Op 1,6 ha produceert Cympha jaarlijks enkele miljoenen pot-phalaenopsis voor de food retail. De kwekerij probeert duurzaam en low cost te produceren met behulp van groene netstroom en sinds 2005 met restwarmte van de RoCa-centrale. Via een aparte BV ontwikkelt het zelf duurzame technieken voor belichting, ontvochtiging en water- en luchtbehandeling. ‘Operational excellence’ is het doel, zegt eigenaar en MBA-er Ivo Biemond, die de kwekerij bedrijfsmatig bestuurt. “Wij zijn de Ryanair onder de phalaenopsistelers.” 

Hoge plantaantallen, een- en tweetakkers, kleine potmaten (5,5 en 9 cm) en een strakke planning met een focus op retailacties, zo zou je Cympha qua strategie kunnen karakteriseren. Een geoliede machine, gericht op het leveren van maximale kwaliteit en duurzaamheid tegen zo laag mogelijke kosten. Bovendien houdt Ivo Biemond graag alles in eigen hand: van veredeling tot aflevering.
Planten die genetisch niet passen in het systeem gaan onherroepelijk uit het assortiment. “De meeste telers passen hun teeltwijze aan de plant aan, wij passen de planten aan onze teeltwijze aan. Qua kas zijn wij niet zwaar geautomatiseerd, maar we werken veel met dashboards en houden veel data bij, wat het nemen van beslissingen makkelijker maakt.”

Restwarmte

Hoewel Cympha hogere kosten maakt door het gebruik van groene netstroom en restwarmte in vergelijking met telers met een WKK ziet hij toch voordelen. Biemond: “Eigenlijk is restwarmte nog steeds extreem duur. Omdat de energiebelastingen op gas omhoog zijn gegaan en nog steeds hoger worden is het voor ons interessant om restwarmte te blijven gebruiken, ook vanwege het duurzaamheidsverhaal.
Het werkt makkelijk: je hebt geen machinestoringen. Bij geothermie is het vaak: als de boring eenmaal gedaan is loopt het meestal wel door, mits er voldoende onderhoud gepleegd wordt en er geen verstoppingen optreden. Alleen is de temperatuur bij geothermie niet overal gelijk en moet het vaak worden opgewaardeerd.”

Minder energie, hogere kosten

CO₂ betrekt hij van OCAP, dat vroeger van RoCa was. “OCAP valt nog weleens stil, maar niet meer zo vaak als vroeger. Voor ons is CO₂ een toevoeging, maar geen noodzaak. Wij doseren in principe aan het eind van de middag, als de doeken dicht gaan. Dat is een keer 800 ppm, maar in de praktijk gebruiken wij drie keer niks.”
Dankzij het gebruik van LED’s en ontvochtigers van Bimco Holland heeft Biemond zijn energieverbruik flink naar beneden gebracht: “Wij gebruiken 55 procent minder energie ten opzichte van 2020. Maar onze energiekosten zijn desondanks nog iets hoger dan toen. Dat is eigenlijk bizar. Anders hadden we nu veel hogere energiekosten gehad.”

LED-belichting en ontvochtiging

De LED-armaturen heeft Biemond zelf ontwikkeld en bestaan uit een soort discs waar wit licht uitkomt. “We hebben een 40, 80 en 200 watt-armatuur ontwikkeld en deze op verschillende plekken in de kas hangen. Doordat we met dubbele lagen telen is dit verschil in wattage nodig.” De 200 watt lampen geven circa 70 mmol/m².s op plantniveau. Voor de opkweek is dat voldoende. “Voor de koelfase, bloei en afkweek ook, maar als je het aan een gemiddelde phalaenopsisteler vraagt zullen ze zeggen van niet.”
“Wij telen voor een groot deel planten van eigen genetica die bij dit systeem passen. Die zijn geselecteerd op snelheid met een lagere lichtbehoefte en die doen het goed onder wit licht, vergelijkbaar met TL-licht. Overigens is TL al 40 jaar in gebruik in de veredeling van phalaenopsis.”
In principe is 70 mmol/m².s voldoende, legt de teler uit. “Wij zien dat in bepaalde fases van de teelt de temperatuur belangrijker is dan het lichtniveau. De meeste telers zie je volle bak belichten, maar dan moet je heel erg koelen.” Uit de door de teler uitgevoerde  proeven met cellenteelt en zelf ontwikkelde 6 watt lampen is gebleken dat als je de temperatuur in de koelfase constant weet te houden en je maar 70 mmol/m².s licht geeft, je eigenlijk hetzelfde resultaat krijgt. “Daar zit een flinke besparing in. Met LED’s in de kas moet je ontvochtigers gebruiken. Verder hebben wij twee − en in de opkweek − drie schermen. In de afkweek hebben we drie schermen op één bed: twee energiedoeken en een zonwerend doek.”

Zandzakjespolitiek

Duurzaamheid is ook belangrijk op andere vlakken dan energie: zo gebruikt Cympha luchtontsmetting door middel van ionisatie. “Dan praten we over luchtfilters. In principe doodt het bacteriën, virussen, schimmels en stof: dat gaat allemaal omlaag door die ontsmetting. We doen aan waterionisatie, met een buisje, daar gaat het doorheen. Daardoor worden we steeds schoner. Die ionisator herstructureert het water, waardoor de kiemgetallen gigantisch naar beneden gaan.”
Verder is hij bezig de planten weerbaarder te maken met biostimulanten, onder andere met zeewier. “We zijn sinds 1 januari veenloos gaan telen; we gebruiken nu een mix van kokos, houtvezel en bark. Verder proberen we chemievrij te telen.”
Chemie gebruikt de teler meestal pleksgewijs, vooral tegen de peper en Californische trips en dopluis. “Wij gebruiken geen insectengaas, nog niet, maar ik ben er wel naar aan het kijken. Verder kijken we om onze proef in klimaatcellen verder uit te breiden. Ik noem dat weleens zandzakjespolitiek: één zandzakje heeft geen zin, maar honderd zakjes wel. Het is puzzelen. Niet alles lukt in een keer. Maar doordat we continu bezig zijn komen we steeds verder.”
Tot slot: wat levert duurzaam produceren jou op? “Verkoop.” Maar ook goodwill, bij je medewerkers of omgeving? “Dat is een beetje de trend, maar het zit gewoon in ons DNA om ervoor te zorgen dat het continu beter kan met minder gebruik van grondstoffen.”

Tekst en beeld: Mario Bentvelsen

 

  • Ivo Biemond: “Dankzij het gebruik van LED’s en ontvochtigers gebruiken we 55 procent minder energie ten opzichte van 2020.”