Het Masterplan Licht heeft als doel het verlagen van het energieverbruik in de glastuinbouw door een intelligente aansturing van de assimilatiebelichting, waarmee anders, minder of slimmer is te belichten. Om dit te realiseren wordt onderzocht of lichtintegratie mogelijk is bij planten met een gedetermineerde groei. Hiervoor zijn in totaal vier proeven in klimaatcellen bij Plant Lighting uitgevoerd met het voorbeeldgewas chrysant.

In het Masterplan Licht werken de business unit Glastuinbouw van Wageningen University & Research, Delphy Improvement Centre, Plant Lighting en Glastuinbouw Nederland samen.

Lichtintegratie langere tijdsduur

In de eerste proefronde is onderzocht of lichtintegratie over een vrij lange tijdsduur mogelijk is, zonder verlies van kwaliteit en productie. Hiervoor is de kortedagfase onderverdeeld in drie periodes van 19 dagen, de totale lichtsom over de 57 dagen teelt was wel gelijk. Dit levert ook direct inzicht op in welke periode van de teelt er een lagere of juist hogere lichtbehoefte is. Lichtintegratie biedt kansen om gedurende periodes in het jaar met weinig hernieuwbare energie of instraling tijdelijk minder te belichten, om dit vervolgens te compenseren in periodes met wel voldoende hernieuwbare energie of instraling.

Resultaten eerste proefronde

De resultaten laten zien dat een constante lichtintensiteit gedurende de hele kortedagfase de zwaarste takken oplevert. Dit gold voor beide getoetste cultivars, namelijk Chic en Ilonka. In de eerste 19 dagen van de kortedag de belichtingsintensiteit met 50% verlagen (welke later in de teelt wel werd gecompenseerd), resulteerde bij Ilonka in een gelijk drooggewicht en slechts 4 gram minder versgewicht. Bij Chic was er meer gewichtsafname, vermoedelijk omdat Chic eerder in de teelt z’n plantorganen ontwikkelt en dus ook eerder in de teelt een tekort heeft aan assimilaten.

Positief effect lichtintegratie

De belichtingsintensiteit met 50% verlagen in de laatste 19 dagen van de teelt leverde het meeste productieverlies op (±11g vers- en 0,8g drooggewicht). Dit was grotendeels toe te wijzen aan minder bloemgewicht, terwijl er nauwelijks minder bloem(knoppen) op deze takken zaten.
Het aantal bloem(knoppen) wordt grotendeels in de middelste 19 dagen bepaald. Bij Chic was dit effect het sterkst, waarbij de takken met minder licht gedurende de middelste 19 dagen gemiddeld slechts 6,8 bloemen(knoppen) hadden, terwijl de overige behandelingen gemiddeld 10,8 bloemen(knoppen) hadden.
De belichtingsintensiteit verhogen in de laatste 19 dagen van de teelt leverde voor beide rassen het hoogste bloemgewicht op terwijl het totale takgewicht iets lager was dan bij een constante belichting.
Het vaasleven was in alle behandelingen goed, hierop heeft lichtintegratie nauwelijks tot geen effect. Bovenstaande laat zien dat er mogelijkheden zijn tot lichtintegratie met beperkte effecten op kwaliteit en productie, wat het energetisch en economisch erg interessant maakt.

Doel volgende proefronde

In de volgende proefronde bekijken we wat het effect is van kortere lichtintegratieperiodes en herhalen we enkele van de eerdere behandelingen, om te bevestigen of het bovenstaande in de tijd gereproduceerd kan worden gegeven de kleine verschillen.
Dit project is gefinancierd door de Topsector Tuinbouw en Kennis in je Kas (KijK) in het kader van het programma Kas als Energiebron. Dit is het innovatieprogramma van ministerie van LVVN en Glastuinbouw Nederland.

Tekst: Stefan van den Boogaart, Plant Lighting