Begin deze week heeft Ferme Abattoir in Brussel de eerste geproduceerde vis gepresenteerd. Die is afkomstig van een stadsboerderij die glastuinbouw, visteelt en een daktuin combineert. Naar eigen zeggen is ze de grootste in zijn soort in Europa, gebouwd door het bedrijf Building Integrated Greenhouses (BIGH). Nu zijn alle onderdelen in productie. Bezien vanuit tuinbouwogen zijn de oppervlakten bescheiden, maar het project heeft een grote uitstraling en is het paradepaardje van de stadsland- en tuinbouw in België.
Het is een experiment met duurzame lokale productie met een sociaal gezicht. Het teeltbedrijf staat bovenop de markthal Foodmet, een grote versmarkt met vijftig stands op de locatie van de voormalige slachthuizen in Anderlecht.
Verandering voedselproductie
De stadsboerderij bestaat uit een kas van 2.000 m2 en een daktuin met dezelfde oppervlakte. De viskwekerij, die jaarlijks 35 ton gestreepte baars kan produceren, is in het gebouw zelf gevestigd. Inmiddels hebben ook paddenstoelenproducent Le Champignon de Bruxelles, gevestigd op hetzelfde terrein, en ECLO, een plant factory met microgroenten (à la Koppert Cress), zich bij het initiatief aangesloten.
BIGH streeft naar een verandering in de voedselproductie: lokaal geproduceerd, dicht bij de consument, op een duurzame manier. Dit wil zeggen: met een beperkt energieverbruik, benutting van afvalwarmte en loze dakruimte, gebruik van steeds weer bruikbare materialen (cradle to cradle) en waterbesparing. Plant factory ECLO profiteert bijvoorbeeld van de warmte en CO2 die vrijkomen bij de paddenstoelenproductie van het andere bedrijf.
De medewerkers van de daktuin zijn veelal cliënten van Atelier Groot Eiland, een organisatie die mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (weer) aan het werk helpt en zo armoede bestrijdt.
Vol in productie
Met de presentatie van de eerste visproducten is de stadsboerderij nu volledig operationeel. In de kas groeien cherrytomaten op Growbags van Greenyard in hangende teeltgoten en kruiden in potten. Volgens eigen zeggen gebruikt het bedrijf in de kas geen gewasbeschermingsmiddelen. Op de daktuin wordt een diversiteit aan bladgewassen en kleinfruit geproduceerd.
De gewassen worden bemest met de uitwerpselen van de baars. Het bedrijf beschikt over een warmtepomp die zorgt voor warmte en koude (voor de koelcellen van de versmarkt). Daarnaast is er een gasverwarming die tevens de benodigde CO2 voor de kas produceert. Het elektriciteitsverbruik wordt deels ingevuld door zonnecellen. Gietwater komt zoveel mogelijk van opgevangen neerslag.
In zijn algemeenheid is een circulaire aanpak het uitgangspunt. Met dat uitgangspunt zal het bedrijf zich de komende jaren verder ontwikkelen en zoeken naar zinvolle samenwerking op het gebied van duurzaamheid tussen de verschillende betrokken bedrijven.
Tekst: Tijs Kierkels. Foto: Daina Le Lardic/Isopix.