In november heeft Wageningen University & Research in Bleiswijk koel- en bewaarcellen voor het onderzoek in de bloembollen in gebruik genomen. De eerste bollen die in de nieuwe cellen worden bewaard, zijn opgeplante narcissenbollen.

Sinds april 2019 is het bloembollenonderzoek van Lisse naar de onderzoekslocatie in Bleiswijk verplaatst. Daar worden nu ook gestaag nieuwe faciliteiten voor neergezet. Naast de bollencellen komt er ook een nieuw laboratorium, speciaal voor het bollenonderzoek.

Minder residu

De problemen in de bloembollen zijn groot: vanuit de maatschappij wordt de druk om minder gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken steeds groter en er is ook een roep om minder residu op de bollen. Aan de andere kant zien we steeds strengere kwaliteitseisen bij de export van de bollen en komen er ook steeds minder middelen beschikbaar. Om deze cirkel te doorbreken is een radicaal andere manier van telen nodig: een systeemsprong.

Andere manier van telen

De bestaande kassen in Bleiswijk zetten we daarom komend jaar intensief in voor het nieuwe bloembollenonderzoek. Door de ontwikkeling van een nieuw teeltsysteem voor diverse bollen in het project Systeemsprong. Hierbij beginnen we met schoon uitgangsmateriaal, gaan dit versneld opkweken onder beschermde en optimale omstandigheden in kassen en tot slot telen we het buiten nog een jaar af tot een leverbare bol (éénrichtingssysteem). Bij dit systeem is de kennis van collega-onderzoekers die ervaring hebben in de glastuinbouw heel zinvol.

Tekst: Barry Looman