Bij elkaar opgeteld hebben ze bijna dertig jaar voorzitterschap op de teller staan. Soms ging het er pittig aan toe in de bestuursvergaderingen, maar uiteindelijk leverde het toch weer een geslaagde editie op van Kom in de Kas. “Verbinden. Dat is de belangrijkste eigenschap die een voorzitter moet hebben. Naast geduld en zakelijkheid natuurlijk.”

“Hoe zit het nu precies in elkaar? Ik zeven jaar. Ja, ik ook zeven jaar. Ik vijftien. En wie volgde wie ook alweer op?” Aan het woord zijn de huidige voorzitter van het bestuur Aad van der Wilt uit Mijdrecht en oud-voorzitters Siem Keyzer uit de Lier en Wim van Delft uit Rijnsburg. Wim volgde Siem op en daarna kwam Aad in beeld. Lang voor hen was Dick van der Vaart uit Sion bij Delft al voorzitter.
Hoe het precies is gelopen is lastig uit te pluizen, want een deel van de archieven van de Landelijke Open Dag Commissie is verloren gegaan bij de verhuizingen van NTS naar LTO Groeiservice en uiteindelijk LTO Glaskracht. Hoe dan ook, Kom in de Kas heeft vele stormen doorstaan en is desondanks door de tijd niet zo heel erg veel veranderd, hooguit professioneler geworden. Maar nog steeds vinden ze alle drie de open dagen veruit het meest efficiënte en geslaagde middel om de tuinbouw te promoten. De grootste troef is dat zoveel vrijwilligers bereid zijn om het verhaal van de tuinbouw te vertellen, zonder een commerciële insteek.

Spontane start

Het was de tijd van nieuwe tuinbouwgebieden, als Madestein bij Den Haag en Sion bij Delft. De tijd van vooruitgang en baanbrekende innovaties, zoals de teelt op steenwol, die de tuinbouw professioneler maakten. Vrij spontaan besloten groepen telers een open dag te houden om burgers hun nieuwe bedrijven te tonen. De positieve reacties van de bezoekers smaakten naar meer. De eenvoudige formule, waarbij bezoekers door de kassen wandelden en telers vertelden over hun bedrijf, bleek een succes.
Ruim veertig jaar later openen jaarlijks nog steeds meer dan twintig tuinbouwgebieden hun deuren en is het bezoekersaantal opgelopen tot meer dan 200.000. Kom in de Kas heeft altijd veel aandacht gekregen van de media en het evenement heeft er voor gezorgd dat de afstand tussen burgers en tuinbouw kleiner is geworden. Dan moet het toch een fluitje van een cent zijn om ieder jaar een draaiboek uit de kast te trekken om er weer vol in te gaan?

Professionalisering

Niets blijkt minder waar. Het evenement vraagt enorm veel afstemming en coördinatie, niet in het minst omdat er grote verschillen zijn tussen de tuinbouwgebieden. Het is de kunst om dat in goede banen te leiden.
Onder Wim van Delft maakte Kom in de Kas een echte professionaliseringsslag door. De open dag kreeg een nieuwe, frisse en uniforme huisstijl en een informatieve website. Van Delft: “De credits daarvoor gaan ook naar LTO voorzitter vakgroep Tuinbouw Frans Hogervorst. Hij vond het initiatief belangrijk en maakte zich daar hard voor.” Sindsdien krijgen de voorzitters een financiële vergoeding voor hun inspanning. “Ik was jaarlijks zo’n veertig tot vijftig dagdelen ‘op pad’ voor Kom in de Kas”, rekent hij voor. Die vergoeding was een tegemoetkoming, een blijk van waardering.

Minder middelen

Sponsoring blijkt een gevoelig onderwerp. Ten tijde van het Productschap Tuinbouw was dat goed geregeld. Keyser: “Daarover heb ik me destijds nooit zorgen hoeven maken.” Hij spreekt over de tijd dat Kom in de Kas genomineerd was voor de Tuinbouw Ondernemersprijs. Het evenement ‘leefde’ in de tuinbouw.
De laatste jaren moet het glastuinbouwevenement met een kleiner budget overeind blijven. Landelijke radiospotjes vallen daar inmiddels buiten. Dat is te duur. Van der Wilt ondervindt hoe moeilijk het is om steeds voldoende sponsors te vinden die het evenement ondersteunen. Elk jaar moet hij een rondje maken langs meerdere organisaties om de financiering veilig te stellen. Er liggen geen structurele afspraken en het is dus niet vanzelfsprekend dat de huidige hoofdsponsors de open dagen volgend jaar weer ondersteunen. Van der Wilt vindt het jammer dat dit zo loopt en zou liever meerjarige overeenkomsten aangaan.
“Ik begrijp het ook niet. Het is zo’n mooi evenement waar zoveel mensen belangeloos aan meedoen. Het is moeilijk om dat enthousiasme over te brengen op de sponsors”, legt hij uit.

Zorg om ziekteverspreiding

Bedrijfshygiëne is een thema dat steeds meer is gaan spelen. Bij de start van de open dagen kon iedereen ongehinderd bedrijven in en uit lopen. Tegenwoordig is dat ondenkbaar. Ondernemers beschermen hun bedrijven – terecht – tegen de inloop van besmettelijke plantenziekten. Daardoor haken potentieel interessante bedrijven vroegtijdig af en is het moeilijk om voldoende variatie in de regio’s te houden.
Van Delft: “Destijds was het moeilijk om tomatenbedrijven in de route op te nemen, vanwege de uitbraak van Clavibacter, maar met de juiste hygiënemaatregelen blijkt er toch veel mogelijk. Je kunt nog steeds mensen op het bedrijf ontvangen en bijvoorbeeld delen afschermen.” Hetzelfde zien bestuur en regio’s nu bij de rozenbedrijven door de uitbraak van bruinrot. “Zolang de bron van dat probleem niet duidelijk is blijft iedereen op zijn hoede”, vult Van der Wilt aan.

Enthousiaste reacties

Van Delft maakte mee dat hij het evenement op het laatste moment moest aflassen vanwege de uitbraak van mond-en-klauwzeer. “Als bestuur vonden we het onverantwoord om grote groepen mensen te mobiliseren in de agrarische gebieden. Jammer, maar noodzakelijk.” Er ging wel vaker iets anders dan gepland, weet Keyzer. “We hadden de datum eindelijk rond en toen bleek dat de marathon in het Westland op dezelfde dag was gepland. De grootste regio zou daardoor afhaken. Enfin, we moesten met z’n allen naar een ander weekend schuiven.”
Veertig jaar geschiedenis levert veel anekdotes op. Het publiek heeft nooit gemerkt wat er allemaal achter de schermen werd besproken. De vele enquêtes leveren steevast enthousiaste reacties op.

Nieuwe kansen

Na al die jaren zien de voorzitters voldoende kansen om Kom in de Kas naar een nieuw tijdperk te tillen. Liet Keyzer in zijn tijd nog een informatieve video maken, nu nut Van der Wilt de mogelijkheden van virtuele communicatie uit. Zo kunnen bezoekers dit jaar gebruik maken van een app die achtergrondinformatie geeft.
Van der Wilt: “Het is nog altijd een belangrijk evenement, maar het kan ook anders. Inmiddels faciliteren we bezoeken en rondleidingen voor groepen op andere momenten van het jaar. Dat is nog niet groot, maar het groeit gestaag.”
De huidige voorzitter staat open voor nieuwe ideeën. En voor nieuwe ideeën zijn ook nieuwe bestuurders nodig. Mensen die hun creativiteit beschikbaar stellen voor verrassende concepten. Want het evenement is veel meer dan een jaarlijks tuinbouwfeestje, het is de kortste schakel van teler naar consument en een uniek moment om de tuinbouw van z’n mooiste kant te laten zien, vinden de drie voorzitters.

Samenvatting

Drie voorzitters hebben samen bijna dertig jaar aan het stuur gestaan van Kom in de Kas. In die tijd groeide het evenement uit tot landelijk bekend fenomeen. Hoewel de bezoekers daar geen weet van hebben blijft het een grote uitdaging om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen en een gevarieerd programma aan te bieden.

Tekst: Pieternel van Velden. Foto’s: Archief Kom in de Kas en Pieternel van Velden