Potplantenkwekerij Nolina werkt voortdurend aan verbetering van de weerbaarheid van de planten. Alle aspecten krijgen de aandacht: de potgrond, de voeding, het water, de planten zelf. Het bedrijf slaagt erin volledig zonder ontsmetting en filtering van het gietwater te werken. Sinds een jaar wordt het retourwater belucht. Het resultaat verraste hen.
“Eigenlijk ging alles goed – geen problemen. Er was geen speciale aanleiding om naar het water te kijken. Maar we sleutelen altijd aan alles. En we hoorden verhalen van collega’s over beluchten van het water. Eerlijk gezegd waren we vooraf sceptisch. Maar uit analyses van water en potgrond blijkt duidelijk dat het positief uitpakt”, vertelt directeur Marcel de Lange.
De kwekerij ligt in het oude tuinbouwgebied van Woubrugge. Ooit tientallen bedrijven, nu bestaat het tuinbouwgebied voor het overgrote deel uit Nolina. Het bedrijf is van oudsher bekend vanwege de potroosjes; als enige in Europa telen ze de rassen van de Deense veredelaar Poulsen Roser. Maar daarnaast staan in de kassen (samen 12 ha) groene planten en potlisianthus als seizoensproduct. Op de 13 ha containervelden buiten de kas groeien visuele boomkwekerijgewassen zoals tuinrozen, clematis, hemerocallis, wisteria en agapanthus. Het bedrijf vermeerdert tevens rozen en tuinplanten voor andere kwekers.
Robuust teeltsysteem
Weerbaarheid van de planten is een voortdurend aandachtspunt. “Je wilt een steeds robuuster teeltsysteem bereiken. Dat is nodig, omdat je steeds meer uitschieters krijgt in het weer, zoals periodes met veel hitte. Die stress maakt de planten gevoeliger voor ziekten en plagen, zoals echte en valse meeldauw en insecten. Een sterke plant kan daarmee omgaan”, vertelt De Lange.
Daarnaast vraagt de energiesituatie om een sterker gewas. Het bedrijf is vanwege de hoge prijzen een stuk minder gaan belichten. “Dan dreigen oude problemen terug te komen, die je dacht overwonnen te hebben. Je moet de plantbalans goed in te gaten houden. Minder licht betekent een lagere teelttemperatuur en dus langzamer telen. En dus een lagere winstgevendheid. Maar bij iedere lichthoeveelheid is wel balans in de plant te bereiken”, zegt hij.
Elk aspect moet kloppen. De juiste potgrond, balans in de meststoffen. Het gewas wordt versterkt met een siliciumproduct: ze mengen lavameel door de potgrond. “Er bestaan geen wondermiddelen. Het zijn allemaal kleine stapjes in het systeem.”
Dood water voorkomen
Het water is een speciaal verhaal. Nolina heeft zowel het verse water als het retourwater nooit ontsmet of gefilterd. “Met ontsmetten dood je alles: de schadelijke maar ook de goede organismen. Je krijgt dood water. En dat is een open deur voor ziekten. Je loopt een hoog risico als je gaat ontsmetten”, is de overtuiging van productiemanager Peter Verhoogt.
De planten krijgen water via een eb- en vloedsysteem. Het retourwater wordt opgevangen in bassins onder de teelttafels. Daar zit organische stof in. Toch is er geen filter of filterdoek te bekennen. “Er zit een bepaald bacterieleven in de organische stof en dat willen we niet wegfilteren”, vertelt Verhoogt.
Het heeft wel tot gevolg dat het zuurstofgehalte van het retourwater aan de lage kant is. Vanwege het eb- en vloedsysteem is de hoeveelheid retourwater hoog en krijgen de planten per beurt maar een heel klein gedeelte vers water bijgemengd. Toch was het relatief lage zuurstofgehalte geen punt van aandacht. Dat was niet primair de reden om het water te gaan beluchten.
Venturi
Door verhalen van collega’s en onderzoek van Wageningen University & Research besloten ze het beluchten van het water toch uit te proberen. Ze kozen voor de Vital Oxidizer van JVR Tecmar. “Het is een eenvoudig apparaat, dat is het mooie van het systeem. En de investering is vrij laag”, vertelt Verhoogt.
Het apparaat werkt met een venturi. Dat is een vernauwing in het systeem, die zorgt voor versnelling van de waterstroom ter plekke en drukverlaging. Dit heet het venturi-effect. Door de onderdruk kun je lucht aanzuigen. Dit gebeurt via een open pijp. Door implosie mengt het water met de aangezogen lucht. Er worden zowel grotere als heel kleine luchtbelletjes gevormd. Via een kijkglaasje zie je duidelijk de grotere luchtbellen in het water.
Verhoogt: “Het was een tijd zoeken naar de juiste stand van de kraan waarmee je de vernauwing regelt. Je denkt dat het water vrij hard moet stromen, maar dat is juist niet zo.”
Bemonsteren bacterieleven
Voorjaar 2021 zijn ze gestart met beluchten in een paar retourbassins. “We vonden het belangrijk om het te onderbouwen met cijfers. Daarom hebben we Eurofins monsters van het water en de potgrond laten nemen, vóór en na installatie. Ze hebben onder andere het bacterieleven en de voedingselementen geanalyseerd”, vertelt De Lange.
De bemonstering van het bacterieleven gaf nog wel enige discussie. Het is tegenwoordig goed mogelijk om de goede en de slechte organismen in beeld te krijgen. Maar de vraag is dan: wat is de ideale situatie? “Je zag grote verschillen in het kiemgetal, maar dat zegt niets. Dat is een optelsom van de goede en de slechte”, zegt de directeur.
Duidelijk hoger zuurstofgehalte
Uiteindelijk is er wel overeenstemming bereikt over de interpretatie. De resultaten zijn opvallend: “Je ziet een verschuiving ten goede. Het aantal goede organismen gaat iets omhoog. Maar de slechte gaan heel duidelijk naar beneden”, vertelt hij.
Ook het effect op de pH is frappant. “Hij bleef eerst maar dalen. Nu is er een balans bereikt op een niveau dat 0,5 – 0,75 pH-punten lager ligt dan eerst. Er is ook een effect op de opname van de sporenelementen: die is beter. Dat blijkt duidelijk uit de potgrondanalyses”, vertelt hij. Het zuurstofgehalte van het water is volgens metingen van de teeltvoorlichter gestegen met 30 à 40%.
De meetresultaten zijn zo overtuigend dat ze het venturi-systeem nu in alle retourbassins installeren. “Het is moeilijk om het effect aan het gewas zelf te beoordelen. We zien minder geel blad. Maar we hebben te veel tegelijk veranderd – minder belichting, de temperatuur – om dat alleen aan de waterbehandeling te kunnen toeschrijven”, besluit De Lange.
Tekst: Tijs Kierkels, beeld: Wilma Slegers