Tot voor kort belandde de loopfolie uit de kassen van komkommerkwekerij Jacobs op de vuilstort. Omdat het steeds duurder én lastiger werd om de loopfolie op deze manier kwijt te raken, oriënteerden de ondernemers zich op de mogelijkheden van recycling. Met succes: sinds afgelopen jaar wordt de folie verwerkt tot recyclaat, dat kan worden hergebruikt. Dit scheelt de komkommertelers afzetkosten, maar vergt ook een speciale werkwijze en extra arbeid.
Kwekerij Jacobs in het Midden-Limburgse Kessel omvat 4,6 ha hogedraadkomkommers. Chris en Boy Jacobs staan, samen met hun vader Chrit, aan het roer van het bedrijf. De ondernemers zetten sterk in op verduurzaming. Zo telen zij sinds afgelopen jaar deels onder LED’s en oriënteren zij zich op verduurzaming van hun energievoorziening. “Op dit moment werken we nog met een WKK, maar we kijken naar de mogelijkheden van e-ketels en warmtepompen”, vertelt Chris Jacobs.
Kosten verdrievoudigd
Vanwege de focus op duurzaamheid besloten de ondernemers enkele jaren geleden ook de mogelijkheden voor recycling van de loopfolie te gaan onderzoeken. Jaarlijks komt er tussen de 4.700 en 7.500 kilo van deze folie uit de kassen van de Limburgse kwekerij. “Aan het einde van het jaar, wanneer bij ons alles grondig wordt schoongemaakt, halen we deze folie eruit”, vertelt hij.
De ondernemers boden de folie voorheen aan als restafval, waarna deze op de vuilstort belandde. Een flinke kostenpost. “En deze kosten namen alleen maar toe. Ik schat dat deze in de laatste tien jaar verdrievoudigd zijn. Daarbij merkten we dat het steeds lastiger werd om de folie kwijt te raken. Onze vrees was dat de kosten naar de toekomst toe nog verder de pan uit zouden rijzen. En dat we de folie op termijn misschien helemaal niet meer zouden kunnen aanbieden als restafval.”
De aanhouder wint
Via via kwam Jacobs in contact met toeleverancier Agrea. Dit bedrijf richtte zich − in samenwerking met een verwerker − al langer op het recyclen van aspergefolie. “Peter Wolters van Agrea gaf aanvankelijk aan dat het verwerkingsproces nog niet geschikt was voor loopfolie”, zegt de teler. “Maar dat zou in de toekomst wellicht veranderen, gaf hij aan.”
De aanhouder wint, zo bleek: de teler trok daarna diverse malen aan de bel, om te vragen of er inmiddels wel recyclemogelijkheden waren. “In 2024 was het verwerkingsproces aangepast en kon onze folie wel worden ingenomen.”
Veegschoon aanleveren
De folie die in november 2024 uit de kassen kwam, werd via de toeleverancier geleverd aan de verwerker. “Zij versnipperen de folie en schonen deze vervolgens”, vertelt Wolters. “Daarna worden deze snippers gedroogd en kunnen deze worden omgevormd tot korrels; het zogeheten recyclaat. Dit kan worden gebruikt bij het maken van nieuwe kunststof producten. Je vormt afval dus om tot een nieuwe grondstof.”
Om de loopfolie te kunnen recyclen, moet deze aan strikte voorwaarden voldoen. Zo mogen er geen andere soorten kunststof of plantresten tussen zitten. Wolters: “Dit is een must om een zuiver recyclaat te kunnen produceren. Telers moeten de folie daarom veegschoon aanleveren. Deze hoeft er niet uit te zien als nieuw, maar moet wel zo schoon mogelijk zijn.”
Voor de familie Jacobs was het geen probleem om aan deze eisen te voldoen. Zij scheidden de plantresten, het biologisch touw en de clips die zij gebruiken namelijk al van de loopfolie. “Hier begonnen we acht jaar geleden mee”, vertelt Jacobs. “Enerzijds omdat we bang waren dat we de folie op termijn niet meer kwijt zouden raken. Daarbij voelde het niet goed: thuis gooi je immers ook niet al je afval op een hoop. We zijn daarom anders en vooral secuurder gaan werken: als we de folie uit de kas halen, zorgen we dat er nagenoeg geen clips, touw en gewasresten meer op liggen. Eerlijk is eerlijk: dat vergt fors meer arbeid. Maar nu we de folie kunnen aanbieden voor recycling plukken we de vruchten van deze werkwijze. We hebben onze manier van werken afgelopen jaar nauwelijks meer hoeven aanpassen. Onze folie was al schoon genoeg. Wel rollen we deze, op verzoek van de verwerker, op een andere manier op.”
Geen hogere wiskunde
Wat levert dit de teler op? Jacobs geeft aan dat hij fors minder betaalt om de folie kwijt te raken. “Maar daar staat tegenover dat we meer arbeid moeten inzetten om de folie veegschoon te krijgen. Per saldo zijn we dan ongeveer even duur uit. Maar we werken wel duurzamer – iets waar we veel waarde aan hechten – en deze manier van afzet biedt meer zekerheid richting de toekomst. Zoals gezegd: ik ben bang dat je dichtgevouwen folie met clips, touw en plantresten erin op termijn niet meer kwijtraakt.”
Volgens Wolters is het leveren van folie voor verwerking tot recyclaat ongeveer de helft zo duur als aanbieden als restafval. “Andere glastuinders die hun loopfolie willen aanbieden voor recycling kunnen zich bij ons melden. Wij kijken dan of zij voldoen aan de genoemde voorwaarden. Op de meeste glastuinbouwbedrijven wordt de folie nog altijd dichtgevouwen met plantresten, clips en touw erin. Veel telers zullen dus anders moeten gaan werken. En dat is geen hogere wiskunde, maar kost wel tijd en energie. Feit is dat verwerking tot recyclaat op dit moment, financieel en milieutechnisch gezien, de beste methode is om je loopfolie kwijt te raken.”
Jacobs deelt die mening, maar is tegelijkertijd huiverig dat telers die zich minder strikt aan de eisen houden roet in het eten zullen gooien. “Wij hebben de afgelopen jaren veel tijd en arbeid gestoken in het aanpassen van onze werkwijze en kunnen de loopfolie nu schoon aanbieden. Het zou zonde zijn als anderen het niet zo nauw nemen met de gestelde eisen, waardoor verwerkers straks geen loopfolie meer willen innemen.”
Tekst en beeld: Ank van Lier