Bij de eerste bedrijven is de teeltwisseling weer achter de rug, bij een aantal andere is deze nog gaande. De kas wordt met erg veel zorg en aandacht zo schoon mogelijk gemaakt. Door de jaren heen gebruiken telers steeds meer reinigings- en/of desinfectiemiddelen om de kas zo schoon mogelijk, liefst zelfs steriel te maken. Dit wordt gedaan om de aanwezige ziektes op te ruimen en in de nieuwe teelt schoon te kunnen beginnen. Het is interessant om in te zoomen op wat er nu precies gebeurt bij het zo schoon en steriel mogelijk maken van de kas.
Voorop gesteld, het is heel verstandig om de hygiëne tijdens de teeltwisseling serieus te nemen. De vraag is echter of er een moment is waarop het wellicht tegen ons gaat werken.
Het probleem in de glastuinbouw is al dat het systeem te kaal is, vanuit de natuur gezien. Wanneer er met het verder of op meer geraffineerde wijze desinfecteren van de kas naast de ziektes ook nog tal van andere positieve microben worden opgeruimd, wordt het systeem nog verder uit balans gebracht. We drukken de bal op deze wijze nog verder onder water en die zal daardoor nog harder omhoog komen. Dat zal zich uiten in nog meer ziekten, of wellicht in andere, heftigere vormen van ziektedruk.
Wanneer het toch noodzakelijk is om de kas goed te ontsmetten, omdat in de vorige teelt een (te) hoge ziektedruk aanwezig was, is het serieus te overwegen om de ‘schade’ die is aangericht met deze schoonmaakactie weer te herstellen. In de nieuwe teelt kan er een breed pakket aan natuurlijke middelen worden aangebracht, wat de ‘kaalheid’ van het systeem doorbreekt. Op het moment dat het teeltsysteem – vanuit de natuur gezien – completer wordt door de dosering van de diverse natuurlijke middelen, de waterkwaliteit wordt verbeterd en eventueel andere ecologische principes verder worden doorgevoerd in het technologische teeltsysteem, dan worden ziektes rustiger of blijven zelfs achterwege. De taak van de ziektes is overigens om iets wat uit evenwicht is op te ruimen. Wanneer het teeltsysteem dus meer in evenwicht is, zullen de ziektes zich minder of niet meer hoeven te laten zien in de teelt.
De praktijk laat zien dat de bedrijven die zo werken weer vertrouwen krijgen in de natuur en het teeltsysteem. De ziektedruk in het gewas gaat naar beneden, bedrijven hebben schonere teelten en met de teeltwisseling richten telers zich erop om juist zo veel mogelijk van het opgebouwde systeem in leven en heel te houden. Gevolg is dat de kas met louter warm water kan worden uitgespoten. Dat voelt toch wel als een warm bad.
Tekst: Theo van der Knaap, Adviseur bedrijfsecologie.