Het najaar is weer begonnen, de nachten worden kouder en nu geleidelijk aan de temperatuur overdag ook. Ideale weerscondities dus voor schimmels zoals meeldauw om actiever te worden. Het gewas heeft nog voldoende energie om deze biotrofe schimmel, die goed gedijt op een levende en actieve gastheer, van voedsel te voorzien. Bijkomend voordeel is dat voldoende condensatie op de bladeren of in het gewas de sporen van het vocht voorziet om snel te gaan kiemen.

Bedrijven die in de zomerperiode goed geïnvesteerd hebben in het weerbaarder maken van het gewas, zullen daar nu de vruchten van plukken. Ondanks dat de meeldauwsporen kunnen kiemen, zal het infectieproces om de plant te infecteren vertraagd worden. De hele cyclus van kieming van een spore tot aan de productie van nieuwe sporen zal daardoor veel langzamer verlopen.

Detectie in kaslucht is een lastige opgave

Bij werken aan weerbare gewassen, krijgt het monitoren van ziektes weer meer aandacht. Maar het in de kaslucht monitoren van schimmelsporen is nu nog geen gangbare praktijk. Sporen van biotrofe schimmels zoals meeldauw groeien namelijk niet op kunstmatige voedingsbodems en voor necrotrofe schimmels zijn de specifieke bodems soms nog niet specifiek genoeg om voldoende onderscheid te maken tussen sporen van Fusarium of Botrytis en bijvoorbeeld algemene Penicillium soorten die ook veelvuldig aanwezig zijn in de kaslucht.

Nieuwe ontwikkelingen via kunstmatige intelligentie

De afgelopen jaren zijn er nieuwe ontwikkelingen om sporen in de kaslucht te meten met behulp van kunstmatige intelligentie. Voorheen gingen we aan de slag met luchtaanzuigers (airsamplers) en kunstmatige voedingsbodems met agar om sporen in te vangen en werden de kolonies die op de platen groeiden handmatig geteld. Tegenwoordig wordt het telwerk overgenomen door lasers en zijn de sporen met behulp van kunstmatige intelligentie te identificeren en te kwantificeren. Dit scheelt heel veel tijdrovend en duur identificatiewerk. Met moleculaire detectie is het identificatiewerk goed te ondersteunen, maar dit heeft ook een bepaalde kostprijs.
De Australische start-up BioScout heeft een handzaam apparaat ontwikkeld (zie foto onderaan) waarmee op de klassieke manier sporen worden ingevangen op een tape. Met een robotmicroscoop worden alle sporen gefotografeerd en vervolgens via kunstmatige intelligentie geanalyseerd en verwerkt in een grafiek die op een digitaal platform wordt weergegeven. In Nederland zijn er nu enkele bedrijven onder andere in WUR proeven met vollegrondsgroenten en aardappels die hier al ervaring mee opdoen.

Sporen kwantificeren met behulp van moleculaire technieken

Er is daarnaast ook een alternatieve methode om onder andere meeldauwsporen in de kaslucht in te vangen en dat is met behulp van een Coriolis airsampler. Met deze airsampler worden de sporen ingevangen in een kleine hoeveelheid buffervloeistof waarin de sporen goed geconserveerd blijven. De sporen zijn daarna verder te kwantificeren met behulp van moleculaire technieken of lasertechnologie. Met deze techniek is in de glastuinbouw nog geen ervaring op gedaan en ook de laboratoria zijn hier nog niet op ingesteld om dit soort monsters te verwerken. Vorig jaar heeft Weerbare Plant een apparaat aangeschaft en kan daarmee monitoringsprojecten verder ondersteunen.
Kortom, om meer grip te krijgen op het monitoren van schimmels in de kaslucht is er nog een wereld te winnen. Wie pakt de handschoen op?

Tekst: Jantineke Hofland-Zijlstra, Weerbare Plant; beeld: Jan van Staalduinen

 

  • Bij een weerbaar gewas treedt minder snel meeldauw op.