Voor kwekerij CJ Orchids is duurzaam telen belangrijk. De nadruk ligt vooral op energiebesparing en alternatieve energieopwekking. De 35.000 zonnepanelen en full LED-belichting vallen als eerste op. Ontvochtigers, die bijdragen aan een goed en gelijkmatig kasklimaat, zijn zeker zo belangrijk.

CJ Orchids in Gameren startte in 2008 als onderdeel van chrysantenbedrijf Cornelisjan Flowers. Dit bedrijf was al in 1986 opgericht door Kees Satter. Heimen Quik kwam er in 2008 bij in het bedrijf. Het geheel bestaat nu uit drie naast elkaar gelegen locaties van bij elkaar 9,3 ha met troschrysanten, snij-campanula’s en phalaenopsisplanten. Het phalaenopsis-oppervlak groeide sindsdien van 2,2 ha toen naar 4,2 ha nu, deels ten koste van het oppervlak aan campanula’s.
Quik vindt het leuk om te innoveren. “Tomaten telen gaat al bijna perfect, ook al zijn er nog steeds uitdagingen zoals het virus. Bij orchideeën valt er nog 70 procent te verbeteren”, zegt hij enthousiast. Kwaliteit en duurzaamheid vormen twee belangrijke speerpunten.

Aandacht voor duurzaam telen

Aanvankelijk ging het bij het verduurzamen in de phalaenopsisteelt vooral over de overstap van chemische naar voornamelijk biologische gewasbescherming. Met de gestegen energieprijzen en de klimaatdoelstellingen gaat de aandacht nu vooral naar energiebesparing en niet-fossiele energie. Het is een voordeel dat de drie locaties met verschillende teelten energetisch met elkaar zijn verbonden. Ze vullen elkaar aan op het gebied van warmte- en CO2-vraag.
De orchidee is een warmtebehoeftig gewas. Op twee locaties staat een WKK. “Je kunt de warmte het beste zo dichtbij mogelijk produceren om energieverlies tijdens het transport te voorkomen”, vertelt de teler. De locaties delen de CO2 vanuit de WKK met Codinox katalysator. Overdag krijgen de snijbloemen CO2 en ‘s nachts de phalaenopisplanten, omdat dit CAM-planten zijn.
Een elektrische warmtepomp zorgt ervoor dat de warme, ‘natte’ CO2 droger en kouder wordt. De elektriciteit zorgt in dit geval voor meer warmte. We hoeven daardoor minder gas te verstoken. Bij het chrysantenbedrijf staan er vier e-ketels. Afhankelijk van de gas- en stroomprijs gaan deze aan of uit.

Ontvochtiging

Sinds twee jaar hangen er ontvochtigers van installateur Wim van Wijk Techniek in het orchideeënbedrijf. Deze verlagen het vochtgehalte van de kaslucht op basis van condensatie. Deze lijken op veredelde bouwdrogers als je kijkt naar de bouwvorm, maar zijn speciaal ontwikkeld voor de tuinbouwsector. Ventilatoren zuigen kaslucht aan en leiden deze langs koelribben. Hierop condenseert het vocht. De droge lucht wordt de kas ingeblazen. De latente warmte die daarbij vrijkomt, blijft in de kas. Deze methode wordt door diverse telers toegepast.
De teler testte er zes uit op 11.000 m². “Onze installateur adviseerde één ontvochtiger per 2.000 m². Nu hangen er 25 op de 4,2 hectare.” Hij is blij met zijn keuze. “We kunnen de luchtramen en schermen gesloten houden, we hoeven geen koude lucht op te warmen en er gaat geen CO2 verloren.”
De teler laat de ontvochtigers continu draaien voor de luchtbeweging. Een luchtverdeelslang zorgt voor een betere luchtverdeling. “We ontvochtigen alleen als de RV te hoog is. Mensen vragen wel: Hoeveel bespaar je? Voor ons is de energiebesparing een positieve bijkomstigheid. Ons doel is een mooi, gelijkmatig klimaat.”

Zonnepanelen

Vorig jaar, toen de energiecrisis begon, hebben de ondernemers besloten om zonnepanelen te installeren. In het totaal zijn het er circa 3.500 geworden: op de schuur, het bassin, twee loodsen en in een veldopstelling. Deze leveren op jaarbasis 1.000 tot 1.300 megawatt.
“Vorig jaar was het teruglevercontract nog prima. Dit jaar is de stroomprijs lager. Terugleveren brengt minder op. Op basis daarvan zou je nu een langere terugverdientijd hebben. Voor ons geldt dat gelukkig niet. Wij moeten onze orchideeën koelen. Hiervoor gebruiken we overdag de eigen opgewekte stroom van de zonnepanelen.”

Daglichtloze test

Ongeveer drie jaar geleden begon CJ Orchids met LED-belichting. “We zijn gestart met hybride belichting. Wij konden de lampen – met alleen rood en blauw licht – bij toeval tegen een scherpe prijs kopen. Wij haalden al snel de SON-T-lampen eruit, zodat we in één afdeling alleen LED hadden. Twee winterseizoenen lang zagen we geen voordeel, maar ook geen nadeel in groei”, vertelt de teler.
De SON-T-lampen waren tegen het einde van de levensduur en de energieprijzen stegen. De compagnons besloten om met het hele bedrijf over te stappen op LED. Quik: “We hebben hier, net als op de chrysantenlocatie, gekozen voor apart schakelbaar verrood. Bovendien zijn de lampen draadloos dimbaar. Daardoor kunnen we moeiteloos schakelen afhankelijk van het buitenlicht en de energieprijzen.”
Sinds kort staat er een Green Simplicity klimaatcontainer in de hal. “We willen onder gecontroleerde omstandigheden lichtrecepten uitproberen of we op meer lagen orchideeën kunnen telen. Meerlaags telen kost veel geld, maar ook minder energie. Dit is een daglichtloze test. We hebben ambities genoeg.”

Aansturing energie

De energiehuishouding, inclusief aan- en verkoop van elektriciteit is inmiddels aardig complex. De zonnepanelen leveren elektriciteit. De warmtepompen, vier nieuwe e-ketels bij het chrysantenbedrijf, de WKK en ontvochtigers gebruiken en leveren energie in de vorm van warmte en stroom. De elektriciteitsprijzen variëren voortdurend.
De ondernemers laten de aansturing van de aan- en verkoop van elektriciteit over aan hun energieplatform. Ze stellen alleen zelf de prijsgrenzen in. Afhankelijk van de prijs kunnen bijvoorbeeld warmtepompen en de e-ketels aan, wordt elektriciteit gekocht (lage elektriciteitsprijs) of geleverd (bij hoge elektriciteitsprijs).
Het bedrijf is aardig op weg om het gasverbruik te reduceren. Quik denkt dat ze van 7 miljoen naar 5 miljoen kuub per jaar terug kunnen met hun brede scala aan maatregelen van de afgelopen paar jaar. Dat is circa 30%.

95% eigen genetica

Los van dit alles staat de lol van het telen en het streven naar eigen, mooiere en betere rassen. In 2014 begon CJ Orchids met veredelen. Na ongeveer zes jaar hadden zij hun eerste ‘eigen’ phalaenopsis-rassen. “We selecteren niet op mooi, maar op meer bloemen, meer takken en meer lengte. Het is ons voordeel dat we specifiek voor één markt veredelen: de retail. Onze grootste massa is planten met twee takken en meer dan 15 bloemen. De kunst is om steeds wat vooruit te lopen. Bijvoorbeeld tweetak 20+ of drietak.” Hij hoopt op 1 januari 2024 – na tien jaar veredelen – voor 95% eigen genetica te hebben.
Het is volgens Quik een samenspel van techniek en de eigen mensen die hierbij meehelpen. “Eén jongen is fulltime met de veredeling bezig. De teeltman kijkt mee of de geselecteerde plant ook te telen is. Want al is de plant nog zo mooi, als hij niet presteert gaat het niet door. De teelt is de baas.”
De ondernemer vindt het fijn om medewerkers die er plezier in hebben, mee te nemen in dit proces. “Het is heel leuk om uit te vinden en te innoveren.”
Inmiddels hebben de ondernemers uitbreidingsplannen. “Aan het begin van het jaar hebben we een kavel van 9 ha achter ons bedrijf gekocht. Hierop gaan we een op zichzelf staande kas van 7 ha bouwen. Dat wordt dan onze vierde locatie.”

Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn