Aardbeienteler Patrick Bouten zette de afgelopen jaren flinke stappen voorwaarts richting een efficiëntere en duurzamere bedrijfsvoering. Recent werd een deel van het bedrijf gerenoveerd, waardoor de productiecapaciteit met 15% toenam. De grootste uitdaging richting de toekomst ligt in het verder verduurzamen van de energievoorziening. De zwaardere netaansluiting die nodig is om duurzamer te kunnen gaan telen op het moederbedrijf, kan voorlopig namelijk nog niet worden gerealiseerd.

Een deel van de locatie van Boutens bedrijf Special Berries, aan de Peelweg in Meijel, werd de afgelopen maanden volledig gepimpt. Zo kwamen er nieuwe teeltgoten te hangen, werden de druppelleidingen en CO₂-leidingen vervangen, kwam er nieuw gronddoek te liggen en werd het watersysteem aangepast. “Dit was geen overbodige luxe”, vertelt ondernemer Patrick Bouten. “We kochten deze voormalige komkommerkas tien jaar geleden aan en zijn toen met minimale aanpassingen aan de slag gegaan. Dit ging wel, maar was niet optimaal. Zo teelden we deels op voormalige komkommergoten, wat de uniformiteit in de teelt niet ten goede kwam. Ook was de afwatering van de drain niet optimaal, wat zorgde voor onnodig veel vocht in de kas. Nu is de kas volledig geoptimaliseerd voor aardbeien. Dit komt de teelt ongetwijfeld ten goede.”

Meer teeltgoten

Daarnaast ging de productiecapaciteit met 15% omhoog, doordat het aantal teeltgoten per tralie werd opgeschroefd van zeven naar acht. “Dit was voorheen niet mogelijk, doordat deze kas toen was gereserveerd voor een doorteelt Elsanta. Nu doen we hier drie teelten per jaar, waardoor het gewas minder ‘lijvig’ wordt en een extra teeltgoot mogelijk werd. We kunnen nu dus méér produceren met dezelfde input. En dat is een voordeel, zeker omdat we op deze locatie ook in de wintermaanden produceren en dus veel energie nodig hebben. We hebben nu 2 hectare van de betreffende locatie gerenoveerd, komend jaar volgt de resterende 3,3 hectare. Daarmee maken we dus een flinke efficiencyslag. Grappig is overigens dat veel mensen vanwege de renovatie dachten dat we gingen stoppen met de teelt op deze locatie. Maar niets is dus minder waar.”

Zwaardere netaansluiting nodig

De betreffende locatie wordt verwarmd met een WKK. Op zijn thuislocatie aan de Marxweg in Meijel is Bouten nog aangewezen op de gasketel. Niet ideaal, erkent hij. “Zeker omdat we vanaf nu ieder jaar meer energiebelasting gaan betalen. We hebben ons gasverbruik de afgelopen jaren al met 50 tot 60 procent kunnen reduceren, door aanpassing van het teeltschema en door te kiezen voor minder energiebehoeftige rassen. We telen op ons moederbedrijf nu het ras Opera. Desondanks hebben we nog steeds gas nodig en is verduurzaming van de energievoorziening een must.”
Dit laatste is volgens de teler echter lastig − zo niet onmogelijk − op de 2,5 ha tellende locatie. Deze is solitair gelegen en er zijn geen mogelijkheden om aardwarmte of restwarmte in te zetten. “Dat betekent dat we dus moeten elektrificeren, door middel van een warmtepomp of een e-ketel. Maar daarvoor hebben we een zwaardere netaansluiting nodig; nu hebben we een aansluiting van 3×80 Ampère. Volgens de netbeheerder gaat het echter vijf tot zeven jaar duren om een zwaardere aansluiting te realiseren. We willen dus wel verduurzamen, en dat eist de overheid ook van ons, maar de randvoorwaarden zijn niet op orde. Dat is bizar. Voor solitaire locaties in het buitengebied is extra netruimte een must om de gewenste duurzaamheidsslag te kunnen maken.”

Op één hoop

Volgens Bouten zit hij hierdoor ‘behoorlijk klem’ op de betreffende locatie. “Het voordeel is dat we de energiekosten van onze beide locaties op één hoop gooien. Omdat we op de locatie met de WKK stroom kunnen terugleveren, is het energieplaatje hier een stuk gunstiger. Hierdoor is het in totaliteit wel te doen en kan ik de komende jaren nog vooruit. Maar in principe moet een locatie van 2,5 hectare op zichzelf rendabel kunnen draaien. Er zijn al telers in deze regionen die de handdoek in de ring hebben gegooid omdat een zwaardere netaansluiting niet op korte termijn te realiseren is. Dat is zonder meer zorgelijk.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Stefan Koopmans