De Vlaamse glastuinbouw haalt opgelucht adem nadat de overheid na lang treuzelen akkoord is gegaan met een nieuwe regeling voor seizoensarbeid. “Eindelijk is de onzekerheid weg en kunnen we de arbeidsplanning voor de rest van het jaar maken.”
Glastuinders in Vlaanderen verkeerden lange tijd in onzekerheid over het statuut van seizoensarbeid. Onder dit statuut kunnen seizoensarbeiders normaal gezien 65 dagen werken. Deze zogenaamde ‘plukkaart’-regeling geeft een behoorlijke besparing op de loonkosten voor telers.
“Waar de totale kosten binnen deze regeling op zo’n 13 euro uitkomen, bedraagt deze onder het reguliere systeem rond 20 euro per uur”, vertelt Mitch Vermeiren, tomatenteler van Meer Fresh Products en VW Maxburg in Meer, net over de grens bij Breda. De loonkosten onder het reguliere systeem zijn dit jaar met 11% gestegen als gevolg van de indexering en de automatische aanpassing van de lonen aan de inflatie.
Minder verloop
Tijdens corona werd het aantal plukkaartdagen opgetrokken tot 130 en ook vorig jaar werd een uitzondering gemaakt tot 100. Dit tot grote tevredenheid ook van de Vlaamse glastuinbouw. Niet alleen betekent dit minder loondruk, tevens zou het de kwaliteit van seizoensarbeid vergroten. “Zo is er minder verloop en hoeven er minder mensen ingewerkt te worden”, vertelt Vermeiren.
De teler, die met zijn familiebedrijf zo’n 150 seizoensarbeiders in dienst heeft, voert nog een voordeel van de regeling aan: “Het is voor de tijdelijke arbeidskrachten met honderd dagen bovendien aantrekkelijker om naar België te komen.”
Belangenorganisaties hadden vanwege deze argumenten ingezet om het aantal plukkaartdagen ook dit jaar op honderd dagen te houden en eind vorig jaar bereikten werkgevers en werknemers hierover een akkoord. De overheid liet echter lange tijd op zich wachten. Reden van de vertraging waren de meerkosten voor de overheid. Binnen dit akkoord is niet alleen een verlenging van het aantal dagen voorzien, ook het loon gaat fors omhoog.
Einde aan onzekerheid
Vermeiren reageert verheugd op het groene licht van de overheid dat vorige week pas kwam. “We zijn zeer opgelucht dat we vanaf 1 juli onze seizoensarbeiders honderd dagen kunnen laten werken. Eindelijk is de onzekerheid weg en kunnen we de arbeidsplanning voor de rest van het jaar maken, zodat we weten op welke momenten we extra tijdelijke medewekers nodig hebben. We hopen met deze regeling makkelijker extra arbeidskrachten te kunnen vinden.”
Niet alleen de verlenging van het aantal plukkaartdagen verhoogt de aantrekkelijkheid van België. “Ook het verhogen van het brutoloon met een compensatie van de overheid was wenselijk. Zo liggen onze lonen in lijn met die van onze buurlanden”, besluit Vermeiren.
Tekst en beeld: Jerom Rozendaal