kunnen we ruim voor aanvang van het stookseizoen volledig in bedrijf zijn. De eerste warmtelevering heeft al plaatsgevonden en dat verliep volgens plan. Op welke capaciteit we precies zullen uitkomen, is nog niet te voorspellen. Volgens de prognoses is de capaciteit van de bronnen en installaties ruim voldoende voor 50 ha glas. Dat is meer dan het areaal van 27 ha dat hier nu ligt. De watertemperatuur is zelfs iets hoger dan we eerst dachten, dus dat is hoopgevend.”
Laatste kavel bezet
Uitbreiding ligt al op korte termijn in het verschiet, want er heeft zich een koper gemeld voor de vrije kavel in de nabije omgeving van 17 ha. Zonder namen te noemen meldt de coördinator dat het gaat om een kwekerij van kleinfruit die ter plaatse een kas wil realiseren. Dat zou het totale areaal van het cluster uiteindelijk op zo’n 40 ha brengen. De voorbereidingen voor de aansluiting van dit vierde bedrijf zijn al in gang gezet.
Tekst: Jan van Staalduinen.