Dieter Baas zijn recente column op deze plek over ‘TopTalent’ deed mijn wenkbrauwen fronzen. De verwijzing naar een lezing van Pieter Hemels van FTRPRF over inclusiviteit en de kracht van bedrijven om talent aan zich te binden met ‘fantastische voorwaarden’ doet een adoratie vermoeden die niet de mijne is. Als ik even duik in de genoemde club dan is dat weer typisch zo’n verspilling van talent waar de wereld vol mee zit, allemaal mensen die geen brood bakken, geen auto poetsen en zeker geen tomaat telen. Voor hen geen zweetlucht maar prachtige verhalen en hoogdravend ‘adviseren’ over het inpassen van ‘inclusiviteit’. Dit het liefst in het Engels, dat geeft toch meer cachet. Ze willen je tegen vette facturen echt wel vertellen hoe jij inclusiever kan worden. In het gunstigste geval leren ze je ‘hoe je jezelf beter kunt verkopen’, maar werkelijk iets toevoegen? Vergeet het maar.
Hun laatste publicatie ‘Is money stopping the world go round?’ lezend, valt me hun kritiekloze verheerlijking op van Patagonia. Deze club verkocht zichzelf met een prachtverhaal op een manier die ze een slordige 700 miljoen aan belasting bespaarde en waarbij alle macht toch in de familie bleef. De winst wordt beloofd aan goede doelen, dat wel, maar de verkopende opa van ver in de tachtig had op financieel gebied toch al voldoende voor zijn nazaten gezorgd. Daarnaast kunnen ze met hun nieuwverworven status nu onbeperkt doneren aan politieke doelen. Daarmee stijgt hun invloed op die politiek. “Het is Amerika, dus het zal wel” kun je denken, maar toch. Als we zien welke krachten onze eigen democratie ontwrichten, welke afspraken er plotseling in regeerakkoorden blijken te staan over zaken die in geen enkel verkiezingsprogramma voorkwamen, (voorbeeld: afschaffing dividendbelasting) en hoe het onbenul gekoppeld aan onkunde fanatiek wordt doorgedrukt, (voorbeelden stikstof onzin en pensioen verkwanseling) dan hou je toch je hart vast.
Dus Dieter, zoek je ‘TopTalent’?
Open je ogen, kijk om je heen en zie welk ‘TopTalent’ er momenteel al voor je aan het werk is.
Het is alweer een tijdje geleden dat ik baassie mocht spelen, maar ons bedrijf zat vol met ‘TopTalent’. De medewerkster die we overnamen uit een failliete boedel, die dag en nacht in de weer was om de telefoontjes, mails en elektronische orders om te zetten naar te verwerken productie en deze weer op tijd, voorzien van veilinglijsten, de deur uitwerkte. Helemaal top. De Marokkaanse reus die met haar meekwam en altijd bereid was nog even die ene wagen weg te rijden. Helemaal goud. “Is goed joh” lag zo’n beetje op zijn lippen bestorven. Dan was er nog de ex-rozenkweker die vanuit huis voor het slapen gaan nog even alle afdelingen op de klimaatcomputer naliep om te controleren of alles naar behoren werkte en ook nog de jongens die bij het bedrijf woonden en daardoor met regelmaat hun bed uit mochten omdat er toch ergens een alarm klonk.
Lang niet iedereen met een officiële functie en niemand, nee NIEMAND met ‘fantastische voorwaarden’, maar gewoon omdat het moest. En nee, de productieleider die genoeg had aan de jaarlijkse planning om ervoor te zorgen dat elke plant, elk stekje, elke moederplant en elke oprisping op tijd werd opgezet en die tussendoor ook nog kans zag met haar team de (soms wel erg) grote orders ook nog even op te rapen is nergens gescout, niet aangebracht door een headhunter, maar was dat meisje dat de kantine ook nog even deed en waarvan wij dachten “zij kan het wel”. En ze kon het ook, met haar zuster jaar na jaar, of ze zes man moesten runnen of zestig, het liep als een zonnetje. Als je haar haar gang liet gaan dan lukte altijd alles. ‘TopTalent’ dat we aan ons wisten te binden.
Dan heb ik het nog niet gehad over dat joch dat op zijn elfde al kwam aanrennen en met me is opgegroeid. Overal inzetbaar, altijd twee stappen vooruitdenkend. Decennia heb ik moeten zeggen ‘rustig maar’, dat was na ruim 40 jaar minder vaak nodig, al waren er nog steeds weinig die hem konden bijhouden. En er was ook nog dat groepje uit Polen wat jaarlijks in oktober neerstreek, meer dan dertig jaar lang hielpen zij ons door de kerstdrukte. Toen ze in de tachtiger jaren voor het eerst aan het werk gingen kregen ze ‘gewoon’ een BS-nummer, daarna deed onze overheid ze in de ban en mochten ze jaren niet op de loonlijst. Gelukkig mochten ze daarna weer door, gewoon met hun ‘oude’ nummer.
‘TopTalent’ is niet zo schaars en je hoeft geen capriolen uit te halen om het te binden. Je moet ‘talenten’ om je heen herkennen en ze de ruimte geven zich te ontplooien. Het is me maar 1 keer overkomen dat een talent zichzelf als zodanig voorstelde. “Ik ben Steve en ik ben ontzettend goed. Je bent een sukkel als je me niet aanneemt”. Ik was geen sukkel. Nog veel meer kan ik er benoemen, maar de column is vol en dan moet je stoppen. Dus helaas, dat meisje dat kwam aanfietsen en dacht dat de eerste afdeling die ik haar liet zien ‘de hele tuin’ was, die later al onze planten mocht kweken en nu nog steeds op mij past, die laat ik maar onbesproken. Evenals de tientallen anderen die veel voor ons betekenden maar waar in deze column geen ruimte meer voor is.
Wees zuinig op je eigen ‘TopTalent’, koester je mensen en zorg dat ze optimaal hun werk kunnen doen. Ontplooi daar jouw talent als ondernemer.
Hans de Vries (was vroeger potplantenteler)
Hans@FrogsFarms.com