Bevlogen vertelt tomatenteler Paul van Schie uit Kwintsheul over aardwarmteproject Nature’s Heat, waarvan hij initiatiefnemer en operator is. Het avontuur waarmee hij in 2011 startte, is sinds eind maart 2018 operationeel. Dertien glastuinbouwbedrijven met diverse teelten krijgen hun warmte vanuit het eerste aardwarmteproject dat turnkey is uitgevoerd en afgedekt door verzekeringen. Het vormde de blauwdruk voor volgende aardwarmteprojecten.
Achter het bedrijf, op de plaats waar eerst de waterberging lag, zijn twee bronnen zichtbaar met dubbele rode afsluiters: de productiebron en de retourbron. De donkerblauwe pijp vanuit de bron met 88ºC warm water gaat via een wokkelvormige cycloon richting de ontgassingsbuffer naast het bedrijf. Het aanwezige aardgas wordt via deze ontgassingscyclus aan het productiewater onttrokken. Dit gas gaat via een gasdroger naar een gasketel om water te verwarmen of bij storing van de gasketel naar een gasfakkel.
Efficiënte warmteoverdracht
De donkerblauwe buizen, die op de bronnen zijn aangesloten, verdwijnen in de schuur met filters, pompen en warmtewisselaars, waarin de warmteoverdracht plaatsvindt naar het bovengrondse zoetwaterverwarmingssysteem. Dit krijgt een temperatuur van circa 84ºC. Het bronwater wordt terug gekoeld naar circa 35ºC en teruggepompt in de retourbron buiten. In de filterruimte staan drie rijen met filters: om het water vóór en na de onttrekking van de warmte te filtreren om neerslag en verstopping van de bron te voorkomen. Op een beeldscherm laat de tomatenteler zien hoe het hele proces onder controle is.
In vogelvlucht vertelt Van Schie over de geschiedenis van het project. Stap 1 in 2011 was een geologische quickscan om te bekijken of er voldoende geologisch potentieel was om aardwarmte te winnen. Er zou 3,4 megawatt aan winbare warmte zitten. Niet veel, maar genoeg om een opsporingsvergunning aan te vragen, stap 2.
Aanvullende eisen
Door een combinatie van gebeurtenissen, de bijvangst van aardgas en in enkele gevallen olie in het opgepompte water bij andere projecten en een blowout in Mexico, kwam het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) met aanvullende eisen. “In 2013 was ik de eerste teler met een opsporingsvergunning vanuit de nieuwe regelgeving.” Stap 3 was een groot geologisch onderzoek, gevolgd door een haalbaarheidsonderzoek voor de aanvraag van een subsidie in het kader van SDE (Stimulering Duurzame Energieproductie) en de SEI Aardwarmte. “Uit dit onderzoek bleek er 12 megawatt aan warmte te zitten. Nu is dit zelfs opgelopen tot 18 megawatt of meer.”
Risicospreiding
Tegelijkertijd speelde de financieringsaanvraag. “In 2013 was ik in gesprek met de Rabobank. Zij vonden de basis te klein. Belangstellende telers in de buurt hadden zich inmiddels al bij mij gemeld. We hebben nu een club van negen telers, die aandeelhouder zijn van Nature’s Heat. Uiteindelijk zijn we bij de ING Bank terechtgekomen voor de financiering. Voorwaarde van de bank was een turnkey project, waarbij het risico wordt neergelegd bij degene die het werk uitvoert. Daar stond ik achter”, vertelt Van Schie.
“In 2014 hebben de bank, Daldrup, March en Nature’s Heat dit turnkey-concept omarmd en zijn we aan de slag gegaan. Het SodM wilde dat boorbedrijf Daldrup & Söhne de toren liet keuren naar de Nederlandse olie- en gaswet en regelgeving. Daldrup richtte vervolgens GERF op als Nederlandse dochter, die turnkey geothermie projecten verzorgt voor de Nederlandse markt.”
Complete geothermie projecten
“Tijdens het hele aanvraag- en bouwproces hebben wij de leiding over het project genomen, van de aanvraag van de vergunningen tot aan de techniek. Wij hebben voor iedere fase intensief contact met de leden van de Aardwarmte Plaza groep. Ze vormen samen een team dat een heel aardwarmteproject uit kan voeren. Er is een goede onderlinge communicatie”, vertelt Jean-Pierre Schenkeveld, die al langer betrokken is bij geothermieprojecten onder andere in de rol van commercieel directeur bij GERF. Dit in samenwerking met Christian Klugstedt die managing director bij dit bedrijf is.
“GTS heeft de aanleg van de primaire zijde van de bovengrondse installatie en de besturingscontrole op zich genomen. Zij komen van oorsprong uit de petrochemie. In de glastuinbouw werken we met zoet water. Calor Holland is verantwoordelijk voor het zoetwater gedeelte”, geeft Schenkeveld als voorbeeld. Zo heeft ieder van de deelnemende bedrijven een taak.
Stappenplan
Het hele project bestaat uit een stappenplan. “Een deel van deze stappen hebben we zelf gezet: de aanvraag van de opsporingsvergunning, de aanvraag van de SEI Aardwarmte, de financiering, de boorlocatie en de omgevingsvergunning. GERF heeft zich tijdens de ontwikkeling van dit project gericht op het ontzorgen gedurende het traject”, zegt Van Schie.
Schenkeveld vult aan: “We hebben iets neergezet dat er nog niet was. Met de leden van de Aardwarmte Plaza groep hebben we nagedacht hoe we samen de beste installatie kunnen neerzetten. Ieder van de bedrijven heeft zijn eigen passie. Deze installateurs zijn onze beste adviseurs. We hebben hier de blauwdruk ontwikkeld voor een nieuwe aanpak, waarbij we de klant compleet kunnen ontzorgen. Het turnkey aannemen van een project, waarbij de risico’s in stappen zijn afgedekt door de verzekering, is nieuw.”
Operator
Het operatorschap kost Van Schie nu nog zo’n dertig uur per week. Een van de taken is om te zorgen dat alle afnemers voldoende warm water hebben in hun opslagtank. “Ik zit regelmatig ‘s avonds met een laptop op de bank”, vertelt hij. “Ik heb inzicht in alle warmteopslagtanks en draaischema’s van de WKK’s van de deelnemers.”
De basis is 0,24 megawatt/ha, maar iedere teler gebruikt op een andere manier warmte. Dat komt door de verschillen in warmtevraag vanuit de diversiteit in teelten en omdat er telers met een WKK zijn. “Er wordt al hard gewerkt aan automatisering om de warmtelevering te koppelen aan de vulpercentages van de warmwateropslagtanks. Als dat is gebeurd, hoef ik alleen nog maar te bepalen of de ESP pomp harder of zachter moet draaien. Je moet het leuk vinden en een passie hebben”, lacht hij.
Daarnaast heeft hij samen met zijn broer Cock en de zoon van Cock, Wesley een tomatenbedrijf L.A. van Schie, 11 ha groot, verdeeld over drie locaties en een sorteerbedrijf Tomselect op de locatie Hooghe Beer. Hier worden de tomaten gesorteerd en verpakt. ‘s Zomers verpakken ze ook paprika’s.
Verfijnen
Tijdens een kleine wandeling door de kas wijst Schenkeveld op de buisrailverwarming en de groeibuisverwarming in het gewas. Van Schie: “Nu werken we met een maximumbuistemperatuur van 45ºC. Dan kom je terug met een retourtemperatuur van 35ºC. In Nature’s Heat hebben we de afspraak om onder de 35ºC terug te leveren. Maar ik zie in de teelt dat het wel eens nodig is om meer verwarmingscapaciteit te hebben. Ik denk er over na om het net van de groeibuis uit te breiden. Dan heb je meer verwarmingscapaciteit en kun je makkelijker aan een retourtemperatuur komen van onder de 33ºC. Dat is ook beter voor de teelt.”
Schenkeveld voegt toe: “Het is mogelijk om het verwarmingswater nog verder terug te koelen door de bestaande kasverwarming opnieuw te bekijken en aan te passen. Een lagere retourtemperatuur geeft automatisch een hoger rendement in vermogen bij dezelfde flow uit de bron. Door een betere benutting van de warmtebron is het mogelijk nog meer aardgas te besparen en een lagere CO2 uitstoot te hebben.”
Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn en Fotostudio G.J. Vlekke