Tijdens mijn vakantie door Duitsland en Polen vielen de landerijen mij op. Grote velden met voornamelijk maïs, tarwe, koolzaad en bieten. Weinig diversiteit, omdat het land daar niet veel meer mogelijkheden biedt. De kavels varieerden in mijn beleving tussen de 1 tot wel 20+ hectare, waren heuvelachtig en voor ons een mooi aangezicht met prachtige houtwallen en natuurlijke kavelafscheidingen.
Uit gesprekken met enkele lokale boeren kwam naar voren dat zij enkele hectares eigendom op diverse plekken hebben waardoor er veel variatie lijkt te zijn. Ruilverkaveling zoals bij ons van na WOII kennen ze daar niet.
Terug in Nederland valt de structuur en georganiseerdheid van ons landschap extra goed op. Of deze structuur zorgt voor minder biodiversiteit vraag ik mij af. Onlangs stelde iemand dat de afname van biodiversiteit door de landbouw komt door haar monocultuur en pesticiden en dat dit een wetenschappelijk vaststaand feit is. Dat laatste triggerde mij, vooral ook door de recente discussie tussen Jan Willem Erisman en Arnout Jaspers over de verschillende wetenschappelijke manieren van uitleg in het stikstofdebat.
In gesprek met mijn vader over de pesticiden refereerde hij aan de giftige middelen, zoals DDT en Gramaxone, die vroeger werden gebruikt. Afname van biodiversiteit, terwijl de middelen veel krachtelozer en groener zijn geworden, roept toch de nodige vraagtekens op. Bij de WUR kreeg ik als antwoord dat de genetisch uniformiteit waarschijnlijk eraan bijdraagt en dat het helpt om de ruilverkaveling teniet te doen en terug te gaan naar de natuurlijke afscheidingen. Een bevriende boer somde op over het unieke Nederlandse teeltrotatiesysteem en dat de kavels hier klein zijn ten opzichte van de grote velden in grote landen, zodat je niet van monocultuur kunt spreken geografisch vergeleken. Er resten mij dus meer vragen dan antwoorden helaas.
Al met al zijn er dus biodiversiteitsverschillen tussen vroeger en nu. Of dat door de boeren komt zoals sommigen mij willen doen geloven door te wijzen op ‘wetenschappelijke onderzoeken’ of door andere oorzaken weet ik niet. Feit is dat er veel meer mensen, auto’s, steden, straling en onttrekking van water is dan vroeger. Terug naar een vroegere biodiversiteit lijkt me daarom vooral een droom voor natuurhistorici. Misschien heeft mijn vader wel gelijk als hij stelt dat de natuur zichzelf altijd weer in balans brengt.
Dieter Baas, perkplantenteler in Ens