Chrysantenteler Koen Kreling investeerde in het najaar van 2021 in insectengaas. Een jaar later concludeert hij dat dit gaas de verwachtingen vooralsnog niet heeft waargemaakt: Kreling had meer last van vliegende insecten dan verwacht en moest hierdoor ook meer chemie inzetten dan hij hoopte. Klimaattechnisch bleek het telen onder insectengaas prima mogelijk.
Terwijl Koen Kreling enkele maanden geleden nog positief was over de effecten van het insectengaas, is hij nu minder te spreken over de resultaten in het eerste jaar. “We installeerden het gaas ongeveer een jaar geleden op onze kas van 12 hectare. Dit om de grote problemen met vliegende insecten, waaronder wantsen, een halt toe te roepen”, zegt Kreling, die eigenaar is van Diamond Flowers in Zuilichem.
Minder wittevliegen
Aanvankelijk leek het er volgens de ondernemer op dat het gaas goed zijn werk deed. Hij had namelijk duidelijk minder last van wittevlieg. Dit bleek volgens Kreling ook uit de data van een speciaal monitoringsproject, waaraan de teler deelneemt. Hierbij wordt de situatie op diverse bedrijven met en zonder gaas onder de loep genomen. Het project werd opgezet door de landelijke commissie Chrysant van Glastuinbouw Nederland, samen met Delphy en Van Iperen. Het onderdeel klimaatmonitoring wordt gefinancierd vanuit het programma Kas als Energiebron.
“In onze kas werd veel minder wittevlieg aangetroffen dan in een andere kas in de buurt, waar geen insectengaas is geïnstalleerd. Dus in dat opzicht sorteert het gaas zeker effect.”
Problemen met wantsen en rupsen
De teler had echter wel behoorlijk wat last van motten, wat resulteerde in problemen met rupsen. Deze problemen begonnen in het voorjaar en hielden aan tot enkele weken geleden. “Waarschijnlijk waren deze te wijten aan het feit dat wij in de lente flink wat grond in de kas hebben gereden. Hierbij stonden de kasdeuren veelvuldig open, wat zorgde voor een rupsenprobleem. En dit werkte lang door; ik heb diverse malen moeten spuiten hiertegen.”
Daarnaast trof Kreling de afgelopen periode behoorlijk wat wantsen aan in zijn kas. Ook hier moest chemie tegen worden ingezet. “Ik heb geen idee hoe deze wantsen binnen zijn gekomen, maar ik ging er eigenlijk vanuit dat het gaas ervoor zou zorgen dat we hier definitief vanaf waren.”
In totaliteit wist de teler afgelopen jaar niet te besparen op de kosten voor gewasbescherming. Iets waar hij vooraf wel vanuit was gegaan. “En een besparing op chemie is ook nodig om de investering in het gaas, vijf euro per vierkante meter, te kunnen terugverdienen. Ik had gehoopt het gaas binnen vier tot vijf jaar te kunnen terugverdienen, maar dat wordt nu dus langer. Al met al heeft het gaas de verwachtingen in het eerste jaar nog niet waargemaakt.”
Geen klimaatproblemen
Desondanks heeft de teler geen spijt van de gedane investering. “Na één jaar kun je nog geen definitieve conclusies trekken. Daarbij zien we dus wel dat het gaas íets doet, maar het effect is gewoon minder groot dan verwacht. Een positief punt is ook nog dat het klimaattechnisch prima mogelijk is om te telen onder het gaas. Wanneer je verneveling inzet, wordt het op warme dagen maximaal 1 tot 2 graden warmer in de kas dan in een kas zonder gaas.”
Aanpakken andere invalspoorten
Kreling gaat er vanuit dat hij volgend jaar minder problemen met ‘beestjes’ zal hebben. Omdat hij geen grond meer in de kas gaat rijden, verwacht hij dat er weinig rupsen meer zullen opduiken. “Daarbij willen we mogelijke andere invalspoorten voor insecten aanpakken. Zo overwegen we om een soort sluis te maken bij de deur, met overdruk. Dat scheelt waarschijnlijk ook. Alleen insectengaas is niet voldoende om vliegende insecten definitief uit te bannen, dat is wel gebleken.”
Goede resultaten andere chrysantenbedrijven
Volgens Guido Halbersma van Van Iperen zijn op de andere twee chrysantenbedrijven die meedraaien in het monitoringsproject betere resultaten geboekt. “Hier zien we nauwelijks nog problemen met vliegende insecten, ook maken de telers fors minder kosten voor insectenbestrijding. Je moet dan denken aan een besparing van circa 75 cent per vierkante meter. En tegen rupsen is zelfs helemaal niets gespoten, terwijl de twee referentiebedrijven zonder gaas juist heel veel kosten maakten voor rupsenbestrijding. Bij Kreling is het waarschijnlijk misgegaan doordat hij in het voorjaar grond de kas inreed. Dat hij, ondanks het insectengaas, nog steeds last heeft van wantsen, kan ik niet verklaren.”
Halbersma geeft aan dat het monitoringsproject wellicht een vervolg krijgt na dit jaar. Ook wordt dit mogelijk uitgebreid naar andere teelten.
Tekst: Ank van Lier, beeld: Wilma Slegers