Uit een proef in het afgelopen jaar blijkt dat lisianthus prima kan worden geteeld onder full LED. Langer belichten geeft bovendien een iets snellere teelt. Nabelichten met verrood licht kan het gebruik van Berelex voor de strekking van het gewas grotendeels vervangen. En een minimumbuis is niet noodzakelijk. Dat zijn de belangrijkste conclusies na vijf teeltrondes. Onderzoekers Stefan van den Boogaart van Plant Lighting en Linda Nooren van Delphy geven tekst en uitleg.
Het project ‘Lisianthus toekomstbestendig; minder elektra, warmte en CO₂’ startte vorig jaar in het Delphy Improvement Centre in Bleiswijk in week 33 en is half juli dit jaar afgerond. In een kas van 250 m² is in vijf teeltrondes onderzocht hoe de teelt in Nederland duurzamer kan.
Lisianthus wordt intensief geteeld: er wordt belicht met 400 µmol/m².s, de gemiddelde etmaaltemperatuur bedraagt 27 à 28ºC en zes maal per jaar stomen vereist veel aardgas. Daarnaast worden groeihormonen gebruikt, eerst voor de strekking van het gewas en later voor groeiremming. Daar staat wel een hoge productie tegenover.
Het project is gefinancierd vanuit het programma Kas als Energiebron, de gewascoöperatie Lisianthus, vermeerderaars, veredelaars en toeleveranciers. Stefan van den Boogaart: “Gelukkig hebben wij het hele lisianthusvak erbij weten te betrekken, zij hebben er naast een financiële bijdrage ook veel tijd in geïnvesteerd. De noodzaak om te verduurzamen wordt door de gehele keten gezien.”
Dynamisch dimbare belichting
De kas waarin het onderzoek plaatsvond was uitgerust met dynamisch dimbare LED-belichting van 400 µmol/m².s PAR van Signify, met separaat dimbaar verrood. Van den Boogaart: “Lisianthus is immers een langedagplant: hoe langer de dag, hoe sneller de plant in bloei komt. Verrood is van belang in daglengtewaarneming. Dimmen hebben wij op basis van instraling gedaan: hoe meer instraling, hoe minder hard de lampen branden. Dat is gebaseerd op een PAR-meting in de kas.”
De proefkas was verder uitgerust met drie schermen: een lichtuitstootscherm en twee energieschermen van Ludvig Svensson. Daarnaast werd gebruik gemaakt van actieve ontvochtiging met warmteterugwinning. “We wilden de input van buiswarmte minimaliseren door de kas zo goed mogelijk te isoleren en warmte terug te winnen uit de vochtige kaslucht. Met het actief ontvochtigen kan ook de behoefte voor ventileren worden teruggedrongen en zo op CO₂-gebruik worden bespaard.”
Uit de grond telen
Voor de proef werd 50 cm grond afgegraven en weer opgevuld met geschikte kasgrond, het substraat luistert namelijk zeer nauw bij lisianthus. “Uit de grond telen wordt in lisianthus nu nog niet toegepast, maar kan in de komende jaren wel een rol gaan spelen. Door de teelt uit de grond te halen wordt stomen gereduceerd en kan de drain volledig worden gerecirculeerd.”
De onderzoekers draaiden in totaal vijf teelten met zes verschillende rassen, waarin ze stap voor stap probeerden te verduurzamen. Van den Boogaart: “De eerste teeltronde in de zomer was om te kijken of we überhaupt goede lisianthus konden telen. Mede omdat full LED in de praktijk nog maar weinig wordt toegepast, zeker in combinatie met actieve ontvochtiging.”
Belichtingsstrategie
In de tweede ronde (najaar) zijn de inzichten van eerder belichtingsonderzoek geïmplementeerd. Wat hierbij anders is dan in de praktijk is dat er direct wordt gestart met 20 uur per dag belichten in plaats van 15, om zo de teelt te versnellen. Daarnaast is verrood in combinatie met PAR-licht aangeboden totdat de knop zichtbaar was. Met het verrood nabelichten is gestuurd op voldoende taklengte.
Vanaf de derde ronde (winter) zijn de onderzoekers gaan werken met druppelleidingen in plaats van regenleidingen en hanteerden ze geen minimumbuis meer. In de vierde ronde (voorjaar) hebben ze geteeld met een lager vochtdeficit (4 in plaats van 6 g/m³). In de vijfde ronde (zomer) zijn ze gaan sturen op een gelijke assimilatensom als in de winter. Van den Boogaart: “In de praktijk zie je veel telers ook in de zomer nog veel belichten, omdat ze voldoende takgewicht willen halen. Wij hebben met een assimilatiemodel berekend hoeveel extra licht er nodig is om te compenseren voor de lagere CO₂ concentraties en hogere temperaturen in de zomer om eenzelfde takkwaliteit jaarrond te realiseren.”
Prima telen onder full LED
De belangrijkste conclusie volgens de onderzoekers is: lisianthus telen onder full LED gaat goed, met een takgewicht van 90 à 100 gram en een houdbaarheid van ruim twee weken was de takkwaliteit praktijkconform. Twintig uur per dag belichten geeft geen overmatig snellere teeltduur, namelijk 3-4 dagen. Dat biedt kansen om meer momenten met groene stroom te benutten.
Dankzij het gebruik van verrood tijdens de eerste vier weken van de teelt aan het einde van de dag was er geen Berelex meer nodig. Verrood in de fotoperiode uitzetten na de knopvorming lijkt ook geen negatieve effecten te hebben op het gewas.
Watergeven via druppelleidingen gaf geen ongelijk gewas, wat kansen biedt op energiebesparing, omdat het gewas niet meer na elke gietbeurt nat wordt.
Brandkoppen
Een minimumbuis bleek niet noodzakelijk voor teeltsnelheid, maar kan het aantal brandkoppen mogelijk wel reduceren. Verdamping lijkt namelijk een grote rol te spelen in de mate van bandkoppen, hoe meer verdamping, des te minder brandkoppen. Uit onderzoek in klimaatcellen bij Plant Lighting bleek namelijk dat een lage RV (74%) in aanzienlijk minder en minder ernstige brandkoppen resulteerde dan een hoge RV (85%) en dat extra luchtbeweging ook een positief effect had. Daarnaast speelt ook genetica een grote rol, waarbij de Alissa’s gevoeliger zijn voor brandkoppen dan de Rosita’s en Corelli’s.
Vochtbeheersing
De actieve ontvochtiging hielp onvoldoende om de RV op het gewenste peil te houden, waardoor de noodzaak ontstond om extra te gaan ventileren. Volgens onderzoeker Linda Nooren zat het probleem in de verdeling van de luchtlagen. “Je hebt een erg warme en droge luchtlaag bovenin de kas, en die kregen we niet goed naar beneden. Het uitzetten van de minimumbuis helpt dan zeker niet. Daarom zijn we ook extra luchtbeweging gaan creëren met ventilatoren, maar dat hielp vooralsnog onvoldoende. Om een betere menging van de luchtlagen te realiseren worden er voor het vervolgonderzoek extra ventilatoren geïnstalleerd. Hiermee willen we de RV lager zien te krijgen, waardoor het probleem met brandkoppen ook minder zou moeten worden. Maar of die causaliteit ook op gaat voor een kassituatie moeten we nog aantonen.”
Het vervolgonderzoek – waarvoor al goedkeuring is verleend – zal zich daarom gaan richten op vochtbeheersing en verdere energiebesparing. Van den Boogaart: “Een van de dingen die wij moeten gaan berekenen voor de volgende proef en beter in kaart moeten brengen is: hoe lopen de vochtstromen in de kas precies, hoeveel water gaat er door condensatie in de nok verloren, wat doen de ontvochtigers en hoeveel vocht verdampt het gewas onder full LED.” Wordt dus vervolgd.
Tekst en beeld: Mario Bentvelsen