Bij Lans worden sinds anderhalf jaar innovatieve monitoringssystemen gebruikt voor de scouting van plagen in de kas. Een sensor maakt foto’s van vangplaten, analyseert deze en laat de informatie aflezen op een online dashboard. Zodoende heeft de teler minder handen nodig bij het scouten. Ook gebeurt dit werk met inzet van sensoren meer gestandaardiseerd. “Het bevalt goed, we gaan dit in het hele bedrijf inzetten”, zegt Vincent van der Lans.
De Trap-Eye is een apparaat voor het scouten van gewassen en het herkennen van plagen met inzet van kunstmatige intelligentie (AI). Elke unit bestaat uit een camera en een vangplaat. De foto’s die de camera maakt worden naar een centrale cloud gestuurd. Daar analyseert een AI-systeem de foto’s, wat neerkomt op het identificeren en tellen van de insecten. De sensor wordt aangedreven via een klein zonnepaneeltje.
De unit kan drie keer per week plagen als wittevlieg, trips, mineervlieg, Nesidiocoris en nuttige insecten zoals Macrolophus monitoren. Bij Lans is het systeem vooralsnog alleen ingesteld op wittevlieg. “Daar ligt voor ons de focus. We kunnen het later alsnog uitbreiden. Maar alle data die je verzamelt moet je ook verwerken”, aldus Vincent van der Lans. Het bedrijf teelt tomaten in zeven vestigingen met een totaaloppervlakte van 88 ha.
Hoe groot is de plaagdruk dit seizoen?
“Niet anders dan anders, ik denk dat het op hetzelfde niveau zit als vorig jaar. Wij monitoren met het systeem de wittevlieg. Daarnaast gebruiken we de PATS-C voor het tellen van de motten van de tomatenmineermot, de Tuta absoluta. De rupsen hiervan zijn een groot probleem voor de tomatenteelt.”
Je bent begonnen met een pilot. Hoe bevalt het?
“We zijn vorig jaar gestart met 1 locatie waar we op 1 ha veertig meetunits hebben laten ophangen door de leverancier. Dit was nog een testlocatie. Toen dat beviel hebben deze complete locatie, totaal 4 hectare, voorzien van de Trap-Eye. Daarbij is een nieuwe, verbeterde versie gemonteerd, door de leverancier zelf. Inmiddels is het systeem gefinetuned. Vanaf dit najaar willen we in ons hele bedrijf overstappen.”
Is dat veel werk?
“Dat doen we kas voor kas, we starten met de onbelichte kassen dit najaar. Het ophangen van de sensoren is eenvoudig. Er zit een magneet aan die je aan een paal kan ophangen. Dat kunnen onze eigen mensen doen. Als de plant nog klein is, hangen ze laag. Bij het groeien van de planten verplaatsen we de sensoren van tijd tot tijd omhoog.”
Maakt het systeem ook de belofte waar dat je minder arbeid nodig hebt?
“Dat zeker ja. We hebben er minder werk van. De camera fotografeert de vangplaten, dat kan 1 of 3 keer per week. Wij vinden 1 keer voldoende. Maar als je ergens een plek hebt met veel druk van insecten kun je het systeem ook instellen op drie monitoringsmomenten per week. We hebben hierdoor wat minder mensenwerk over. Daar waar je kunt automatiseren, proberen wij het ook te doen.”
Heeft het ook kwalitatieve voordelen?
“Ja, dat is wel het idee. Elke telling en elk scoutingsmoment is gelijk. Bij mensenwerk is er meer willekeur en een mens kan weleens afgeleid zijn. Dankzij die standaardisatie hoef je geen twijfel meer te hebben over de verzamelde data. Wij geloven dat het betrouwbaarder is. Ook al is het nog in ontwikkeling, het systeem is nu al betrouwbaar vind ik.”
Hoe bedien je dit systeem?
“De informatie van de vangplaten stuurt het systeem door naar het dashboard op de site, daar lezen we uit wat er op een vangplaat zit. Op een soort kaart wordt de kas in beeld gebracht, met de telgegevens per vangplaat. Als er opeens een plek bovenuit steekt dan kun je die markeren op de kaart. Vervolgens gaan we ter plaatse maatregelen nemen. De eerste stap is lokaal extra bestrijders inzetten.
Naast deze automatische tellingen moet je als teler ook zelf blijven kijken in de kas, om het gevoel te houden met de situatie. Want als teler kijk je ook naar het gedrag van je bestrijders. Stel dat slechts 30 procent van de eitjes van de wittevlieg geparasiteerd is op een bepaalde plek, dan weet je dat daar een ingreep nodig is.”
Heb je plagen nu ook eerder in beeld gekregen zodat je die meer biologisch hebt kunnen bestrijden?
“Voor wittevlieg is dit niet anders dan anders. Maar bij de tellingen van motten krijgen we problemen sneller in beeld. Want die kun je niet goed met eigen ogen scouten, omdat je die beestjes niet op de vangplaten krijgt. Dat is dus echt een vooruitgang.”
Tekst: Koen van Wijk, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke