De afleverruimte van de phalaenopsis is één bloemenzee. Grootbloemige tweetakkers met bloemen in tientallen kleuren en patronen vinden schijnbaar moeiteloos hun weg over de band naar de plaats waar ze worden ingepakt voor de klant. Sinds het afgelopen jaar groeien de planten bij Levoplant onder dimbare full LED-belichting. Dankzij de schermoplossing krijgen de teeltafdelingen het licht dat ze nodig hebben met minder gebruik van fossiele energie.

Phalaenopsis is het hoofdproduct van potplantenkwekerij Levoplant. Daarnaast telen ze de tuin- en terrasplant Cordyline australis, waarmee ze marktleider in Europa zijn. Kwaliteit en duurzaamheid zijn de hoofdwaarden binnen dit bijzondere bedrijf.
De grondleggers in 1969 waren Leo van der Voort en zijn vrouw Anneke. De 7.000 m² grote groentekwekerij in Wateringen ontwikkelde zich tot een succesvol potplantenbedrijf. De opvolgers − schoonzonen Henry Duijvestijn en Ron Fransen − geven leiding aan het inmiddels vier vestigingen omvattende bedrijf met 11,5 ha phalaenopsis en 3 ha Cordyline australis. Daar komt in september een nieuwe locatie bij van 6 ha.

Onderscheidende rassen

“We willen de beste en grootste leverancier zijn van grootbloemige tweetakkers op ras”, vertelt Henry Duijvestijn. De veredeling en opkweek besteden ze uit. “We zoeken speciale rassen met een goede kwaliteit en houdbaarheid, die we wekelijks aan kunnen voeren, met een zo laag mogelijk energieverbruik en weinig uitval.” Hij schat in dat ze op dit moment zo’n zeventig rassen hebben, waarvan er dertig tot veertig in productie zijn.
Het potplantenbedrijf loopt van oudsher voorop met innovaties en nieuwe ontwikkelingen om bij de top aangehaakt te blijven. Een voorbeeld is de automatisering. Grondlegger Van der Voort was de eerste met een geautomatiseerd teeltsysteem voor phalaenopsis. Hij ontwikkelde een systeem van planten in cups, voorzien van onzichtbare codes om de individuele planten te herkennen in het afleversysteem, te sorteren, op te pakken en in te pakken.
De ontwikkelingen in de automatisering van de potorchideeënteelt verliepen vervolgens heel snel, met camera’s, metingen en dataverwerking in de computer.” Dit systeem is doorontwikkeld op de hoofdlocatie op de Pouwelslaan in Honselersdijk, die gebouwd is in 2006/2007. Deze locatie van 5,2 ha is speciaal gebouwd voor orchideeën met een tweede teeltlaag van 1 ha boven de sorteer- en verwerkingsruimte.

Dimbaar full LED

Levoplant was een voorloper met dimbaar full LED om energie te besparen. Duijvestijn: “Dankzij de energiecrisis in 2022 zijn we in een keer met de phalaenopsis overgestapt op 30 of 50 procent hybride belichting door LED’s tussen de SON-T-lampen te hangen. We hadden het geluk dat de SON-T-lampen op alle locaties al op leeftijd waren. Een bijkomend voordeel is dat LED-lampen langer meegaan.” Teeltmanager Erwin van Vliet: “Omdat er toen nog weinig bekend was over de geschikte lichtkleur voor phalaenopsis hebben we gekozen voor de standaard lamp Siri van Hortilux.” Het spectrum bevat 89% rood, 6% blauw en 5% groen.
De locatie Herenwerf in Maasland heeft sinds 2023 dimbaar full LED; de hoofdlocatie in Honselersdijk sinds 2024. Dit jaar is het computersysteem op ‘dimmen’ aangepast. “Door traploos dimbare lampen te gebruiken, kunnen de verschillende plantfases op elk moment van de dag licht naar behoefte krijgen. Een orchidee heeft het liefst 14 tot 15 uur daglengte. Ze hebben de eerste één tot twee uur van de dag genoeg aan de helft van het licht, dat ze kunnen verwerken. In de overige tijd kun je fluctueren met de hoeveelheid licht.”
Sinds dit jaar hangt er verrood licht tussen de LED’s. Dit licht zorgt voor voldoende taklengte en knopvorming. “Dit is een testjaar om te kunnen sturen op de taklengte.”

Energienet in balans

Een andere reden om voor dimbaar full LED te kiezen, is de energiemarkt. Duijvestijn: “De dimbare optie kan helpen om het energienet in balans te houden. Dat is kostentechnisch gezien interessant voor ons. Wij hebben twee WKK’s staan vanuit de SON-T-tijd. Nu zou één WKK voldoende zijn. Door de extra WKK kunnen we flexibel reageren op de onbalansmarkt.”
Door de nieuwe manier van belichten, is het energieplaatje veranderd. SON-T-lampen gaven 50 procent warmte af, waarvan een deel vernietigd moest worden. De oplossing bij LED’s is een extra investering in schermen om het energieverlies te compenseren en een beetje bij verwarmen.

Twee schermdoeken

Phalaenopsis is een schaduwplant en heeft dus een lage lichtbehoefte. Tussen februari en oktober is er te veel licht. Schermen is bijna altijd nodig bij deze planten. Levoplant heeft gekozen voor de combinatie van dimbaar LED met een schermoplossing van Svensson.
“Met PARperfect kunnen we de lichthoeveelheid regelen van 140 tot 200 μmol, afhankelijk van de lichtbehoefte van het stadium: opkweek, koelen of afleveren”, legt Bart Bakker adviseur van Svensson uit. Uitgangspunt is een combinatie van minimaal twee schermen. In het geval van Levoplant gaat het om het verduisteringsscherm Obscura dubbellaag 10070 FR WB+BW bovenin en daaronder Harmony 2047 FR. “Dit nieuwe type klimaatscherm heeft veel voordelen. Het is een diffuus klimaatscherm met een hortiscatter van 85%, dat goed lichtdoorlatend is. ‘s Nachts zorgt de combinatie van deze twee schermen voor een energiebesparing van 60 tot 70 procent door de isolerende luchtlaag tussen de twee schermdoeken. Dat is zeker belangrijk bij een gewas dat vraagt om een hoge etmaaltemperatuur.”

Diffuus licht

Bakker: “Het lichtniveau is variabel te regelen, zowel momentaan als via de PAR-som. Dat wil zeggen aangepast aan de vraag van het gewas, het teeltstadium, de variëteit en de hoeveelheid licht die in de kas wordt gemeten. Ook tijdens de belichtingsuren kunnen de doeken ingezet worden om energie te besparen. Dankzij de homogene lichtverdeling groeit het gewas gelijkmatiger en is er minder arbeid nodig.”
Bakker verduidelijkt hoe de twee schermen samen werken. Het bovenliggende verduisteringsscherm schermt een deel van het licht weg. Zonder het eronder liggende diffuus makende scherm zouden er schaduwstrepen op het onderliggende gewas vallen. Nu zorgt het diffuse doek voor een homogene lichtverdeling op plantniveau. Anders gezegd elke plant ontvangt dezelfde hoeveelheid licht, waar ook in de teeltruimte.

Telen in gesloten kas

Op de nieuwste locatie willen de ondernemers ook de kaslucht ontvochtigen met binnen- en buitenlucht en de warmte hergebruiken. “Hoe dichter de kas, des te beter kun je de plant activeren door het ontvochtigen van de lucht. Het einddoel is telen in een gesloten kas, die niet persé meer van glas hoeft te zijn. Als je bij de teelt van een energievragend product de warmte binnen kunt houden, kun je al de helft van het energiegebruik besparen”, is de gedachte van Duijvestijn en Van Vliet.
De stap naar gesloten telen is nu nog te groot en te duur voor de koeling- en afkweekafdeling. Het is met name geschikt voor de afdeling met de hoogste energieconsumptie. Over tien jaar is het naar verwachting wel zo ver. In zo’n ‘schuur’ kun je écht energie besparen, zeker als het gaat om de warme afdeling van 29ºC. We hopen in de gesloten afdeling ook de gewasbescherming beter in de hand te kunnen houden.”

Tekst: Marleen Arkesteijn, beeld: Michel Heerkens