‘Elk nadeel heeft zijn voordeel’, geldt zelfs voor de aangescherpte regelgeving rond lozingen. Volledig recirculeren bij paprika lukt inmiddels op onderzoeksniveau en levert, behalve veel meer inzicht, kostenbesparing op. Bedrijven kunnen emissie al grotendeels vermijden zonder te investeren in kostbare reinigingsapparatuur.

De proefafdeling bij het IDC Water in Bleiswijk is slechts 150 m2 groot, maar leverde in 2015 al veel nieuwe informatie op. In het eerste proefjaar is bij een paprikateelt op steenwol emissieloos recirculeren vergeleken met gangbaar telen en lozen. Een consortium van negen toeleveranciers, de waterschappen, de provincie Zuid-Holland en de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen financieren niet alleen dit onderzoek, maar voorzien ook in nieuwe kennis en technieken. Samen sterk is hier zeker van toepassing.
Na het succesvolle resultaat van het eerste proefjaar is afgelopen jaar een tweede proef gehouden, nu met steenwol en kokos, volledig emissieloos. Waarom kokos? Eelke Hempenius van Grodan en Erik van Os van Wageningen University & Research leggen het uit. “Na de steenwolteelt wilden we tevens andere, niet inerte substraten testen. Er is namelijk behoefte aan een totaal overzicht voor emissieloos telen.”

Goed gietwater

Kokos bevat van nature al veel natriumchloride. Bij de start van het nieuwe seizoen bevatte het drainwater al 3 mmol/l natrium, ten opzichte van minder dan 1 mmol/l natrium in steenwol. Daarom hebben de proefnemers de kokosmatten vol gezet met CaNO3 (EC 3,5) voor de uitwisseling van natrium en calcium en zijn de matten gebufferd.
Door gedurende de teelt steeds schoon, natriumarm gietwater te gebruiken bleek het mogelijk om met kokossubstraat bijna dezelfde productie te halen als met steenwol. Het verschil kwam uiteindelijk uit op 6% in het voordeel van steenwol. Bij het bufferen op kokosmatten is gedurende de hele teelt 8 kg nitraat per ha geloosd, exclusief het restwater en de matten. Dat is een heel goed resultaat, want in 2015 kwam de gangbare teelt uit op 153 kg per ha.
Dat positieve resultaat stemt tot nadenken. Is het bijvoorbeeld mogelijk om zonder aanschaf van dure installaties al aan de lozingsnormen te voldoen? Ja, dat kan, denken de onderzoekers. Hempenius: “Goed, natriumarm gietwater is daarbij een voorwaarde. Als je heel goed water hebt, dan hoef je eigenlijk niet eens naar de achterkant te kijken.” Voor dat schone water heb je voldoende regenwateropslag nodig. Het advies is 1.500 m3 per ha. Omgekeerde osmose is daarbij een goede aanvulling.

Flink doorspoelen

Sinds jaar en dag lozen telers vóór de start van de teelt het eerste matwater, met het idee dat er stoffen in zitten die de jonge plantenwortels nadelig beïnvloeden. Volgens Hempenius is dat niet nodig. “De emissieproeven hebben dit ook bewezen. Ik merk dat dit idee nog heel erg tussen de oren zit.”
Tussen de oren, die uitdrukking valt vaker. De onderzoekers krijgen regelmatig van telers te horen dat ze liever niet recirculeren, omdat de planten hierdoor steeds dezelfde voedingsoplossing krijgen aangeboden. Dat argument verwijst Van Os naar het rijk der fabelen. Bij 30% drain bijvoorbeeld, wordt 70% van de voedingsoplossing ververst. De planten krijgen altijd voldoende nieuwe nutriënten aangeboden.

Angst om natrium

Verreweg de grootste angst van telers is dat natrium stapelt in het proceswater. Paprika, zo is bekend, kan ongeveer 6 mmol/l natrium verdragen, maar misschien ligt die grens nog hoger, stellen de onderzoekers. Inzicht over zouttolerantie ontbreekt nog en daar is nieuw onderzoek voor nodig. “We doen nog veel vanuit het gevoel om géén fouten te maken”, denkt Hempenius.
Deze 6 mmol/l natrium laat de EC stijgen met 0,6. Dan is er bij een EC van 2,5 nog voldoende ruimte om een goede, evenwichtige voedingsoplossing samen te stellen. Van Os: “Al gaan lozen bij 4 of 5 mmol/l natrium is dus echt niet nodig.”
Die voedingsoplossing moet dan wel zijn afgestemd op de behoefte van de plant. In het onderzoek is het proceswater wekelijks geanalyseerd. Partner Groen Agro Control heeft eveneens wekelijks een opnameanalyse gemaakt, op basis van gift, drain, temperatuur, lichtsom en CO2. Dat gaf extra inzicht in de behoefte van de plant. Deze intensieve manier van monitoren heeft een veel betere afstemming opgeleverd tussen aanbod en opname van nutriënten.
Van Os: “Op deze manier win je ook nog eens in groei en mogelijk in productie, omdat de behoefte van de plant meer bekend is.” Hij verwacht dat het in de praktijk eveneens die kant op zal gaan. Telers die nu nog eens per twee of drie weken monsters nemen, kunnen dat veel vaker doen. Het levert ze meer groei, minder lozing en uiteindelijk meer inzicht op. Onbalans in de voedingsoplossing komt hierdoor niet meer voor.

Laatste restjes opmaken

In het onderzoek lag bij de steenwolteelt veel nadruk op beëindiging van de teelt. Het doel was om de restvloeistof van 50 naar 20 m3 per ha terug te brengen, zonder lozen en zonder nitraat en fosfaat in het restvolume. Zo werd de totale watergift geleidelijk afgebouwd op basis van de stralingssom.
Het was tegelijkertijd nodig om de voedingsoplossing aan te passen, zodat de planten het laatste restje nitraat en fosfaat zouden opnemen. Dit gebeurde door nitraat voor eenderde te vervangen door chloride. De pH werd verlaagd om fosfaat en sporenelementen beschikbaar te houden voor de plant. Van Os: “Dit moet heel precies gebeuren, want het gewas mag niet slap gaan. Bij tomaat blijven de vruchten nog lang stevig, maar bij paprika gaan de vruchten sneller slap dan het gewas.”
Voor kokos gaat deze strategie van reduceren niet op. In dit substraat moet je draineren om tot het einde van de teelt een goede voedingssamenstelling aan te houden.

Betaalbare oplossing

Behalve het bewijs dat recirculatie met minimale lozing mogelijk is, heeft dit onderzoek veel meer opgeleverd. Zo hebben de onderzoekers weer meer geleerd over de samenstelling van de voedingsoplossing en een stap voorwaarts gemaakt om de werkelijke behoefte van nutriënten gedurende het hele teeltseizoen in beeld te brengen. Daarnaast is duidelijk geworden dat paprikatelers flink kunnen besparen op water en meststoffen. Dit kan oplopen van 5 tot 10% van het totale waterverbruik, Dit komt overeen met 400 tot 800 m3 per jaar. Dat kan een besparing opleveren van € 2,- tot € 3,- per m2.
Verreweg de grootste winst zit in het terugbrengen van de totale emissie door de eerste spui, bij het doorprikken van de matten en de eerste drain, opnieuw te gebruiken. Gedurende de teelt helpen slimme filtertechnieken (bijvoorbeeld een vlakbedfilter) en efficiënt water geven (onder andere door een snelle ringleiding) om de totale hoeveelheid proceswater terug te brengen. Die aanpassingen kunnen er in de praktijk voor zorgen dat ondernemers geen dure reinigingsapparatuur hoeven aan te schaffen.
Mocht het toch een keer nodig zijn om drainwater af te voeren, dan kunnen zij het opvangen in een silo en eventueel een loonwerker inschakelen voor het zuiveren. Zo is er toch een betaalbare oplossing om aan de nieuwe wetgeving te voldoen.

Samenvatting

Na emissieloos telen van paprika’s op steenwol in 2015 is afgelopen jaar kokos en steenwol beproefd. De resultaten met steenwol zijn goed. Ook met kokos gaat het de goede kant op. Met een slimme watergeefstrategie is het bovendien mogelijk om de emissie dusdanig terug te brengen dat investeren in reinigingsapparatuur niet nodig is. Telers moeten nog wel het vertrouwen krijgen dat het een veilige teeltmethode is.

Tekst en foto’s: Pieternel van Velden