‘Inkomen gemiddelde glasgroenteteler historisch hoog’. Van die kop boven het persbericht van LEI-Wageningen UR van begin december 2015 schrok hoogleraar Olaf van Kooten zich lam toen hij het las. “Meteen bekroop mij weer het oude gevoel dat iedereen terugschiet in de kramp dat het toch wel weer goed komt als we maar meer van hetzelfde doen. Maar komt het wel goed als iedereen op dezelfde voet doorgaat?”, zo vraagt hij zich hardop af.
De toeleverende kassenbouwers en installateurs hebben het razend druk met allerlei opdrachten in het buitenland, weet Van Kooten. Ook in Nederland trekt hun werk weer aan, maar dat is toch vooral achterstallig onderhoud dat nodig moet worden gedaan. Hij vreest dat iedereen op de oude voet doorgaat en hoopt dat het volgend jaar weer zo’n drama wordt in het buitenland, zodat dit weer mooie prijzen oplevert. “Dat is echter een risicoprofiel waar geen bank meer instapt”, waarschuwt hij. “Als we weer van die mooie prijzen krijgen dan zal het buitenland zijn stinkende best doen om ons links of rechts te passeren met negatieve marges bij ons als eindresultaat.”
Ondernemers zitten heel erg vast in hun zoektocht naar nog efficiënter, nog energiezuiniger of nog duurzamer te produceren, uiteraard tegen de laagste kostprijs. Zelfs onder zijn studenten, de toekomstige tuinbouwondernemers, bespeurt Van Kooten nog steeds die traditionele gedachtegang. Het kost heel veel moeite om hen, maar ook groepen ondernemers op andere gedachten te brengen. Samen een keten inrichten, waarin ieder zijn expertise inbrengt, zich onmisbaar maakt en dus ook zijn marge behaalt, blijkt nog steeds ontzettend moeilijk.
De hoogleraar spoort daarom ondernemers aan om de markt anders te benaderen met veel hoogwaardige producten die hun meerwaarde terugverdienen, omdat consumenten er naar vragen. “In België lukt dat namelijk ook. Gebeurt dat niet, dan betekent dat het einde van de Nederlandse tuinbouw. Zo hebben we ooit de textielindustrie en de scheepsbouw verloren. We moeten echt anders gaan denken, de keten in gaan en zorgen dat we daar de mensen echt kunnen ontzorgen. De sector moet leren omdenken.”
“Neem nu boerenkool. Dat product ligt nu in een kleinverpakking als snack van 40 gram bij Albert Heijn. Het zijn gezonde chips die gemaakt zijn van gedroogde biologische boerenkool en het wordt verkocht voor € 85,- per kilo. Iemand is daar anders gaan denken. Niet groter, maar beter”, besluit hij.
Tekst en beeld: Pieternel van Velden