In het voorjaar en de zomer van 2024 werd het Cucurbit Aphid-Borne Yellows Virus (CABYV) opgemerkt bij verschillende komkommertelers in het westen van Nederland. Dit virus werd zowel in de eerste als de tweede teelt van komkommers geconstateerd. Eerder, in 2021 en 2022, was het CABY-virus voornamelijk aanwezig in het zuiden van Nederland. Het jaar 2023 kende relatief weinig uitbraken van het virus.

Het CABY-virus wordt overgedragen door bladluizen, met katoenluis als de meest efficiënte vector. Onderzoek in de jaren 2021 en 2022 toonde aan dat de overdracht van het virus door wittevlieg niet werd aangetoond, en dat nakomelingen van katoenluis het virus niet kunnen doorgeven. Katoenluis kan echter wel gedurende drie weken lang komkommerplanten besmetten nadat het virus is opgedaan. Bovendien kunnen vliegende katoenluizen het virus van plant naar plant overdragen.

Besmette komkommerplanten

Dit jaar merkten telers op dat in hun tweede teelt, op steenwolmatten die eerder waren gebruikt voor besmette komkommerplanten, opnieuw besmetting optrad. Al 2-3 weken na het planten vertoonden de komkommerplanten gele bladeren, wat wijst op een nieuwe besmetting met het CABY-virus. De telers hadden in hun eerste teelt besmette planten gehad en wisselden snel de teelt om, waarbij ze de kas ontsmetten en luizen bestreden. Desondanks bleven ze zich afvragen of het virus via besmette wortels in de oude steenwolmatten nieuwe planten zou kunnen besmetten.
In een nieuw onderzoek is dit vraagstuk nader bekeken. In een kasproef werd onderzocht of overdracht van CABY-virus via substraat met besmette wortelresten mogelijk is. De resultaten van dit onderzoek kunnen telers helpen bij het nemen van extra maatregelen om te voorkomen dat besmettingen vanuit oude teelten zich via het substraat naar nieuwe planten verspreiden. De bevindingen helpen komkommertelers bij het beheersen van het virus en het verbeteren van de gewasbescherming.

Conclusie onderzoek

In wortels van gebruikte steenwolmatten waarop eerder, volgens de telers, met CABY-virus besmette planten hadden gestaan, kon geen virus worden aangetoond. Ook in de bladmonsters van planten die op de gebruikte steenwolmatten geplant zijn, kon geen infectie aangetoond worden gedurende 6 weken na het planten. Aangezien de wortels in de gebruikte steenwolmatten negatief waren voor besmetting met het CABY-virus, kan niet de conclusie getrokken worden dat overdracht vanuit besmette steenwolmatten niet kan plaatsvinden. Het blijft echter onwaarschijnlijk dat dit wel kan, omdat tot nu toe in alle experimenten die door andere onderzoekers uitgevoerd zijn, alleen overdracht van het virus door bladluizen is aangetoond. Hier vind je het verslag van het onderzoek.
Dit project is uitgevoerd door Stichting Control in Food & Flowers en gefinancierd en gecoördineerd vanuit het innovatieprogramma Het Nieuwe Doen in Plantgezondheid van Kennis in je Kas (KijK). Mede mogelijk gemaakt door de Gewascoöperatie komkommer. De proef is begeleid door telers.

Tekst: Mark Meijers