Warmte Coöperatie Kralingerpolder en het naastgelegen tuinbouwgebied Westerlee hebben de handen ineengeslagen, om gezamenlijk de energietransitie ter hand te nemen. In de polders zelf liggen geen kansen voor aardwarmte. Daarom wil het bestuur aansluiting vinden op een van de omliggende Westlandse aardwarmtebronnen. Ondertussen wordt ook in het Westland breed gewerkt aan een warmte-infrastructuur.

Met de toetreding van 15 glastuinbouwbedrijven uit Westerlee per 1 januari vertegenwoordigt de Warmte Coöperatie Kralingerpolder in De Lier nu 160 ha glasoppervlak. Westerlee was nog een blinde vlek op de kaart van warmtecoöperaties.
De aanleiding van de aansluiting is de uitkomst dat in dit deel van het Westland de ondergrond onvoldoende geschikt is voor aardwarmte. “Dit is recent duidelijk geworden. Onze strategie is er daarom nu opgericht om aan te sluiten bij een van de aardwarmtebronnen om ons heen. We zijn in contact met alle partijen”, vertelt Jacco Besuijen, voorzitter van de warmtecoöperatie. Hij verwacht dat eind dit jaar duidelijk is met welke partij(en) de coöperatie in zee gaat.
In het Westland zijn inmiddels een aantal aardwarmteprojecten operationeel, Geopower Oudcamp, Geothermie De Lier, Trias Westland, Maasdijk Groeneweg, Greenwell Westland en Aardwarmte Vogelaer. Drie hiervan liggen dicht bij de tuinbouwgebieden Kralingerpolder en Westerlee.

Warmtesysteem Westland

Om de ambities van de warmtecoöperatie waar te maken is op termijn de aanleg van een eigen warmtenetwerk nodig, voor de distributie van externe warmte. Dat kan naast aardwarmte ook restwarmte uit het Rotterdamse havengebied zijn, waarvoor ook plannen in de maak zijn. Zo’n netwerk kan vervolgens onderdeel worden van het Warmtesysteem Westland, een gebied dekkend warmtenetwerk voor geothermie, bio-energie, WKK’s en havenwarmte. In november 2018 werd hiervoor een haalbaarheidsonderzoek gepubliceerd. De reeds gerealiseerde lokale netwerken zijn bewust overgedimensioneerd aangelegd en kunnen als basis dienen.
Capturam en HVC nemen vooralsnog het voortouw van dit netwerk, waarbij distributie en warmteverkoop losgekoppeld moeten worden. Achter de schermen vindt overleg plaats over de tarieven voor de af te leveren warmte en de vastlegging van beheer en distributie.

ODE-verhoging

De warmtetransitie wordt niet geholpen door de enorme verhoging van de ODE (Opslag Duurzame Energie) op elektriciteit. Besuijen: “Het is een trend dat belichtende bedrijven daardoor teruggrijpen naar meer WKK-vermogen. Daar krijg je immers gratis warmte mee bij je elektriciteitsproductie. Die warmte hoef je niet meer extern af te nemen.”
Een bedreiging dus voor de ontwikkeling van externe warmteprojecten, stelt hij. “De ramingen voor benodigde externe warmtebehoefte worden momenteel steeds omlaag bijgesteld. Een vervelend neveneffect van de ODE-verhoging.”
Dit doet niet af aan de doelstelling van de warmtecoöperatie, volgens Besuijen. “Wij willen duurzame warmte in dit gebied krijgen. Consumenten gaan steeds meer op zoek naar het meest duurzame alternatief voor hun aankopen. Om die voorkeurspositie te verdienen bij de retail moet het Westland inzetten op duurzame energie.”

Tekst: Koen van Wijk