Door het wegvallen van breed werkende insecticiden en beperkte inzetbaarheid van resterende middelen is de luisbeheersing in veel gewassen uitdagend. “Ook biologische bestrijders en natuurlijke middelen hebben zo hun beperkingen”, stelt zachtfruit specialist Bart Joosten vast. In aardbeien lijkt de inzet op bemesting en weerbaarheid succesvol te zijn. “Een lagere stikstofgift en inzet van biostimulanten kunnen luisexplosies helpen voorkomen.”
De zoektocht naar effectieve strategieën om luizen het vuur aan de schenen te leggen, duurt voort. Op de vraag welke vooruitgang er in het afgelopen jaar is geboekt binnen ‘zijn’ gewas aardbei, antwoordt relatiebeheerder zachtfruit Bart Joosten van toeleverancier Mertens: “Niet veel schokkends. Veel telers worstelen met de overgang van chemische bestrijding naar een effectieve, geïntegreerde aanpak. Biologische bestrijding met sluipwespen en galmuggen gaat soms lang goed, maar kan ook snel uit de bocht vliegen. Helemaal zonder chemie is echt heel lastig en die middelen staan vaak op gespannen voet met de biologie in bredere zin.”
Andere combi’s van sluipwespen
Wel willen, maar nog niet altijd kunnen. Is dat het verhaal? “Voor een deel van de telers geldt dat zeer zeker”, aldus Joosten. “Sommige komen wel degelijk vooruit met een biologische of geïntegreerde aanpak, maar daar moet je ook echt tijd en geld in willen investeren. Ik heb de indruk dat er met biologische bestrijding nog wat stapjes gezet kunnen worden, bijvoorbeeld door combinaties van sluipwespen aan te bieden die beter aansluiten op de luizensoorten die we in aardbeien tegenkomen. Die bal ligt bij de producenten van de middelen en moet aan het rollen worden gebracht. Nu ligt hij stil, waardoor telers toch weer overstappen op chemische bestrijding.”
Kansrijke route
Enkele jaren geleden is er, onder andere door Koppert, gewezen op het belang van een beperkte stikstofgift (nitraat) en de inzet van biostimulanten. Op basis van praktijkonderzoek en ervaring heeft Mertens hiervoor een strategie uitgewerkt die effect heeft. “Telers vinden het een kansrijke route om de luisproblematiek beter beheersbaar te maken”, zegt hij. “We zien leuke resultaten in zowel de vermeerdering als de teelt. Inzet op bemesting en weerbaarheid houdt luizen beheersbaar. Wie op deze wijze stappen wil zetten, nodig ik graag uit om met ons in gesprek te gaan.”
Andere suikerbalans
Volgens Joosten leidt minder nitraat in het voedingsschema in combinatie met biostimulanten tot een andere suikerbalans in de plant. Deze vormt dan suikers die minder gemakkelijk opneembaar zijn voor insecten. En juist een ruime beschikbaarheid van makkelijk opneembare suikers kunnen tot explosieve groei van een luizenpopulatie leiden. De biologische bestrijders kunnen het dan vaak niet meer bijhouden.”
Telers die dit spoor al enige tijd volgen, hebben volgens hem minder moeite om luizen in toom te houden. Daardoor kan de biologie het langer volhouden en hoeft er minder snel chemisch te worden gecorrigeerd. “Dat is sowieso wenselijk, want veel van de toegelaten middelen mag je maar een paar keer per jaar gebruiken”, zegt hij ten overvloede.
Tekst: Jan van Staalduinen