De zomer is traditioneel de periode dat de Turkse mot het vaakst tot problemen leidt. Consultant Wim Voogt van Klep Agro ziet momenteel echter nauwelijks schade in de teelt van komkommer, tomaat en aubergine. Dat komt vooral omdat de meeste telers doordrongen zijn van de noodzaak om intensief te scouten en indien nodig snel over te gaan tot actie. Naar verwachting zullen sluipwespen in de toekomst een grotere rol gaan spelen in de bestrijding van Turkse mot.
Turkse mot is al decennialang een vaste waarde op komkommer-, tomaten- en auberginebedrijven. “Vrijwel iedere teler heeft ermee te maken”, zegt Wim Voogt. “De eerste rupsen duiken in april of mei op en kunnen tot het einde van de teelt voor problemen blijven zorgen. De rupsen brengen schade toe aan blad en vrucht. Om dit te voorkomen, moet je er als teler continu bovenop zitten.”
De noodzaak om intensief te scouten op rupsen van de Turkse mot nam de laatste jaren toe, door het wegvallen van diverse insecticiden. Dit jaar verviel bijvoorbeeld de toelating voor Nomolt. “Daarnaast heeft Runner een smallere toelating gekregen. Maar daar staat tegenover dat er vorig jaar ook een insecticide tegen Turkse mot is bijgekomen, namelijk Verismo. Maar desondanks zijn glasgroentetelers vandaag de dag vooral aangewezen op BT-middelen, ook om het aantal MRL’s te beperken.”
BT-middelen
In de glasgroenten kunnen volgens Voogt vijf tot zes BT-middelen worden ingezet tegen Turkse mot, die allemaal acht tot tien keer per jaar mogen worden toegepast. “Hiermee is de plaag in principe goed onder controle te houden. Mits je als teler dus intensief scout en indien nodig snel reageert. Wanneer je niet snel schakelt, loopt de situatie namelijk binnen no-time uit de hand; de Turkse mot vermeerdert zich enorm snel. En omdat BT-middelen gemiddeld genomen toch minder effectief zijn dan insecticiden, moet je er eerder bij zijn.”
Normale plaagdruk
Voogt adviseert telers om, naast het scouten van het gewas, ook deltavallen met feromonen op te hangen. “Daarmee kun je de motten vangen en tellen en indien nodig actie ondernemen. Kom je motten tegen, zet dan zo snel mogelijk een BT-middel in. Bij voorkeur zo’n drie keer na elkaar.”
Volgens de adviseur geven de meeste telers voldoende prioriteit aan het monitoren van Turkse mot. “Ze weten wat deze plaag teweeg kan brengen en dat het cruciaal is om er op tijd bij te zijn. Mede hierdoor is op dit moment sprake van een normale plaagdruk op glasgroentebedrijven. Ik heb nog geen locaties gezien waar sprake is van grote schade door Turkse mot.”
Positieve resultaten met sluipwespen
Naast de toepassing van insecticiden en BT-middelen zetten diverse telers inmiddels ook biologische bestrijders in tegen Turkse mot. “Wij doen op meerdere bedrijven proeven met Trichogamma-sluipwespen. De resultaten zijn positief: de inzet van deze bestrijders in combinatie met intensief scouten zorgt voor een lagere rupsendruk en daardoor ook minder bespuitingen. Ik verwacht dan ook dat sluipwespen een belangrijke troef gaan worden in de strijd tegen Turkse mot. Immers: iedere bespuiting, ook met BT-middelen, is slecht voor je gewas en biologie. Daarbij kost dit tijd én geld.”
Tekst: Ank van Lier