Binnen de glastuinbouw is steeds meer aandacht voor het thema plantbalans. In de dagelijkse tuinbouwpraktijk worden echter veel verschillende definities van deze term gehanteerd, zo signaleert WUR-onderzoeker Anne Elings. Hij pleit voor een eenduidige definitie van het begrip, waarbij de verschillende onderdelen ook meetbaar en kwantificeerbaar zijn. Dit laatste is noodzakelijk om de transitie naar datagestuurd telen mogelijk te maken.

De term plantbalans duikt de laatste jaren steeds vaker op, mede omdat dit één van de kernbegrippen is binnen Het Nieuwe Telen-concept. In de praktijk worden echter regelmatig uiteenlopende definities van het begrip gehanteerd, constateert Anne Elings. ”Wanneer het over plantbalans gaat, heeft niet iedereen het over hetzelfde”, zegt de fysioloog bij Wageningen University & Research.

Geen eenduidige definitie

“Met name de breedte van het begrip verschilt. De één schaart alleen de assimilatenbalans onder de plantbalans, terwijl anderen hier bijvoorbeeld ook de energie- en waterbalans van de plant bij betrekken. Dit zorgt voor ruis, zeker wanneer partijen denken dat ze het over hetzelfde hebben.”
Het ontbreken van een eenduidige definitie bemoeilijkt volgens Elings de communicatie rondom het thema plantbalans. “En misschien nog wel belangrijker: omdat diverse teeltmaatregelen, met name op het gebied van temperatuur, licht en CO₂, vaak worden gebaseerd op de plantbalans is het van cruciaal belang dat we over hetzelfde praten. Dit helpt om de juiste acties te ondernemen in de teelt. Het doel hierbij is altijd om het gewas ook op langere termijn stabiel en in balans te houden, zodat bijvoorbeeld de productie steeds zo hoog en stabiel mogelijk is en sprake kan zijn van een continue arbeidsinzet.”

Helder, eenduidig en meetbaar

Los van de communicatie maakt ook datagedreven telen het volgens Elings noodzakelijk om tot een heldere definitie van de term plantbalans te komen. “Tot nu toe gaven telers vaak via hun groene vingers invulling aan dit begrip. Door goed naar het gewas te kijken, bepalen ze of het al dan niet in balans is. Op basis daarvan kiezen ze een koers voor vruchtdunning, bladplukken, temperatuur, licht, CO₂, watergift en bemesting.”
De opkomst van datagedreven telen, waarbij teeltadviezen steeds meer wordt gegenereerd door rekenregels, maakt het volgens de onderzoeker echter nodig om ook duidelijke kaders te stellen voor de term plantbalans. “Het begrip moet strak, helder, eenduidig en meetbaar zijn. Anders kun je hier immers geen algoritmen op loslaten.”

Het Nieuwe Telen als leidraad

De vraag rijst dan wat − binnen de trend van datagedreven telen − de juiste definitie is van plantbalans. Elings pleit ervoor de lijn van Het Nieuwe Telen te volgen. “Dit betekent dat we de energiebalans, de waterbalans en de assimilatenbalans van de plant hieronder moeten scharen. De energiebalans betreft de hoeveelheid energie die het gewas opneemt en afgeeft, bij de waterbalans draait het om opname en verdamping van water”, licht hij toe.
“Bij de assimilatenbalans gaat het om de verhouding tussen vraag en aanbod van assimilaten. Hierbij is het belangrijk dat sprake is van een goede verhouding tussen generatieve en vegetatieve delen, zodat een hoge en stabiele productie kan worden gerealiseerd. Er moet worden voorkomen dat het gewas te vegetatief groeit, waardoor het aantal vruchten en de productie achterblijft, of juist te generatief wordt. Dit laatste resulteert in te weinig blad en op die manier ook in een lagere productie.”
Wanneer deze drie balansen op orde zijn, is de plant volgens Elings stabiel en ‘zit deze goed in zijn vel’. “Is op één van deze terreinen sprake van disbalans, dan lijdt het gewas daaronder. Daarnaast is het nodig om de nutriëntengift en de gewasbescherming op orde te hebben zodat deze zaken niet leiden tot verstoringen in de groei.”

Meetbaar en kwantificeerbaar

Om de overstap naar een datagestuurde teelt te kunnen maken en algoritmen op het begrip plantbalans los te laten, moeten de verschillende onderdelen van de deelbalansen ook meetbaar en kwantificeerbaar zijn. Daar ligt volgens de fysioloog nog een uitdaging. “De hoeveelheid vruchten aan een plant kunnen we bijvoorbeeld al bepalen met behulp van camera’s. Vervolgens kunnen we ook berekenen hoeveel assimilaten die vruchten nodig hebben om verder door te groeien en hoeveel temperatuur nog nodig is voordat ze oogstrijp zijn. Dit is onderdeel van de assimilatenbalans. Wat dat betreft zijn we al goed op weg. En er zijn meer aspecten die we inmiddels goed kunnen meten of berekenen, waaronder de lichtonderschepping en het aanbod van assimilaten door de fotosynthese.”

Verdamping

De diverse balansen bevatten ook elementen die volgens Elings nog onvoldoende meetbaar en kwantificeerbaar zijn. “Denk bijvoorbeeld aan de verdamping, die essentieel is voor de waterbalans van een plant. Het is nog steeds een uitdaging om deze voor een beperkte tijdspanne te berekenen. En hetzelfde geldt voor andere onderdelen van de deelbalansen die samen de plantbalans vormen. Zo bepalen we de assimilatenbalans nog grotendeels op basis van gemiddelde waarden voor fotosynthese en de groei van vruchten of bloemen en bladeren. Dit zou beter kunnen, door in het gewas te meten en daarbij te kijken naar de CO₂-opname en de groei van de diverse plantonderdelen. Daar is nog veel te winnen.”

Aan de bak

Is het dan niet te vroeg voor een meetbare of kwantificeerbare definitie van het begrip plantbalans? Elings vindt van niet. “Zolang we niet alle aspecten kunnen meten en kwantificeren moeten we het doen met gemiddelde waarden. Dat is niet ideaal, maar beter dan niets. Én noodzakelijk om stappen te zetten richting datagedreven telen. De definitie van plantbalans inperken of ‘kortwieken’ omdat we nog niet alles kunnen meten, is geen oplossing. Dan is de plantbalans onvoldoende gedekt en neemt de kans toe dat het gewas uit balans raakt.”
Actie is volgens de fysioloog geboden: “We moeten met z’n allen aan de bak om ervoor te zorgen dat de verschillende onderdelen van de deelbalansen wél allemaal meetbaar en kwantificeerbaar worden. Dat vergt kennisontwikkeling, onderzoek en tijd. Ik heb er vertrouwen in dat we in de toekomst, ook met behulp van nieuwe sensoren, steeds meer zullen kunnen meten.”

Allemaal dezelfde taal

Tot slot: wat levert een eenduidige en meetbare definitie van plantbalans telers concreet op? “Als er een eenduidige definitie is, spreken we allemaal dezelfde taal. Dat is essentieel om als sector vooruit te komen. En wanneer alle aspecten meetbaar zijn, kunnen toeleveranciers software, algoritmen en rekenmodellen ontwikkelen op basis van die gegevens. Daarmee krijgen telers handvatten en adviezen voor het sturen op onder andere CO₂, licht en temperatuur en het uitvoeren van de juiste gewashandelingen. Kortom: we kunnen dan echte stappen zetten richting een meer datagestuurde teelt. En dat draagt bij aan het realiseren van teelt- en productiedoelen.”

Tekst: Ank van Lier

 

  • “Wanneer het over plantbalans gaat, heeft niet iedereen het over hetzelfde”, zegt Anne Elings, fysioloog bij WUR Glastuinbouw.