Komkommertelers Dion en Thom van Mullekom leverden vorig jaar flink wat productie in door problemen met het Cucurbit Aphid-Borne Yellow virus (CABYV). Om dit virusprobleem te tackelen, liet afzetvereniging Kompany insectengaas installeren op het bedrijf. Dit werpt letterlijk zijn vruchten af: het virus is onder controle en ook andere ziekten en plagen leiden nauwelijks nog tot problemen. Hierdoor weten de ondernemers de inzet van chemie fors te reduceren.
Het CABY-virus zorgde in 2021 voor 10 tot 15% productiederving in de zomerteelt van Multigrow in Grashoek. Ook moesten vader en zoon Van Mullekom het gewas noodgedwongen eerder ruimen. Heel frustrerend, geeft Dion van Mullekom aan. “Als teler wil je dat je gewas er goed bijstaat. Een plant die steeds geler wordt en nauwelijks nog vruchten geeft, dat kost geld én ontneemt je werkplezier. Zeker omdat er geen effectieve mogelijkheden zijn om het CABY-virus te bestrijden. Er zijn nauwelijks nog goede middelen beschikbaar tegen luizen, die het virus overbrengen. Zelfs in combinatie met biologische bestrijders kregen we de luizendruk vorig jaar niet onder controle. Daarbij zijn in de vrije natuur enorm veel waardplanten voor luizen en dus virussen aanwezig. Het was vechten tegen de bierkaai.”
Twee geïnfecteerde planten
Om het probleem de kop in te drukken, liet afzetvereniging Kompany dit voorjaar luizengaas installeren in de luchtramen van het 5,75 ha grote bedrijf. “We liepen al langer rond met het idee om hierin te investeren, om zo andere insecten buiten te houden. De problemen met CABY hebben dit proces versneld. Zo’n grote productiederving, kun je je als groenteteler gewoonweg niet veroorloven.”
Het luizengaas sorteert effect: de telers vonden dit jaar nog slechts twee planten die waren geïnfecteerd met het CABY-virus. “Dat is vrijwel niets. En dat terwijl enkele andere komkommerbedrijven helemaal onder zitten, ook hier in de omgeving.”
Must voor toekomstbestendige glasgroenteteelt
De telers hebben daarnaast veel minder te stellen met andere ziekten en plagen, waaronder rupsen, witte vliegen en wantsen. “Er kan nauwelijks nog een beestje binnenvliegen; dat scheelt enorm veel. Ook andere virussen zijn nagenoeg geen issue meer. Het gewas staat er beter en rustiger bij en we zetten 50 tot 60 procent minder chemie in tegen insecten. Ook hoeven we minder biologische bestrijders uit te zetten, doordat deze populatie beter binnen blijft. Dat is grote winst, mede omdat het middelenpakket verder verschraalt en afnemers eisen dat je als teler duurzaam produceert. Insectengaas is een must voor een toekomstbestendige glasgroenteteelt en wordt uiteindelijk de standaard; daar ben ik van overtuigd.”
Van Mullekom denkt dat een investering in insectengaas – die afhangt van het type kas en gaas – snel terug te verdienen is. “Want naast de genoemde voordelen hebben we ook geen productiederving meer. En niet te vergeten: het scouten van ziekten en plagen kost veel minder tijd.”
Minder luchtingscapaciteit
Het gaas kent ook nadelen. Zo verliezen de telers wat licht, moet het gaas jaarlijks worden schoongemaakt en is sprake van 30% minder luchtingscapaciteit. “Op extreem hete en vochtige dagen in de zomer is dit wel een issue. Maar dit nadeel weegt niet op tegen de voordelen van het gaas. Daarbij heb ik het idee dat we, door de lagere luchtingscapaciteit, de CO2 beter in de kas weten te houden. En dit komt de plantgroei weer ten goede.”
Tekst en beeld: Ank van Lier