In de vruchtgroenteteelt is het jaarlijks desinfecteren en ontsmetten van de kas een terugkerend ritueel. Ook voor veel sierteeltbedrijven wordt het steeds relevanter om na te denken over een schone start en kritisch langs alle stappen van het hygiëneprotocol te lopen.

Bij de teeltwisseling valt het nog niet mee om de stap te maken van het papieren protocol naar uitvoering in de dagelijkse praktijk. Zijn alle handelingen om schoon te blijven wel echt nodig om een infectie te voorkomen? En loont het om er extra tijd en aandacht aan te besteden?

Ruim alle plantenresten op

Het opruimen van alle plantenresten is belangrijk, omdat veel ziekteverwekkers zeer goed kunnen overleven in plantenresten zoals stengels, bladeren en wortelresten. Onder gunstige condities, met voldoende vocht, soms wel meerdere jaren. Dit geldt vooral voor micro-organismen die een deel van de levenscyclus kunnen voltooien zonder een levende waardplant. Ze vormen dikwandige ruststructuren waardoor ze goed tegen droogte en voedselarme condities bestand zijn, zoals Fusarium, Botrytis, Verticillium, Pythium of Phytophthora (zie foto).
De zogenaamde biotrofe organismen, waaronder meeldauwsoorten, leven veel korter en zijn voor het voltooien van hun levenscyclus volledig afhankelijk van de aanwezigheid van een waardplant. Deze zijn niet op een kunstmatig voedingsmedium te kweken en de meeste sporen kiemen optimaal binnen twee weken. Daarna neemt de kiemkracht snel af. Bij het opruimen van een gewas en alle gewasresten, is deze groep van schimmels snel verdwenen, omdat er geen actief gewas meer is met voldoende voedingsstoffen.

Vermijd contact met grond(deeltjes)

Bij de teeltwisseling en nieuwe inrichting van een kas is het belangrijk om fysiek contact met de ondergrond te vermijden en kwetsbare plekken aan te pakken. Denk hierbij aan scheuren in het beton, grondfolie of loopdoek. Vooral na een periode met heftige regenval kunnen hierdoor weer gemakkelijk nieuwe infecties ontstaan. De ruststructuren van ziekteverwekkers wachten namelijk gunstige condities met voldoende vocht af, waarna talloze sporen met een zwemstaart zelf actief op zoek gaan naar een geschikte waardplant.

Kritische fase bij start van de teelt

De start van een teelt is cruciaal. Als de ontsmetting goed is uitgevoerd en ook alle organische gewasresten zijn opgeruimd, kan een nieuwe teelt schoon starten. Tegelijkertijd is een plant in een schoon substraat dan nog super kwetsbaar, omdat gunstige microben nog niet de tijd hebben gehad om zich te ontwikkelen. Bij jonge planten zijn de wortels nog klein en niet in het substraat aanwezig, om al voldoende voedingsstoffen (onder andere suikers) af te geven aan de microben om een weerbare populatie te vormen.
Uit de literatuur komt naar voren dat bij een weerbaar substraat, bacteriën zoals Pseudomonaden en Bacillussoorten een belangrijke rol vervullen in het remmen van ziekteverwekkers. Zodra de wortels goed door de mat zijn geworteld, is doorgaans een eerste kritische infectiefase overleefd.

Monitoring tijdens de teelt

Het is belangrijk dat de aandacht voor de hygiënemaatregelen en uitvoering halverwege het seizoen niet verslapt. Blijf daarom niet alleen alert op planten met ziekteverschijnselen, maar houd ook een vinger aan de pols door de bekende ziekteverwekkers in je gewas en waterstromen geregeld te monitoren. Succes met een schone start!

Tekst: Jantineke Hofland-Zijlstra, Weerbare Plant