Blad snijden behoort tot de meest tijdrovende werkzaamheden bij de teelt van komkommers aan de hogedraad. Om die reden schafte Paul van Lipzig twee jaar geleden twee bladplukrobots aan, die nu het merendeel van de bladsnijwerkzaamheden voor hun rekening nemen. Daarmee bespaart de komkommerteler op jaarbasis 650 tot 700 arbeidsuren per hectare. Toch is er ook nog winst te boeken: de teler zet nog een operator in om de robots optimaal te laten draaien en laat deze nog niet volledig zelfstandig rijden.
Arbeid is de grootste kostenpost bij Hortus in Futuro in Maasbree; het bedrijf van Paul van Lipzig. “Daarbij is arbeid steeds duurder en schaarser. Ook wordt het lastiger om kwalitatief goede mensen te vinden”, zegt de teler, die hogedraadkomkommers teelt op een oppervlak van 9,7 ha.
Om die reden oriënteert hij zich op het automatiseren van werkzaamheden. Zo kwam enkele jaren geleden de Diplo bladplukrobot van Lenzeel in beeld. “Een collega-teler had deze mee ontwikkeld en werkte er succesvol mee. Vooral het feit dat de robot geen gebruikmaakt van visiontechnologie sprak me aan. Bij eerdere automatiseringsprojecten had ik gezien dat deze technologie in veel gevallen niet goed werkt; het is gewoon te ingewikkeld. Aan de bladplukrobot zit geen poespas, het is een ‘rechttoe rechtaan’-machine. Dat sprak me aan. En hij werkt ook nog naar behoren.”
Passend bij bedrijfsopzet
Van Lipzig koos ook voor de robot omdat deze goed in zijn bedrijfsopzet past. Hij heeft namelijk drie komkommerteelten per jaar. “Doe je twee teelten, dan moet het blad snijden uiterst nauwkeurig gebeuren. De teelt is immers langer, dus moet je ziekten en plagen beter onder controle zien te houden. Naar mijn mening, sommigen denken daar anders over, is het dan belangrijk dat het blad direct aan de stam wordt afgesneden. Dit om te voorkomen dat ziekten als Botrytis en Mycosphaerella kunnen toeslaan. Bij drie teelten zijn de risico’s minder groot, aangezien de teelten korter zijn. Om die reden is het ook niet erg als wat verder van de stam wordt geknipt en er steeltjes blijven zitten, zoals het geval is bij deze robot.”
Ventilator en kunststof rollen
De twee robots werden medio 2022 in gebruik genomen bij het bedrijf en draaien nu drie seizoenen. Van Lipzig was de tweede komkommerteler die ging werken met deze machines. “De elektrisch aangedreven robot beweegt zich zelfstandig door de rijen, over de buisrail. Wel zit er een elektriciteitskabel aan de machine, die automatisch op- en afrolt”, vertelt Stijn Linders van Lenzeel.
“Het apparaat bestaat uit een platform in combinatie met een plukunit. Op deze unit zit een ventilator, die de bladeren aan de onderzijde van het gewas aanzuigt en van de steel scheurt. Vervolgens ‘slurpen’ twee draaiende kunststof rollen het blad naar binnen, waar dit wordt geshredderd en vervolgens uitgeworpen.”
De teler kan op het bedieningspaneel ingeven in welke rijen de robot het blad moet plukken. Aan de hand van RFID-tags, die vooraan de rijen in het betonpad zitten, weet de robot welke rijen hij moet afwerken. “Hij rijdt heen en terug door de rij en plukt daarbij steeds één kant. Aan het eind van een rij kan de robot zich eigenhandig, via het middenpad, naar de volgende rij bewegen. Op de robot zit een sensor, die ervoor zorgt dat deze stopt wanneer er obstakels − bijvoorbeeld karren of personen − in de buurt komen. Daarbij wordt het deel van de robot dat in aanraking komt met de plant aan het einde van iedere rij ontsmet met UV-C-licht.”
Inzet overdag
Hoewel de robots in principe autonoom en volledig zelfstandig kunnen draaien en dag en nacht inzetbaar zijn, kiest Van Lipzig ervoor om deze alleen overdag te laten ‘werken’. Ook is er een operator aangesteld, die verantwoordelijk is voor het aansturen van de robots.
“We hebben in het begin wel geprobeerd om de robots zelfstandig en ook in de nacht te laten draaien, maar dat werkte niet prettig”, zegt de teler. “Ze sprongen regelmatig op storing − bijvoorbeeld omdat er een blad voor de sensor zat − en dan kreeg ik een alarm. Daar word je niet blij van. Vandaar dat we ze nu alleen overdag inzetten; gemiddeld zo’n acht tot negen uur op een dag.”
Een robot doet op het bedrijf minimaal 11,5 uur over het bladplukken van één hectare. “Operator Grzegorz Jeznach stelt de robots in, houdt in de gaten of alles goed verloopt en verlegt de elektriciteitskabel wanneer de machines naar een andere rij gaan. In de toekomst hopen we de robots wel zelfstandig te kunnen laten rijden en 24/7 te kunnen inzetten.”
Linders geeft aan dat de bladplukrobot inmiddels is doorontwikkeld en storingen minder vaak aan de orde zijn. “De meeste van de vijftien telers die inmiddels met de Diplo werken, laten deze zelfstandig rijden. Dag en nacht. In principe zou dit nu ook bij Hortus in Futuro moeten kunnen.”
Terugverdientijd
De hamvraag is hoeveel arbeidsbesparing de robots opleveren? “We besparen hiermee op jaarbasis 650 tot 700 uur per hectare”, zegt Van Lipzig. “Gemiddeld genomen zijn onze bladplukkosten hierdoor met 40 tot 50 procent gereduceerd. Want hoewel de robots op ons bedrijf zo’n 70 procent van het blad plukken, moet er ook nog wel handmatig blad worden gesneden. De eerste zes tot acht bladeren, totdat we het gewas laten zakken, doen we altijd met de hand. Het jonge gewas is immers gevoeliger voor ziekten en dus moet het blad plukken dan nauwkeuriger gebeuren. En als de plantjes klein zijn, kan de robot sowieso niet goed bij de bladeren.”
Ook ‘naplukken’ is nog nodig: de machine kan namelijk niet alle bladeren pakken. Daarnaast moeten dieven en zijscheuten handmatig worden verwijderd. “Ook moeten we de machine regelmatig schoonmaken. Maar desondanks besparen we dus fors op arbeidskosten; in onze situatie is de robot binnen twee tot tweeënhalf jaar terug te verdienen.”
Bedrijfsvoering aanpassen
De teler benadrukt dat een actief klimaat rond de stam een voorwaarde is voor een succesvolle inzet van de robots. Dit betekent concreet dat er onderin bij het gewas voldoende activiteit ofwel luchtbeweging moet zijn. “Dit doen we door het gewas onderin open te houden en voldoende warmte toe te voegen via de onder- en groeibuis. Op die manier zorgen we ervoor dat de stengels, waaraan de bladeren zaten, goed indrogen en ziekten geen kans krijgen.”
Hij noemt ook als aandachtspunt dat de ‘uitgang’ van de machine na enkele rijen moet worden schoongemaakt. “Dan hoopt het blad hier namelijk op. Maar de leverancier werkt hiervoor aan een oplossing. Sowieso wegen deze zaken niet op tegen de winst die de robot ons biedt. In de toekomst hopen we nog verdere stappen te zetten qua arbeidsbesparing. Onder meer door de robots, zoals gezegd, dag en nacht volledig autonoom door de kas te laten rijden.”
Tekst: Ank van Lier, beeld: Stefan Koopmans