Piet Bakhuijzen gebruikt volledige organische bemesting voor de teelt van zijn waterplanten. Een bijeenkomst over de Kaderrichtlijn Water gaf de aanzet om van minerale op organische meststoffen over te gaan. De teler ziet een weerbaardere plant die rustiger groeit. De volgende stap is de omschakeling naar een biologische kwekerij, met Skal-certificaat.

Bakhuijzen heeft samen met zijn moeder Adrie en vrouw Jacqueline de waterplantenkwekerij Aqua Sifra op twee locaties in Boskoop en Hazerswoude-Dorp. Er worden ruim 220 soorten waterplanten geteeld, op een oppervlak van in totaal 3 ha. Dit is de drukste tijd van het jaar, vertelt hij. “Dat komt omdat we tegelijkertijd aan het stekken en zaaien, oppotten en afleveren zijn. We hebben veel soorten die nergens te koop zijn. Om deze planten te kunnen vermeerderen, moeten we zelf voor zaad en stek zorgen. Zaad winnen is het belangrijkste en moet heel precies gebeuren. Het zaad mag niet door elkaar komen, dan kun je er niets meer mee.”

Containerteelt op roltafels

De waterplanten vinden vooral hun weg naar handelaren en exporteurs, vertelt de teler, de tweede generatie op het bedrijf. De planten worden gebruikt voor zaken als groenaanleg in parken, natuurcompensatie voor projecten in de wegenbouw, waterpartijen in nieuwe woonwijken en de aanleg van natuurvriendelijke oevers, waarin inheemse soorten erg populair zijn. Ongeveer 10 procent gaat naar hoveniers en tuincentra. De teler ziet dat waterplanten ook gewild zijn in zwemvijvers. “De planten hebben een waterzuiverende werking, ze worden als een natuurlijk filter gebruikt. Vooral irissen zijn daar erg geschikt voor.”
De waterplantenteelt gebeurt in containerteelt op roltafels, zowel buiten als in de kas. Het liefst teelt Bakhuijzen buiten, vanwege het licht. Hij gebruikt de kassen om planten ‘aan te trekken’ en sommige soorten doen het binnen beter, aldus de teler. Omdat hij veel in pot teelt, wil hij voorsorteren op de Kaderrichtlijn Water (KRW), die vanaf 2027 van kracht wordt. Een watercoach van Hoogheemraadschap van Rijnland adviseerde hem naar de biologische teelt te kijken. Dan voldoe je gelijk aan alle wet- en regelgeving rondom de KRW, zegt hij.

Weerbaarder teeltsysteem

Bakhuijzen besloot eerst uit te zoeken of het mogelijk is om biologisch waterplanten te telen. Hij liep daarbij tegen een aantal knelpunten aan, zoals voeding en onkruidbestrijding. De teler nam contact op met Arie Bax van Van der Knaap Groep, van wie hij zijn substraat betrekt. Bax vertelt: “Voorheen mengden we minerale meststoffen door het substraat van Aqua Sifra, we zijn nu overgestapt op organische meststoffen. We hebben binnen het bedrijf testen uitgevoerd in de teelt van waterplanten, met als doel naar een volledig Skal-gecertificeerde teelt toe te werken. De aanpak is volledig organisch, met verhoogde doseringen compost, waarbij de bemesting wordt afgestemd op de behoeften van de plant.”
De organische meststoffen worden betrokken van DCM, een bedrijf dat producten met organische voeding en biostimulanten levert. Het doel van deze producten is om tot een weerbaarder teeltsysteem te komen, door meer bodemleven te creëren, zegt Marien Poot van de meststoffenleverancier. “Een gezondere plant begint bij een weerbare bodem. Onze producten geven een geleidelijke afgifte van stikstof aan het gewas, dat draagt bij aan lagere nitraatgehaltes in de plant. Hierdoor wordt het gewas minder ‘gejaagd’ opgekweekt en is het minder aantrekkelijk voor plagen. Daardoor krijg je hardere cellen en een steviger gewas.”

Geen kwaliteitsverlies

De waterplantenkwekerij werkt nu een jaar met het nieuwe voedingsrecept. Bakhuijzen krijgt de teelt met organische meststoffen steeds beter in de vingers. “Waar ik met minerale meststoffen nog wel eens tegenaan liep, was dat de planten te enthousiast groeiden”, zegt hij. “Soms ging het gewas zo hard, dat het ging platliggen, met uitval door verstikking tot gevolg. Dat betekende dat we de planten moesten afremmen. Nu zien we minder groei, maar nog steeds een goede, zelfs stevigere, plant.”
De kwekerij teelt veel verschillende soorten, Bakhuijzen weet nog niet van alle waterplanten hoe ze op de organische voeding reageren. Mogelijk hebben sommige soorten wat extra aandacht nodig, zegt de teler. “Maar in de proef die we hier hebben gedaan, heb ik geen drastische afwijkingen in kwaliteit gezien. Het ziet er veelbelovend uit.”

Voordelen groencompost

Met het nieuwe voedingsrecept komt de stap naar de omschakeling naar biologische tuinbouw voor de teler steeds dichterbij. Voor biologische teelt onder Skal moet hij aan de richtlijnen van het aandeel stikstof uit A-meststoffen en B-meststoffen voldoen. A-meststoffen zijn organische meststoffen die een biologische oorsprong hebben, zoals biologische kippenmest en groencompost. B-meststoffen zijn ook organisch, maar de oorsprong van de grondstoffen is niet volledig biologisch. De verhouding ligt op 70-30 procent.
De waterplantenteler is al vier jaar met A- en B-meststoffen aan het experimenteren. We zijn heel voorzichtig begonnen, zegt Bakhuijzen. “Aanvankelijk zaten er te veel B-meststoffen in het recept en te weinig A-meststoffen. Dan kom je met Skal niet uit. Maar je durft ook niet direct je hele bedrijf om te gooien.” Poot vervolgt: “In samenspraak met Van der Knaap hebben we het aandeel groencompost verhoogd met 5 procent zodat we in totaal op 15 procent uitkomen. Dan ga je hard in procenten omhoog in de A-meststoffen. Verder verwachten we dat uit compost genoeg kalium komt voor een goede NPK-verhouding.”

Meer speelruimte gewenst

Bakhuijzen is blij met het uitgekiende voedingsrecept, maar geeft aan dat er geen ruimte meer is om bij te sturen met meststoffen, mocht dat nodig zijn. Dan kom ik boven de Skal-grens uit, zegt hij. “Het zou mooi zijn als er in de boekhouding wat marge is om zo nodig wat extra voeding aan een plant te kunnen geven. Het ene gewas heeft wat meer meststoffen nodig dan het andere, dat is per soort verschillend.”
Daar wordt al over nagedacht, haakt Bax in. “Veel telers lopen tegen deze problemen aan. Dat is jammer, want de biologische teelt zou al veel verder zijn als de bandbreedte hierin wat groter wordt gemaakt. Dan zijn er meer telers bereid om over te stappen. De eisen van de retail en consument worden steeds hoger: de plant moet perfect zijn. De biologische sector is bezig hiervoor alternatieven aan te dragen, bijvoorbeeld om de normen voor sommige planten iets te verruimen.”

Biologische kwekerij

Bakhuijzen gaf al eerder aan dat naast voeding ook onkruidbestrijding een knelpunt was op weg naar een biologisch bedrijf. Ook daar zijn oplossingen voor, zegt hij. “We gebruiken bovendien veel minder chemische gewasbescherming. Voorheen behandelden we alles vier keer per jaar tegen luis, nu af en toe een klein hoekje. Daarnaast zijn we bezig met het inzetten van biologie, onder andere sluipwespen, om te helpen de luizen te bestrijden.”
Feit is dat we de stap naar een biologische kwekerij gaan maken, mét Skal-certificaat, maar daar hang ik geen termijn aan vast, besluit hij. “Dat kan volgend jaar zijn, mogelijk duurt het nog wat langer. We moeten er als kwekerij wel helemaal klaar voor zijn.”

Tekst: Annemarie Gerbrandy, beeld: Arjen Vos

 

  • Piet Bakhuijzen: “We zien met het nieuwe voedingsrecept minder groei, maar nog steeds een goede, zelfs stevigere, plant.”