Teeltmanager Sander van Leeuwen wijst naar de kleine stukjes mos die tijdens het schoonspuiten van het kasdek op het gewas zijn gevallen. “Kijk daar, dat zat allemaal op de roeden en het glas. Straks gaat de regenleiding even aan en worden alle planten weer schoon gespoeld. Daar zie je later niks meer van.” Van Leeuwen oogt relaxed. Maar dat kan over een uurtje zomaar minder zijn. Dan is een afdeling met bloeiende phalaenopsis aan de beurt. En daar mag absoluut geen rommel op! Een goede communicatie met de ‘spuiter’ is dan allesbepalend.

Een keer in de twee jaar laat phalaenopsiskwekerij Opti-flor de binnenkant van alle kassen schoonspuiten door de medewerkers van loonbedrijf De 3 Koningen. Voor de buitenkant geldt een jaarlijkse frequentie, gelijktijdig met het verwijderen van de krijtcoating. Deze klus wordt een andere loonwerker gegund.

Drupplekken

Begin september was de binnenkant van de R&D-locatie in Poeldijk aan de beurt. De teeltmanager slaat nooit over. Van Leeuwen: “We hebben gewoon een schone kas nodig om het klimaat op een goede manier te handhaven. Ja, lichtinval is belangrijk, maar meer nog voorkomt schoonmaken de vorming van drupplekken in de kas. Je moet regelmatig algen en mossen van de opstelling verwijderen, anders wordt condens niet goed afgevoerd en druppelt het vocht op je planten. Zeer onwenselijk. Wil je een gezond en gelijk gewas, dan zul je dus regelmatig het glas en bijbehorend ijzerwerk aan de binnenkant moeten reinigen.” Bij Opti-flor gebeurt dat met leidingwater dat middels hogedruk tegen het dek wordt gespoten. Aan het water worden geen schoonmaakmiddelen toegevoegd.

Bloeiende stelen

In de R&D kas (1 ha) worden ruim 1.000 cultivars getest, van zaailing tot bloeiende plant. Een proces van meerdere jaren over verschillende afdelingen.
De spuiters werken in elke ruimte en komen dus elk groeistadium tegen. Gedurende de drie dagen dat het reinigen duurt, houdt Van Leeuwen dan ook nauw contact met de schoonmakers. “Je moet vooraf goede afspraken maken. Zeker over de afdelingen waar de phalaenopsis met bloeiende stelen staan. Hier moeten de schoonmakers heel zorgvuldig werken omdat anders rommel van het dek op het product valt, met schade als gevolg. De spuiters weten bijvoorbeeld dat ze daar een minimale afstand van 10 teelttafels moeten aanhouden. En op de locaties die meer geautomatiseerd zijn, is de interne logistiek een extra uitdaging. Dan ben je constant bezig om alles op elkaar af te stemmen: eerst trein weg, dan pas spuiten.”

Duidelijke afspraken

Natuurlijk brengt het spuitwerk ook wel wat chaos met zich mee. Er liggen haspels en slangen, de hangsteigers moeten regelmatig worden omgehangen en al het water verandert de luchtvochtigheid in de kas. Als alle afspraken netjes worden nagevolgd en iedereen flexibel met de omstandigheden omgaat, komt het snel weer goed. Vooral die flexibiliteit is belangrijk, meent de teeltmanager.
Als ’s middags de zon doorbreekt en de instraling oploopt, zal hij uiteindelijk echt het scherm dicht trekken. Jammer voor de spuiters, maar die moeten dan echt stoppen. Daarom is september zo’n goede maand om de werkzaamheden uit te voeren, vertelt Van Leeuwen. “De schermen blijven nu lang open en daarom kunnen de spuiters aaneengesloten doorwerken en zien goed wat ze doen. We hebben het ook wel eens in de zomer gedaan, maar toen moest ik ze al om 10.00 uur ’s ochtends wegsturen. Dan kun je ze wel ’s nachts laten komen, maar het werk is al zwaar genoeg, vind ik.”

Afdelingen met bloeiend gewas

Onder meer die arbeidsintensiviteit is reden dat niet veel partijen dit spuitwerk uitvoeren, meent Barry van Leeuwen, eigenaar van kasreinigingsbedrijf De 3 Koningen. Terwijl tegelijkertijd de vraag ernaar wel toeneemt. “Wij krijgen zelfs aanvragen binnen uit Spanje. Telers beseffen tegenwoordig heel goed dat structureel onderhoud van kasopstanden noodzakelijk is om de kwaliteit van hun product te borgen en ziektes buiten de deur te houden. Wil je dat een kas de gehele levensduur goed functioneert, dan zul je deze zowel van binnen als van buiten goed moeten verzorgen. Niet alleen het glas, maar ook de metalen constructiedelen. De condensgoten spoelen we via de buitenzijde schoon.”
Hij vervolgt: “En ja, bij staande sierteeltgewassen zonder wisseling is dat best lastig. Met phalaenopsis en andere potplanten op roltafels kun je meestal nog wat schuiven, maar met bijvoorbeeld roos en gerbera niet. Afdelingen waar die bloeien, spuiten we nooit. Alleen de ruimtes met blad gaan we in. Als het gewas dan uitgebloeid is, komen we gewoon weer terug. Dan maak je zo’n kas dus in fases schoon. En altijd met goed (leiding)water. Chemicaliën gebruiken we nooit.”

400 bar

De kasreiniger beaamt dat voor een goede uitvoering communicatie allesbepalend is. Vooraf spreekt hij nauwkeurig met de teler de ‘do’s and dont’s’ door. En bij het opstarten is hij altijd aanwezig om de medewerkers op weg te helpen. “Ik leg de link tussen de jongens en teeltman. Ze moeten met elkaar kunnen praten en elkaar snappen. Niet iedereen is dus zomaar geschikt om dit werk te doen.”
Daarnaast heeft het bedrijf ook de juiste spullen om dit werk te doen. “De hogedrukinstallatie van 400 bar bevindt zich in onze bestelbus, die zetten we gewoon buiten op de parkeerplaats neer. Vandaar uit rollen we zo’n 500 meter slang uit. Op de spuitlans na hoeven er dus geen machines mee naar binnen ofzo. Het enige wat we op locatie nodig hebben is een water- en elektriciteitsaansluiting. Plus een veilige werkomgeving. De buisrailsystemen moeten bijvoorbeeld sterk genoeg zijn om onze hangwagens te dragen. Ja, we zijn wel eens vertrokken bij een bedrijf waar we de constructie niet vertrouwden. Maar nogmaals, tegenwoordig besteden telers veel aandacht aan het onderhoud van hun kas, dus dat zit meestal wel goed.”

Tekst: Jojanneke Rodenburg, beeld: LD Photography