Twee jaar geleden besloten Cora en Marien Lekkerkerk uit ’s-Gravenzande om hun potgerbera’s voortaan op andere, duurzamer wijze te telen. “Op oude voet doorgaan lijkt me een heilloze weg”, verklaart Marien. “Het wordt om tal van redenen steeds lastiger om dat vol te houden. Onze transitie vergt nog een hele reis, maar twee jaar omdenken heeft al heel veel gebracht.”

Lekkerkerk speelde al enige tijd met de gedachte om over te schakelen op een meer natuurlijke manier van telen, toen hij vorig jaar bij toeval in contact kwam met ecologisch teeltadviseur Theo van der Knaap. “We hadden direct een klik en een lang, goed gesprek. Dat werden er meer”, verwoordt de teler en veredelaar van potgerbera’s. “Hij begreep wat ik wilde en kon dat vertalen in een aansprekend concept en een concreet, goed onderbouwd stappenplan. Ons doel is weerbare planten telen, die nagenoeg zonder chemische ingrepen kerngezond over de eindstreep komen. Dat is na amper twee jaar al voor een groot deel gerealiseerd.”

Bergbeekje

Eén van de pijlers onder het duurzame teeltconcept is vitaal gietwater, dat actief bijdraagt aan een gezonde wortelomgeving. Op meerdere punten in het watersysteem zijn venturi’s geplaatst die het water beluchten. Daarnaast ligt er tien meter open leiding met een grindbed, dat licht toelaat en het water laat wervelen. De teler: “Je zou kunnen zeggen dat onze planten worden gevoed door een bergbeekje met levend, vrij stromend water. Bijkomend voordeel is dat ik geen chloor, waterstofperoxide of ontsmetter nodig heb om dat zo te houden.”
Ook de drainputjes en de zeefbocht waarlangs het retourwater wordt geleid, hebben een grindbed om het water vitaal te houden. Lekkerkerk: “Het zuurstofgehalte is overal maximaal, blijkt uit de metingen. Voor de aanpassingen lag dat gemiddeld een derde lager.”

Biostimulanten

De teler voegt ook biostimulanten toe die de weerbaarheid zouden ondersteunen, zoals een siliciumhoudend product, aminozuren, zeewierextract en zeezout. Het geheel aan maatregelen levert planten op die zichtbaar en voelbaar sterker zijn. “Gerbera is een relatief zachte plant, die van ons zijn nu merkbaar steviger”, zegt de Westlander stellig. “Ze zijn minder vatbaar en minder aantrekkelijk voor ziekten en plagen. De microflora in het wortelmilieu laten we regelmatig analyseren en die is veel beter in balans dan twee jaar geleden. We zijn zeker niet vrij van plagen, maar de druk is duidelijk lager en ze zijn beter beheersbaar.”
Biologische bestrijders ontbreken op het bedrijf, omdat de teeltduur te kort is om deze effectief in te kunnen zetten. Met de voornoemde additieven en groene middelen zoals ER II en BotaniGard houdt de teler de druk laag. “Vorig jaar ging het al duidelijk de goede kant op en die lijn zet nu door. Ik heb dit jaar twee keer chemisch gecorrigeerd tegen trips en wittevlieg, in het voorjaar en eind juli. Doordat we die middelen nauwelijks meer gebruiken, werken ze bovendien beter. Het is een verademing.”

Van wit naar bruin brood

De transitie bij Pinc Plants is nog in volle gang. Waar nog behoorlijk aan wordt gesleuteld, is de bemesting. Dankzij (onder andere) een lagere stikstofgift zijn de planten stugger en minder aantrekkelijk voor plaaginsecten. De teler past ook enkele organische meststoffen toe. “We komen stap voor stap dichter bij ons doel om ook op dit vlak biologisch te werken”, zegt Lekkerkerk voordat hij afsluit met een aardige beeldspraak. “Theo van der Knaap zegt weleens dat ziekten en plagen van witbrood houden. Dat zijn planten die op alle fronten worden opgejaagd, wat ten koste gaat van hun weerbaarheid. Wij zijn nu bezig om van wit brood bruin brood te maken. De kers op de taart is dat dit gepaard gaat met minder plantuitval en lagere teeltkosten.”

Tekst: Jan van Staalduinen