Een jaar geleden besloot tomatenbedrijf Gardeners Pride in Beetgum de verticale ventilatoren om te bouwen. Tegelijkertijd is de capaciteit fors verhoogd. Dit proces had wel wat voeten in aarde, vertelt bedrijfsleider Tim Schinkel. “Het is veel makkelijker om een installatie aan te leggen in een nieuwe kas dan in een bestaande”, vindt hij.

Gardeners Pride doet mee met het project Monitoring van Kas als Energiebron. Onderzoekers van Wageningen University & Research volgen bedrijven die investeren in Het Nieuwe Telen (HNT) en in nieuwe technieken om energie te besparen. Het verslag van de metingen bij Garderners Pride en Greenco in Middenmeer was eerder te lezen in Onder Glas.

Onvoldoende capaciteit

Het Friese bedrijf installeerde al vroeg (2014) verticale ventilatoren om HNT toe te passen, voordat de zogenaamde brievenbusinlaat werd uitgevonden. Uitwisselen van kaslucht met de luchtlaag boven de twee schermen gebeurde via een gat in de schermdoeken. “Dat systeem werkte niet optimaal”, vertelt Schinkel. Door het openen en sluiten van de schermen schoof het gat voor de luchtkoker. Bij metingen bleek de capaciteit daardoor geen 12 m³, maar 7 m³ per uur te zijn. Bovendien klapperde het onderste lichtuitstootscherm door de luchtbeweging.”

Kaslucht beter koelen

Het bedrijf besloot daarom het ventilatiesysteem aan te passen. De bovenste Ventilation Jet’s zijn daarbij vervangen door exemplaren met een hogere capaciteit. De onderste ventilatoren bleven gelijk. Ook kwam er een inlaat in de vorm van een brievenbus, zoals inmiddels op meerdere bedrijven wordt toegepast. De schermen werden hersteld op de plaatsen waar ze open zijn geweest.
“We begonnen in de zomer enthousiast met het aanpassen van het systeem, maar pas in februari draaide alles naar wens. De draadloze aansturing van de VJ’s was de voornaamste oorzaak van de vertraging. Bij ons hangen de lampen boven het pad, dus de ventilatoren boven het gewas. Daarom moesten we ook aanpassingen doen om de gewasdraden goed langs de apparatuur te geleiden”, legt hij uit. Het lijkt er inmiddels op dat de nieuwe installatie beter in staat is om voldoende kaslucht te koelen tijdens de belichtingsperiode. “Het ontvochtigen vraagt nog wel de nodige aandacht”, vindt de bedrijfsleider.

Tekst: Pieternel van Velden