Hogedraad komkommers telen gedurende de wintermaanden met een gasverbruik van maximaal 10 m³/m² en een elektriciteitsinzet van 100 kW/m². Voor velen leek dit een utopie. Maar het kan wel degelijk, zo werd afgelopen winter aangetoond in het project ‘Komkommerteelt jaarrond in balans met minimaal energieverbruik’. Volgens de onderzoekers creëren de resultaten extra toekomstperspectief voor de jaarrond hogedraadteelt .
Trots. Dat is het gevoel dat overheerst tijdens het gesprek met Maarten Vliex en Frank Huijs van onderzoeksinstituut Botany in Horst, als het gaat om de resultaten van het project gericht op de winterteelt van hogedraad komkommer met minimale energie-inzet. “De doelstellingen waren echt ambitieus, heel veel mensen dachten dat het niet haalbaar zou zijn”, zegt Frank Huijs, projectleider bij de onderzoeksinstelling.
Maarten Vliex, directeur bij het onderzoeksinstituut, beaamt dat. “Het is ontzettend mooi dat het wel is gelukt. Maar de complimenten zijn voor alle betrokkenen bij het project; voor het aangesloten consortium aan bedrijven en vooral ook voor de telersgroep, die het project begeleidde. De telers zaten er heel kort op en kwamen wekelijks kijken. Daarin schuilde mede de kracht van dit project. Zonder deze samenwerking hadden we het niet voor elkaar gekregen. ‘Alleen ben je sneller, maar samen kom je verder’, dat heeft dit project wel bewezen!”
Nieuwe werkelijkheid
Het project, dat in oktober 2022 van start ging, was een follow-up van een eerder project op de onderzoekslocatie in Horst. Hierbij lag de focus op de ontwikkeling van een gedegen en schaalbaar teeltrecept voor de jaarrondteelt van hogedraad komkommer. Toen dit recept er lag, werd de glastuinbouwsector overvallen door een nieuwe uitdaging: de explosieve stijging van de energieprijzen. Dit bracht de vraag met zich mee hoe een jaarrondteelt van hogedraad komkommers rendabel kon worden gemaakt in deze nieuwe werkelijkheid. Dat was de hamvraag in het project dat in oktober vorig jaar startte en eind maart afliep.
Het project werd mogelijk gemaakt door het Ministerie van LNV, Glastuinbouw Nederland, Kas als Energiebron en de gewascoöperatie Komkommer. Het onderzoek werd uitgevoerd in een proefkas van 260 m² met hoofdras Dee Flexion, licht Vliex toe. “De teelt vond plaats onder het LED-spectrum (Signify) dat in het eerdere project als meest ideaal uit de bus was gekomen: 74% rood, 8% blauw, 9% groen en 9% verrood licht.”
Aangepaste schermstrategie
De doelstellingen qua energieverbruik waren heel ambitieus. In de winterteelt van 25 weken mocht maximaal 10 m³/m² gas en 100 kW/m² aan elektriciteit worden ingezet. De cruciale vraag is natuurlijk hoe de onderzoekers dit wisten te realiseren. “Normaal gesproken zit je bij hogedraad komkommer al snel op een gasverbruik van 25 kuub per vierkante meter. Dus we moesten echt fors terug”, zegt Vliex. “Hier hebben Frank en ik, samen met collega-teeltman Bram Rongen, de schouders onder gezet. Bram hield continu de beoogde doelstelling in het oog en de theoretische berekeningen van Govert Trouwborst van Plant Lighting hielpen ons om onderbouwde keuzes te maken.”
Het aanpassen van de schermstrategie in combinatie met ontvochtigen vormde de belangrijkste troef in het reduceren van het gasverbruik. “In de proefkas hingen twee energieschermen en we zijn vooral anders en méér gaan schermen. Energiebesparing vormde steeds de leidraad in de schermstrategie.”
Dit betekende concreet dat de onderzoekers de schermen alleen openden wanneer de stralingswarmte die kon worden binnengehaald hoger uitkwam dan de warmteverliezen die optraden. “En natuurlijk keken we ook hoeveel meer licht we binnenhaalden, als we de schermen openlieten. Dat moest echt zorgen voor een duidelijke plus in de assimilatie. Soms was je zoveel extra energie kwijt om wat extra micrcomolen binnen te halen, dat dit niet in verhouding stond. Deze afwegingen maakten we continu en zoals gezegd was energiebesparing altijd leidend. Hierdoor hebben we beduidend méér geschermd dan in een reguliere winterteelt hogedraad komkommer.”
Omdenken
Huijs geeft aan dat deze andere schermstrategie op sommige momenten wel de wenkbrauwen van de betrokken telers deed fronsen. “Zij stonden dan in de kas en zeiden: hé, de zon schijnt, waarom is het scherm dicht? Dan moesten we hen echt overtuigen dat het dichthouden van de schermen per saldo meer opleverde.”
Vliex geeft aan dat het in feite ‘omdenken in hogedraad komkommer’ was. “En cruciaal was ook dat sprake was van een goede vochtafvoer. Dat gaat hand in hand met intensief schermen. Hiertoe hing in de onderzoeksafdeling een Air & Energy-klimaatbeheersingssysteem van Maurice Kassenbouw. Met dit systeem werd de vochtige lucht uit de kas onttrokken.”
Volgens de onderzoeker werkte het systeem naar behoren en was sprake van een goede vochtafvoer en een actief kasklimaat. “De planten bleven actief, waardoor de verdamping op orde bleef. En dat kwam de productie weer ten goede.”
Inzet verrood een must
Om elektriciteit te besparen werd gekozen voor 180 in plaats van 240 µmol/m².s. Uit een eerdere proef bleek dat dit laatste lichtniveau optimaal is in hogedraad komkommer. Daarnaast hingen er dimbare LED-armaturen. “We hebben gedurende de proef steeds heel kritisch gekeken hoeveel en welk type spectrum − voornamelijk wat betreft verrood licht − op een bepaald moment nodig was”, zegt Vliex. “Hierbij maakten we vooraf een prognose van de hoeveelheid buitenlicht: aan de hand daarvan keken we op welke manier we de assimilatiebelichting het meest effectief konden inzetten. En op zonnige dagen gingen de lampen volledig uit.”
De onderzoekers keken daarnaast kritisch naar de inzet van verrood licht, aangezien dit type licht volgens hen minder energie-efficiënt is. “Ons idee was dat we de inzet van verrood na de jaarwisseling langzaam zouden kunnen afschalen, om zo extra elektriciteit te besparen. Maar dat bleek niet zo eenvoudig. We zagen meteen een negatief effectief op de bladstand; de bladeren gingen hangen. En dit fenomeen zagen we bij alle rassen in de proef. De conclusie was dat de inzet van verrood licht in december, januari en de eerste helft van februari een must is. Wat dat betreft liepen we dus wel tegen grenzen aan en was er op elektriciteitsvlak geen extra winst te behalen met de technische middelen die op dat moment voorhanden waren.”
Twee stromingen
De kwaliteit en houdbaarheid van de geoogste komkommers was goed. Wel kwam de productie lager uit. “Maar dat is logisch”, geeft Huijs aan. “We hebben op dit moment nog niet inzichtelijk op welk niveau de productie precies lag. Maar uiteindelijk is dat niet wat telt. Het gaat om het bedrag onder de streep; wat kost het om een komkommer op deze manier te produceren? Dat zijn we nog op een rij aan het zetten.”
Wat het optimum is, is volgens Vliex lastig te zeggen. “Mijn gevoel zegt dat we het gasverbruik nog verder zouden kunnen reduceren, tot misschien wel 7 kuub per vierkante meter. Door andere plantafstanden, nog beter te sturen op verdamping, het installeren van een derde scherm, et cetera. Het is echter de vraag of dit wenselijk is. Het ideale plaatje qua kosten en productie zal verschillen per teler. En hangt bijvoorbeeld af van het energiecontract dat je al dan niet hebt. Ik verwacht dat er op lange termijn twee ‘stromingen’ zullen ontstaan: telers die gaan telen op de manier zoals wij in de proef hebben gedaan en volop investeren in hightech-systemen en komkommertelers die gaan voor lowtech, en alleen produceren van februari tot november.”
Bepalende rol voor afnemers
Huijs benadrukt dat vooral afnemers een bepalende rol hebben in de keuzes die telers maken. “Als zij niet willen betalen voor Nederlandse komkommers die in de wintermaanden met hightech systemen worden geproduceerd, houdt het natuurlijk op. Dan is deze aanpak niet levensvatbaar. Maar met dit onderzoek hebben we de wereld laten zien dat het kán, komkommers telen in de winter met minimale energie-inzet. Deze resultaten bieden in ieder geval extra perspectief voor de jaarrond hogedraadteelt van komkommer in ons land.”
Komkommerteler Gert van Bussel:
‘Positief verrast door gewasgezondheid in proef’
Gert van Bussel van Snack Products, met vestigingen in Asten, Asten-Heusden en Grashoek, was één van de komkommertelers die het project begeleidde. Hij geeft eerlijk toe dat hij de doelstellingen qua energieverbruik vooraf heel hoog gegrepen vond. “Ik dacht: dit gaat niet lukken”, zegt hij.
“Ik verwachtte vocht- en kwaliteitsproblemen en ging ervan uit dat de ziektedruk zou toenemen. Maar de gewasgezondheid in de proef heeft mij positief verrast. Duidelijk is wel dat ontvochtigen een must is bij de gehanteerde aanpak. Mede ingegeven door de proefresultaten overwegen wij als bedrijf nu ook te gaan investeren in een ontvochtigingssysteem.”
De teler is van mening dat de proefresultaten zeker perspectief bieden voor de toekomst. “Maar ik heb wel mijn twijfels of deze teeltaanpak, met alle investeringen die hierbij komen kijken, rendabel is. Zeker omdat de diverse installaties en systemen in de proef nog niet voor honderd procent werden gebruikt. Daar zullen we wel naartoe moeten om dit rond te kunnen rekenen en verantwoord en duurzaam te kunnen telen.”
Tekst en beeld: Ank van Lier en Vidiphoto