Tropische plantenkwekerij Fachjan uit Honselersdijk heeft voor het derde achtereenvolgende jaar de volledige CO2-uitstoot gecompenseerd met de aanplant van bamboe. Bovendien slaagt het bedrijf er ieder jaar weer in om de eigen footprint te verkleinen door bewuste keuzes te maken.

Sinds enkele jaren laat Fachjan de CO2-uitstoot van het bedrijf berekenen. Aanvankelijk vooral om vooruit te lopen op mogelijke regelgeving in de toekomst, maar inmiddels ook vanuit een sterke overtuiging, zo geeft eigenaar Paul Janssen aan. “We verwachten dat bedrijven op een gegeven moment aan verschillende duurzaamheidsregels moeten voldoen en er was ook al sprake van een CO2-taks. Dat willen we graag voor zijn, maar we doen dit niet om er iets voor terug te krijgen. We willen ook een voorbeeld zijn op gebied van duurzaamheid binnen de sector.”

Aanplant bamboe

Greenhouse Marketeers berekent voor Fachjan de CO2-footprint. De plantenteler biedt zijn producten aan onder het Fair Flora-label, dat staat voor eerlijke en duurzame bloemen en planten. Daarnaast wordt alle CO2 gecompenseerd met de aanplant van bamboe door Bamboo Village Uganda. Dit project zet zich via de aanplant van bamboebossen niet alleen in tegen de opwarming van de aarde, maar biedt de inwoners van Oeganda ook een kans op een betere toekomst. Het zorgt voor werkgelegenheid en een veilig en duurzaam onderdak door middel van het bouwen van huizen. “Er zijn inmiddels ook plannen voor bamboeprojecten in andere landen, waaronder Guatemala waar veel van onze planten vandaan komen. Daarom past dit heel goed bij ons als bedrijf.”

Highscore verbeteren

Janssen is trots dat Fachjan alweer voor het derde jaar op rij de CO2 compenseert en het bedrijf er ook elk jaar in slaagt om de footprint te verlagen. “Door de CO2-uitstoot te berekenen, krijg je inzicht in je bedrijfsvoering. Wij dachten altijd dat het bij ons wel goed zat, omdat we weinig bestrijdingsmiddelen gebruiken en aardwarmte toepassen. Maar tal van factoren beïnvloeden je footprint negatief, zoals bijvoorbeeld het gebruik van veengrond. Door alternatieven te zoeken, ook in verpakkingen en de verwerking van afval, kunnen we de footprint verkleinen. Het is als een computerspel: als je eenmaal begint, wil je telkens weer de highscore verbeteren. We hadden aanvankelijk niet verwacht dat we er zo mee bezig zouden zijn, maar we worden steeds enthousiaster en het voelt ook heel goed om dit te doen. Het is een blijvend onderdeel van onze bedrijfsvoering geworden.”