Kwekerij Bernhard in Luttelgeest investeerde de afgelopen jaren fors in verduurzaming. Zo realiseerden ondernemers Bram en Simon Bernhard een waterbassin met zonnepanelen en kwam er een geothermiebron. Onlangs werd de SON-T-belichting op de locatie met phalaenopsis deels vervangen door LED. Volgend jaar volgt de rest, waarmee de telers hun stip op de horizon − het afleveren van een energieneutrale phalaenopsis − weten te realiseren.

Kwekerij Bernhard mag met recht ‘uniek in duurzaamheid’ worden genoemd. En dit is mede te danken aan de ligging van het bedrijf, geeft Bram Bernhard aan. “Hier in de Noordoostpolder is volop ruimte om te ondernemen en te verduurzamen. Elf hectare aan zonnepanelen neerleggen, dat krijg je in het westen van het land niet voor elkaar. Hier is dat wel mogelijk. Dat is een belangrijke plus.”

Risicospreiding

De zoektocht naar extra ruimte deed de familie midden jaren zeventig neerstrijken in de Noordoostpolder. De roots van de familie liggen in Amsterdam. “Maar daar waren geen ontwikkelingsmogelijkheden meer. Daarom besloot mijn vader opnieuw te beginnen in Luttelgeest; dat was destijds een heuse ‘emigratie’. Hij bouwde het bedrijf hier verder uit en in 1999 namen Simon en ik het over. Inmiddels staat William, de zoon van Simon, in de startblokken om het bedrijf over te nemen.”
Aanvankelijk lag de focus op de teelt van rozen, maar in 2009 begonnen de ondernemers met de phalaenopsisteelt. “De concurrentie van rozen uit Afrika werd steeds groter; daarom besloten we de risico’s te spreiden. Inmiddels telen we daarnaast nog perk- en kuipplanten, met name Sundaville en Passiflora.” Het bedrijf omvat vandaag de dag drie locaties: één locatie van 8 ha voor de rozenteelt, 6 ha phalaenopsis en een locatie van 11 ha, waar perk- en kuipplanten worden geteeld. Zowel de rozen- als de phalaenopsis-locatie zijn voorzien van assimilatiebelichting.

Zonnepanelen en geothermie

Eerst vulden de ondernemers de warmte- en elektriciteitsbehoefte volledig in via hun vier WKK’s, met een totaal vermogen van 10 MW. Bernhard: “Onze ambitie was echter altijd al om energieneutraal te worden. Om zo minder afhankelijk te worden van de grillen in de energiemarkt, ons te kunnen onderscheiden en bestaansrecht te creëren voor de lange termijn.”
De broers investeerden de afgelopen jaren fors om deze ambitie waar te maken. Zo namen ze in 2019 een nieuw waterbassin in gebruik, met daarop 45.000 drijvende zonnepanelen. Hiermee wekken de ondernemers op jaarbasis 15 miljoen kWh aan stroom op. Daarnaast namen ze begin dit jaar een geothermiebron met een vermogen van 20 MW in gebruik, die ze realiseerden in samenwerking met een paprikateler. “Op dit moment vullen we nog een klein deel van onze warmtebehoefte in met de WKK, maar op korte termijn switchen we volledig naar aardwarmte.”

Proeven met LED-belichting

Het doel is daarnaast om de elektriciteitsbehoefte in te vullen met de stroomopbrengst van de zonnepanelen. Dit is mogelijk door op de phalaenopsis-locatie volledig te switchen naar LED, en op die manier de stroombehoefte te reduceren. “Naast investeren in verduurzaming is ook besparen een belangrijk aandachtspunt voor ons. Om die reden installeerden we afgelopen jaar al een tweede energiescherm in de phalaenopsiskas. Daarnaast vervingen we onlangs een derde van de SON-T-lampen door LED’s. Hiermee bespaar je veertig procent op elektriciteit ten opzichte van SON-T-lampen.”
De ondernemers gingen hierbij niet over één nacht ijs; zij doen al sinds 2015 proeven met het telen van phalaenopsis onder LED-belichting. De laatste jaren voerden zij deze proeven uit in samenspraak met fabrikant Fluence, die de LED-lampen leverde.

Spectrum zonder verrood

“Het was vooral zoeken naar het juiste spectrum”, geeft Bernhard aan. “We kwamen er echter achter dat het spectrum er bij phalaenopsis minder toe lijkt te doen dan in veel andere teelten. Dit heeft er alles mee te maken dat in dit gewas relatief weinig wordt belicht; circa 2.500 uren op jaarbasis. Hierdoor speelt de component buitenlicht nog een grote rol in de mix van licht. Dit in tegenstelling tot teelten waar intensiever belichten nodig is.”
Uiteindelijk bleek het standaard spectrum in phalaenopsis zonder verrood licht − het zogeheten R8-spectrum − het meest optimaal, geeft Dennis Raadschelders van Fluence aan. “Wij doen al jarenlang intensief onderzoek naar het telen van phalaenopsis onder LED. Deze onderzoeken, en de proeven bij Bernhard, tonen aan dat dit spectrum het meest geschikt is. Ook vanwege het feit dat phalaenopsis niet gevoelig lijkt voor verrood licht.”

Kasklimaat op peil houden

Medio oktober werd een derde van de SON-T-lampen in de phalaenopsis-kas vervangen door LED’s. Bernhard koos in de opkweek voor een lichtniveau van 80 µmol/m².s en in de afkweek voor 140 µmol/m².s. “De lichtniveaus zijn hetzelfde als voorheen, maar we besparen wel veertig procent op ons energieverbruik”, zegt de ondernemer.
Het feit dat de LED’s minder warmte afgeven, wil de teler compenseren door extra scherminzet en meer geothermiewarmte in de kas te brengen. “Op die manier hopen we het kasklimaat toch op peil te kunnen houden. Maar het is afwachten hoe dit in de praktijk uitpakt; volgend jaar kunnen we hier meer over zeggen. We oriënteren ons wel al op ontvochtigingssystemen, aangezien het risico bestaat dat het vochtgehalte in de kas te zeer oploopt. Sowieso produceren we deze winter op dezelfde manier door als andere jaren, we passen ons teeltregime niet aan. In phalaenopsis kun je ook geen concessies doen op dit vlak. Maar met de inzet van LED’s en geothermie willen we de kosten wel zoveel mogelijk beheersbaar houden.”

Dimbare LED’s

Bernhard koos bewust voor dimbare LED’s. Dit stelt hem in staat om de lampen te dimmen op momenten dat de elektriciteitsprijs hoog is en extra licht in te brengen bij een lage stroomprijs. “Daarnaast is phalaenopsis van nature een schaduwplant, die erg gevoelig is voor te veel licht”, zegt de teler. “Dan is al snel sprake van knopval, bladverkleuring en stress voor de plant. Om die reden is het een voordeel dat je de lampen kunt dimmen op momenten dat er te veel instraling van buiten is. Bijkomend voordeel is dat LED’s − in tegenstelling tot SON-T-lampen − efficiënter worden wanneer je ze dimt. De temperatuur van de LED’s gaat dan namelijk naar beneden. Tegelijkertijd blijft de lichtverdeling gelijkmatig en verandert het spectrum niet.”

Extra USP

Volgend jaar vervangen de ondernemers de rest van de SON-T-lampen in de phalaenopsiskas door LED-armaturen. “Met deze stap kunnen we energieneutraal phalaenopis telen. Daarmee is onze stip op de horizon – energieneutraal telen − wat betreft phalaenopsis in ieder geval gerealiseerd. De warmtebehoefte vullen we tegen die tijd immers volledig in met de geothermiebron, de elektriciteit komt van de zonnepanelen. We kopen dan ’s winters stroom in en leveren in de zomer terug, waardoor we de WKK alleen nog nodig hebben om pieken op te vangen en per saldo energieneutraal zijn. Hiermee kunnen we ons onderscheiden in de markt, creëren we een extra USP. Alhoewel dit nog geen concrete meerprijs oplevert, houden we op deze manier wel extra bestaansrecht richting de toekomst; daar ben ik van overtuigd. Over tien jaar is energieneutraal telen de standaard.”

Niet alles goud wat er blinkt

Bernhard benadrukt wel dat het feit dat hij zijn energievoorziening heeft weten te verduurzamen niet betekent dat zijn energiekosten nihil zijn. “Dat komt onder meer door het wegvallen van onze SDE-subsidie, als gevolg van de stijging van de energieprijzen. Hierdoor is de kostprijs van aardwarmte verdrievoudigd ten opzichte van het tienjaarsgemiddelde. En zoals gezegd lever ik in de zomer vooral zonnestroom terug, terwijl ik in de winter zelf elektriciteit nodig heb. In de winter is een kWh duurder, daarbij betaal ik ook nog transportkosten en energiebelasting. Kortom: het is niet alles goud wat er blinkt. En dit geeft wel aan dat een hogere productprijs richting de toekomst noodzakelijk is.”

Focus op optimalisatie

Nu energieneutraal phalaenopsis telen binnen handbereik ligt, is ‘optimalisatie’ het toverwoord voor de komende jaren. “We willen ons assortiment verder finetunen en bijvoorbeeld switchen naar soorten met compacter blad. Zodat we minder teeltruimte nodig hebben en toe kunnen met minder energie per plant. Ook kijken we uit naar snellere rassen. Daarnaast willen we onze bedrijfsprocessen verder optimaliseren en efficiënter maken, om op deze manier de kostprijs te kunnen blijven beheersen en op lange termijn bestaansrecht te houden.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Niels van der Boom