Sinds 2017 praten ondernemers Maikel van den Berg, Roy Persoon en Wouter van den Bosch over een warmtenet voor tuinbouwgebied Wilgenlei in Bleiswijk. Doel is het aanleggen van een open en duurzaam warmtenet, dat telers maximale keuzevrijheid biedt in energiebronnen tegen concurrerende prijzen. “We willen niet afhankelijk zijn van een monopolist, maar ook niet van één bron.”
Het afgelopen jaar kwamen de ondernemers vaker bij elkaar dan ooit, wel veertig keer. “We zijn ook weleens twaalf keer per jaar bijeengeweest en in een jaar zelfs maar één keer”, zegt voorzitter Maikel van den Berg. Roy Persoon en Wouter van den Bosch zijn ook bestuurslid van de warmtecoöperatie, alle drie met een paprikakwekerij. Twaalf telers in het tuinbouwgebied Wilgenlei zijn lid van de coöperatie, met in totaal 60 ha verwarmd glas. De extreem gestegen energieprijzen geven een nieuwe impuls aan de discussie over warmtenetten. De transitie naar een circulaire en klimaatneutrale glastuinbouw verloopt desondanks moeizaam, om verschillende redenen.
Marktwerking op het net
De telers praten al vijf jaar over verduurzaming van tuinbouwgebied Wilgenlei. Sinds 1,5 jaar is het trio in gesprek met Eneco voor de aanleg van een gezamenlijk warmtenet. Van den Berg: “Het project is niet alleen nieuw, maar ook complex. Het is anders van opzet dan traditionele warmteprojecten.” Zo moet het warmtenet open zijn van de telers. Afnemers en aanbieders van warmte (zoals restwarmte, aardwarmte en biomassa) moeten zich vrij op het netwerk aan kunnen sluiten. Telers moeten elk moment kunnen switchen tussen de verschillende aanbieders.
Die constructie moet niet alleen zorgen voor marktwerking en concurrerende energieprijzen, maar ook voor meer leveringszekerheid. Persoon: “We willen niet een klant-leverancier verhouding hebben met één aardwarmte-exploitant bijvoorbeeld, omdat je dan heel erg afhankelijk bent van die ene bron. Die kan ook in storing gaan of uitvallen.”
Risicospreiding
De gaslevering aan de glastuinbouw is sinds de extreme stijging van energieprijzen en krappe gasvoorraden volgens minister Jetten niet gegarandeerd bij extreme tekorten. Van den Bosch: “Het gaat ook om een stukje risicospreiding. Nu zijn we sterk afhankelijk van ketelgas of een WKK. Je ziet dat de ene bron interessanter is dan de ander, dat is met duurzame bronnen hetzelfde.”
Van den Berg vult aan: “Zo’n lock-in met één producent naar alle afnemers, daar willen we vanaf. Anders had die leiding er waarschijnlijk al gelegen. Wij willen met het energiebedrijf een groter en complexer project ingaan, waarbij we zelf ook mede-eigenaar van het netwerk worden. Zodat je echt invloed kunt uitoefenen en er zelf ook een rol in hebt als teler.”
Ook AgroEnergy (dat optreedt namens Eneco) ziet voordelen in deze nieuwe samenwerking en gedeelde verantwoording en denkt dat commitment vanuit de tuinbouw kansen biedt waar beide partijen van kunnen profiteren.
Participatie
De gewenste scheiding tussen aansluiting en warmtelevering ligt ingewikkeld, evenals de gevraagde participatie en zeggenschap van telers. “Als je dan bij een energiebedrijf komt met een grote juridische afdeling heeft dat tijd nodig”, vervolgt Van den Berg. “Wat het project ook uniek maakt: wij kijken heel erg naar de lange termijn. Waar gaan wij als glastuinbouw misschien wel op over en waar willen wij als individueel bedrijf naar toe. Wij willen kunnen kiezen uit verschillende warmtebronnen en zelf kunnen bepalen wanneer we van welke bron gebruik willen maken. Dat vraagt om commitment en transparantie, maar ook om zeggenschap. Dat maakt het natuurlijk heel complex.”
De focus ligt op het realiseren van een lokaal netwerk, dat op termijn deel moet uitmaken van een groter Oostland-netwerk. Via de WarmtelinQ leiding moeten zowel het Oostland als Westland op een warmterotonde kunnen aansluiten, met decentrale opwekking van warmte van verschillende bronnen. Dat is voor de telers de stip op de horizon. Van den Bosch: “Wij zijn denk ik het meest concrete warmteproject in Oostland, omdat de leiding van de hoofdader al heel dichtbij ligt. Dit project is in theorie het makkelijkste haalbaar voor het energiebedrijf en voor de tuinbouw om zich aan te sluiten. Glastuinbouw Nederland zegt ook: als dit project niet lukt, lukt niks.”
CO2-levering knelpunt
Eén van de knelpunten die nog opgelost moet worden is de levering van CO2. Overstappen op een warmtenet kan niet zonder gegarandeerde CO2-levering. De levering van OCAP is niet betrouwbaar genoeg gebleken. Het aantal afvalverbrandingsinstallaties in Nederland dat (vloeibare) CO2 aan de tuinbouw levert blijft steken op twee. Voor grote bedrijven in de Rotterdamse haven is opslag van CO2 in de zeebodem aantrekkelijker, omdat dit meetelt in hun CO2-emissiereductie. Levering aan de glastuinbouw niet.
Een ander knelpunt is de berekening van de warmteprijs. Van den Berg: “Die zal concurrerend moeten zijn ten opzichte van de bronnen die we nu al hebben. Anders zal er bijzonder weinig warmte worden afgenomen. Die vrijheid willen we hebben. Gaslevering is niet meer gegarandeerd. Aardwarmtelevering is niet gegarandeerd omdat dingen stuk kunnen gaan. Wij willen in een tuinbouwgebied zitten waarin je kunt kiezen uit verschillende warmtebronnen, waar externe en lokale leveranciers makkelijk kunnen aansluiten. Er moet altijd een mogelijkheid blijven om die vrij snel te realiseren binnen een gebied. Misschien is dat idealistisch gedacht.”
Afnemer en leverancier warmte
De kostprijs van de leiding is ondertussen bekend, die van de warmte – uiteraard – niet, omdat die van zo veel externe factoren afhankelijk is, waaronder de markt, subsidies en de (toekomstige) prijs van CO2-emissies. Van den Bosch: “Maar het energiebedrijf komt met een aanbod voor warmte, zodat wij de businesscase kunnen maken. Door diversiteit aan bronnen en afnemers creëer je een gezonde markt. Hoe groter, hoe beter. Met de huidige plannen voor warmte moet dat goed komen. In dat model zijn telers niet alleen afnemers, maar kunnen ook warmteleverancier zijn.”
Telers in slimme netwerken
Ondertussen zijn de telers aan de Wilgenlei druk bezig met een inventarisatie van financiers. “We zijn op een cruciaal moment in het project aanbeland”, zegt Van den Berg. “Wij zien een flexibel warmtenetwerk nu als de beste mogelijkheid om verder te verduurzamen, naast de inzet van dubbele schermen, LED-belichting, luchtontvochtiging et cetera. CO2-vrije warmte zie ik individueel niet van de grond komen. Wel als we het samen in het gebied met externe warmteleveranciers doen, maar ook met industrie en woningbouw. Dan is een eigen netwerk het makkelijkst.” Het liefst maken telers per gebied een bepaalde keuze, door warmte op te slaan of op een andere manier de winter door te komen.
“Ik zie de kracht in het verbinden van verschillende telers in slimme netwerken. Het blijft dan misschien wel nodig om ergens een kuub gas te verbranden, maar dat wordt dan heel efficiënt gedaan” gaat hij door. “En als er tegen 2035 kerncentrales bij zouden komen, stappen we over op elektrische boilers. Maar gas blijft nog wel even nodig, omdat we tot op heden geen goede CO2-leveranciers hebben. Bij warmte zijn er al veelbelovende cases, al zal het ongetwijfeld nog heel lang gaan duren voordat het een keertje operationeel is. Als tegen die tijd de CO2 nog steeds niet goed is geregeld, blijft het heel spannend om te zeggen: die gasleiding gaat er af.”
Tekst en beeld: Mario Bentvelsen