De veredeling van gerbera vindt veelal traditioneel plaats met selectie op het oog. Dit remt de efficiëntie van resistentieveredeling. Yuqian Fu heeft in haar promotieonderzoek voor Wageningen University & Research in kaart gebracht welke genen zorgen voor resistentie tegen Botrytis.
De schimmel Botrytis cinerea tast bij hoge luchtvochtigheid, tijdens de teelt of het transport, de bloem van gerbera aan. Het is lastig om rassen te veredelen op goede resistentie tegen de schimmel. Aangenomen wordt dat zo’n resistentie afhankelijk is van het samenspel tussen meerdere genen. Tot nu toe was daar weinig zicht op. Yuqian Fu heeft met haar onderzoek, mede mogelijk gemaakt door TTI Groene Genetica, nu de basis gelegd waarmee veredelaars verder kunnen.
Samenspel van genen
Ze heeft vier ouders van twee gerberalijnen doorgelicht. Daarbij kwam een serie genen naar voren die verantwoordelijk is voor de aanmaak van secundaire metabolieten. Dat zijn afweerstoffen waarmee de plant zich verdedigt tegen schimmels. Daarnaast vond ze genen die een cruciale rol spelen bij de aanmaak van plantenhormonen, die een rol spelen bij de afweer. Een belangrijk onderdeel was om locaties te vinden in het genetisch materiaal die corresponderen met de variatie in resistentie (die heten QTL: quantitative trait locus). De QTL’s zijn terug te vinden met een merker. Fu vond 20 QTL’s. Dat grote aantal duidt er inderdaad op dat de resistentie tegen Botrytis complex is en bevestigt het vermoeden dat het niet gaat om één of enkele genen, maar om een samenspel van genen.
Kandidaatgenen
Een QTL omvat een sectie van het DNA en de kunst is om deze sectie zo klein mogelijk te maken. De onderzoekster vergeleek daarvoor bekende botrytisresistentiegenen in andere soorten. Daardoor ontdekte ze dat soortgelijke genen inderdaad ook bij gerbera voorkomen. Ze hield 29 kandidaten over, waarvan 7 in beide lijnen voorkwamen. Verschillende van die kandidaatgenen waren ook te linken met resistentieverschillen, die met het oog waarneembaar waren. Bovendien lagen enkele van deze genen in de buurt van de gevonden QTL’s.
Minder schadelijk
Vervolgens heeft ze twee van deze kandidaatgenen ‘stilgelegd’. Deze leken erg veel op de genen die in tomaat voor botrytisresistentie zorgen en lagen bovendien in de QTL’s. De planten met de stilgelegde genen lieten minder aantasting zien (kleinere lesies). De conclusie is dat deze genen het binnendringen van de schimmel vergemakkelijken. Dus als ze worden stilgelegd, kan de schimmel minder schadelijk worden. Dit is pre-competitieve informatie waarmee veredelaars verder kunnen. Fu merkt verder op dat deze manier van opsporen ook bij andere siergewassen nuttig kan zijn.
Tekst: Tijs Kierkels.