Twee jaar geleden investeerde Van Lipzig Tuinderijen in Horst in draadloze sensoren, die inzicht geven in de vruchttemperatuur en de temperatuur en luchtvochtigheid onder in het komkommergewas. Voor teeltmanager Peter van Ninhuys hebben deze sensoren een duidelijke meerwaarde: doordat hij kan sturen op harde data horen problemen met zonnebrand, Mycosphaerella en rottende stengels nagenoeg tot het verleden.
Peter van Ninhuys zoekt continu naar mogelijkheden om de teelt op het bedrijf, waar 8,5 ha komkommers aan de hoge draad worden geteeld, te optimaliseren. Om die reden besloot hij drie jaar geleden te investeren in draadloze sensoren van 30MHz. “Hiermee hoopte ik mijn teeltstrategie meer te kunnen baseren op cijfers in plaats van gevoel. Meten is weten, dat is mijn lijfspreuk. Daarbij vielen de prijzen van de draadloze sensoren me erg mee; ze zijn niet duurder dan vaste sensoren”, zegt van Ninhuys.
Natslaan voorkomen
De teeltmanager schafte onder meer een sensor aan om de oppervlaktetemperatuur van de vruchten te meten. Dit maakt inzichtelijk of de ruimtetemperatuur – die wordt gemeten door de reguliere meetboxen – niet te snel opwarmt ten opzichte van de vruchttemperatuur. “Wanneer dit het geval is, loop je namelijk het risico dat de vruchten natslaan en kan zonnebrand ontstaan. Als de temperaturen te zeer uit de pas dreigen te lopen, zet ik de groeibuis extra in of trek ik eventueel het scherm dicht. Voorheen voelde ik aan de komkommers of ze nat dreigden te slaan, nu stuur ik op harde data. En dat pakt succesvol uit: zonnebrand is de laatste twee jaar totaal geen probleem meer.”
Meer schermen op uitstraling
De temperatuursensor gaf de teeltmanager daarnaast het inzicht dat schermen tegen uitstraling op de meeste dagen een meerwaarde heeft. “Door de sensor kwam ik erachter dat de komkommers snel afkoelen wanneer het doek openblijft. Trek ik het doek dicht, dan blijft de vrucht goed warm en hoef ik minder groeibuis in te zetten. Om die reden zijn we de laatste jaren veel meer gaan schermen op uitstraling dan voorheen.”
Op deze manier bespaart de teeltmanager, die volop bezig is met Het Nieuwe Telen, flink wat energie. “En doordat we meer schermen op uitstraling, en meer doen om het natslaan van de vruchten te voorkomen, hebben we ook minder te stellen met Mycosphaerella.”
Voorkomen van rotting
Daarnaast werd twee jaar geleden een draadloze sensor aangeschaft die de temperatuur en de luchtvochtigheid meet. Deze hangt onder in het gewas. “We hebben meetboxen hangen die de kastemperatuur en de luchtvochtigheid boven en onder het scherm meten. Maar in het voorjaar willen we ook graag weten hoe het onder in het gewas is gesteld met deze waarden. Sinds twee jaar knippen we vanaf half maart namelijk geen blad maar, maar breken we de bladschijven weg. Dat scheelt 36 procent arbeid, maar hierbij loop je – indien je je buisrailverwarming niet op de juiste manier inzet – wel het risico dat de bladstengels te vochtig worden en niet goed opdrogen. Dat kan leiden tot rotting. De draadloze sensor helpt dit voorkomen en de buisrailverwarming op het juiste moment in te zetten. We hebben totaal geen last van rottende stengels.”
Weinig nadelen
Samenvattend hebben de draadloze sensoren een duidelijke meerwaarde voor Van Ninhuys: hij kan meer sturen op harde data en plantgerichter werken. “En hierdoor hebben we dus geen problemen meer met zonnebrand, Mycosphaerella en rottende stengels. Daarin schuilt een grote winst; met de draadloze sensoren hebben we de teelt naar een hoger plan kunnen tillen. Nadelen kennen de sensoren eigenlijk niet, behalve het feit dat je geen data hebt wanneer de wifi wegvalt. Maar daar hebben we in de afgelopen twee jaar nog geen last van gehad.”
De teeltmanager overweegt desondanks niet om het aantal sensoren verder uit te breiden. “In onze situatie geeft één sensor een representatief beeld voor het hele bedrijf. En dat blijkt ook wel uit het feit dat we zonnebrand, Mycosphaerella en rottende stengels op de hele tuin goed onder controle weten te houden.”
PAR-meter
Vanwege de positieve resultaten investeerde Van Ninhuys begin dit jaar ook in een PAR-meter van 30MHz, waarbij een sensor het binnenvallende PAR-licht mee. “De meeste telers meten het licht dat op de kas valt, maar dat geeft onvoldoende inzicht in de hoeveel licht die de plant daadwerkelijk ontvangt. Met de draadloze PAR-sensor krijgen we daar een beter beeld van en hier stemmen we onze schermstrategie op af. Hierdoor hebben we dit jaar al 22 procent minder hoeven schermen dan vorig jaar, en wordt het invallend licht dus beter benut.”
Tekst: Ank van Lier