Traditionele aardbeirassen voor in de kas hebben twee flinke productiepieken. Daarvoor hebben de planten in de winter een koude periode nodig en vervolgens over langere tijd warme dagtemperaturen. Low-chill rassen hebben het voordeel dat ze een lage koudebehoefte hebben en kunnen daarom meestal direct van het trayveld in de kas worden geplant.

Bovendien kan in het voorjaar/zomer langer geoogst worden door aanleg van nieuwe trossen in het voorjaar. Ook hebben de rassen minder last van meeldauw in het voorjaar, ontdekte de Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research.

Actieve ontvochtiging en drie schermen

WUR onderzocht twee low chill-rassen: Inspire (van The Greenery) en Fandango (van Fresh Forward). De aardbeien werden afgelopen winter geplaatst in de proefkas in Bleiswijk. Deze kas is voorzien van actieve ontvochtiging en van drie schermen (waaronder één doorzichtig energiescherm). Het was een onbelichte teelt. Overdag en ’s nachts werd van december tot en met februari een constante temperatuur van 15 graden Celsius aangehouden.

Warmte binnenhouden

Normaal gesproken worden aardbeien geteeld met een duidelijk onderscheid tussen dag- en nachttemperatuur. Daarom stoken telers overdag, en openen ze ’s avonds de ramen in de kas om de warmte kwijt te raken. In de proef bij WUR werd de warmte juist zoveel mogelijk binnengehouden door gebruik te maken van de schermen en bij lage lichtniveaus overdag ook het energiedoek dicht te trekken.

Veel minder energie-input

Uit het onderzoek blijkt dat de low chill-rassen in de proefkas tot juli ongeveer evenveel produceren als dezelfde rassen op teeltlocaties, maar dan met veel minder energie-input. Door gebruik te maken van verduistering − om ook in de zomer de planten een korte dag te laten ervaren − produceerden de low-chill aardbeien tot eind september; dit levert circa 2-4 kilo per vierkante meter extra op. Deze proef laat zien dat met low-chill rassen een veel langere plukperiode gerealiseerd kan worden met minder energie-input dan traditionele ‘juni-drager’-teelten: de exacte besparing wordt binnenkort bekendgemaakt.

Meeldauw

Low chill-rassen zouden ook geen last hebben van meeldauw. Tijdens het onderzoek van WUR bleek dat de eerste maanden de beide rassen inderdaad geen last hadden van deze schimmelziekte. Daarna kwam er alsnog meeldauw op en moest er worden ingegrepen met regelmatige behandelingen met gewasbeschermingsmiddelen.
Het onderzoek naar low chill-aardbeien wordt gefinancierd door het Kas als Energiebron-programma.

Tekst: Johanna Bac-Molenaar