Het Nieuwe Telen toepassen in een teelt waar nog lang niet alle optimale groeiomstandigheden bekend zijn, is ronduit een uitdaging. Maar met de plantbalansen als uitgangspunt voor klimaatregeling blijkt ook een gewas als zamioculcas goed te reageren op het nieuwe teeltregime. Ook potplantentelers kunnen daarvan profiteren wanneer zij bereid zijn om hun vaste gewoontes iets los te laten.
Een half jaar na de start van het onderzoek naar een lager energieverbruik in potplanten bij het Delphy Improvement Centre in Bleiswijk zijn al verschillen ontstaan tussen de twee afdelingen. In een afdeling telen de proefnemers volgens praktijkomstandigheden, in de andere afdeling sturen zij volgens de principes van Het Nieuwe Telen (HNT).
Pilotgewas is zamioculcas, maar in iedere afdeling staat ook een kleine partij dipladenia. Onderzoeker Tristan Marcal Balk van Delphy, Paul Arkesteijn van Svensson en Jan Voogt van Hoogendoorn Growth Management buigen zich over de eerste resultaten.
Licht toelaten
De standaardafdeling heeft een klimaatscherm (Tempa 5555 FR), dat overdag zonwerend is en ’s nachts energie bespaart. De HNT-afdeling heeft een diffuus klimaatscherm (Harmony 3647 FR) en een dubbel energiescherm met spouw (Luxous 1147 FR), nivolatoren voor luchtbeweging en een vernevelingsinstallatie.
In de praktijk zijn telers geneigd om in deze teelt relatief veel te schermen, maar over de werkelijke lichtbehoefte van het proefgewas is nog niet alles bekend. Bij het onderzoekscentrum, kijken de onderzoekers hoeveel licht ze kunnen toelaten in combinatie met vernevelen. Marcal Balk: “Dit voorjaar zijn we op enkele dagen iets te ver gegaan, hebben we gemerkt. Dat gaf wat bladrandjes en vergeling, maar inmiddels is dat probleem voorbij en staan de planten er goed bij.”
Met het seizoen mee
Uitgangspunt van HNT is om zoveel mogelijk met het dag-nachtritme en het seizoen mee te telen om de groei te optimaliseren én energie te besparen. De temperatuur mag bijvoorbeeld overdag hoger oplopen dan gebruikelijk, waarna een koelere nacht volgt. Als de etmaaltemperatuur daarbij maar in evenwicht blijft met de lichtsom. Dat principe geldt ook voor winter en zomer. Afgelopen winter is in de HNT-afdeling een lagere etmaaltemperatuur aangehouden dan in de referentiekas om vervolgens in het voorjaar met het licht mee warmer te telen.
Dit effect was terug te zien in het gewas, dat zich afgelopen winter trager ontwikkelde in de HNT-afdeling. Inmiddels is de situatie omgekeerd en loopt de afdeling voor op de referentieafdeling. De zamioculcasplanten zijn iets vleziger en voller, blijkt nu. Bovendien groeien ze iets compacter. De dipladenia’s laten al meer bloemen zien. Dat zijn allemaal positieve zaken.
Assimilatenbalans
“Vaak schrikken telers van hogere temperaturen. Dat hoeft echter helemaal niet zolang er een goede verhouding is tussen lichtsom, etmaaltemperatuur en plantbelasting. Tomatentelers denken dat de vruchten bij hogere temperaturen fijner worden, maar bij een lage plantbelasting neemt de grofheid juist toe en rijpen de vruchten sneller af”, legt Voogt uit. “Als je de etmaaltemperatuur laat dalen, dan vertraagt de ontwikkeling en neemt de plantbelasting toe. Dan raakt vervolgens bij hogere temperatuur de assimilatenbalans uit evenwicht.”
De logica van de assimilatenbalans kun je ook vertalen naar potplanten. Deze proef toont eens te meer aan dat je plantengroei minder op gevoel en meer op basis van wetmatigheden kunt benaderen.
Meerdere schermen
Potplantentelers hebben over het algemeen één scherm in de kas, dat zowel voor het wegschermen van te veel licht als voor energiebesparing wordt gebruikt. De HNT-afdeling heeft meerdere schermen. “Het is een uitdaging om met twee klimaatschermen te leren werken voor het wegschermen van te veel licht”, vindt Arkesteijn. “Je kunt daarbij het beste eenvoudig beginnen en vervolgens ervaring opdoen. Eerst een scherm voor een deel dicht trekken en daarna het tweede scherm laten volgen, om dat vervolgens weer af te bouwen. We hebben in de HNT-afdeling door het schermprogramma aan te passen in totaal meer licht toegelaten.”
Boven 300 W/m2 natuurlijk licht gaat de verneveling aan. Deze moet het klimaat goed houden en ervoor zorgen dat de plant kan blijven verdampen, ondanks meer licht en hogere temperaturen. Het meten van de fotosynthese zou de uitkomst zijn om te onderbouwen of deze stelling klopt. Dit gewas laat zich immers erg moeilijk lezen. Over de groeiomstandigheden van zamioculcas is überhaupt nog niet heel erg veel bekend. “Maar hoe minder je weet, des te meer je kunt leren”, merkt Voogt optimistisch op.
Hogere etmaaltemperatuur
Op praktijkbedrijven ligt het energieverbruik in deze teelt tussen de 33 en 34 m3/m2 per jaar. Bij de nieuwe teeltmethode zou dat energieverbruik terug kunnen naar 18 m3 per m2, zo is de doelstelling. Vlak na de winter lag het energieverbruik inderdaad op 50%, maar de etmaaltemperatuur lag ook lager dan van de referentieafdeling.
“Inmiddels is dat veranderd en moeten we iets extra stoken in de nacht en we verwachten dat we de halvering van het energieverbruik niet helemaal zullen halen”, vertelt Balk. De etmaaltemperaturen in de referentieafdeling liggen tussen de 21 en 23°C. Die van de HNT-afdeling tussen de 21 en 26°C. Op zonnige dagen mag de dagtemperatuur er oplopen tot 32°C.
Met spouw
Gekozen is om in deze proef het effect van een energiescherm met spouw te onderzoeken. Zo’n spouw blijkt minder uitstraling in de hand te werken in vergelijking met een enkel klimaatscherm, omdat het onderste scherm de temperatuur van de kaslucht benadert. Arkesteijn: “We merken dat zo’n kleine spouw met stilstaande lucht niet echt veel extra doet voor energiebesparing. Die is ongeveer gelijk aan twee aparte klimaatschermen. Bovendien worden beide schermen als één aangestuurd, waardoor je het schermniveau niet in twee stappen kunt regelen.”
“Het is een soort tussenoplossing”, vult Voogt aan. “Het is een verbetering op één schermdoek, maar geen alternatief voor twee onafhankelijk van elkaar te bedienen schermen.”
Teeltduur verkorten
In de afdelingen zijn bij aanvang drie verschillende plantstadia in twee potmaten (12 en 17 cm) gezet. De planten die bij aanvang 30 weken oud waren, zijn na 20 weken teelt uitgegroeid tot leverbare planten. De proefnemers verwachten dat ze door het toepassen van HNT de teeltduur kunnen verkorten van 50 naar 48 weken. Ondanks de koude winter hebben de planten toch een voorsprong genomen ten opzichte van de referentieafdeling.
Het onderzoek valt binnen het programma Kas als Energiebron en is gefinancierd door het Ministerie van EZ, Svensson en vijf potplantentelers.
Samenvatting
In het eerste halfjaar van het onderzoek naar Het Nieuwe Telen bij potplanten blijkt dat het nieuwe temperatuurregime zeker geen nadelige gevolgen heeft voor de ontwikkeling van zamioculcas. Wel is het nog aftasten hoeveel instraling je mag accepteren in dit gewas. Halvering van de energie-input is in het winterhalfjaar goed gelukt. In de tweede helft van het jaar moet duidelijk worden of deze lijn doorzet.
Tekst en beeld: Pieternel van Velden.