Een motdetectiesysteem heeft Mans Allure Gerbera veel voordelen gebracht. De populatie van met name Turkse mot is beter onder controle, het helpt de gevolgen ondervangen van het beperkte aantal middelen en uitval van aangevreten bloemen is tot een minimum gereduceerd. “We zien een oploop nu veel eerder aankomen en kunnen daar gericht op acteren. Het is een nieuwe, vooral preventieve maatregel die de potentie heeft om nog verder door ontwikkeld te worden,” zegt eigenaar Kees Mans van het gerberabedrijf in Brakel.

Turkse mot kan veel schade aanrichten in de gerberateelt. De nachtvlinder legt eitjes in het gewas en de rupsen veroorzaken vraatschade aan plant en bloemen. Chemische bestrijding wordt steeds meer aan banden gelegd. De afgelopen jaren zijn er veel middelen, waaronder het effectieve middel Steward, weggevallen. Hierdoor moesten telers op zoek naar andere manieren om uitbraken te voorkomen. “Van de middelen die we nog ter beschikking hebben, biedt geen enkele dé oplossing. Naast handmatig scouten, inzet van vanglampen, lokferomonen en bestrijdingsmiddelen, misten we nog een automatisch detectiemiddel. Nu we PATS-C inzetten voor het traceren van de mot met infraroodcamera’s, zien we duidelijk verschil in de effectiviteit van het totaalplaatje.”

Al vroeg actie ondernemen

Al meteen na de introductie van het systeem, tijdens de Floriade in 2022, ging Kees Mans er mee in zee. “We hebben vijf infraroodcamera’s geïnstalleerd, één per hectare. Ze staan jaarrond aan, vanaf het moment dat de verduisteringsdoeken boven het gewas dichtgaan, tot de ochtend. Juist in het donker, circa 13 uur in de gerberateelt, komt de mot in actie. Normaal gesproken dus moeilijk waarneembaar voor de scout.”
De camera’s met infraroodtechniek herkennen de bewegende motten wél uitstekend in het donker en maken daar nauwkeurige beelden van. Niet alleen van de Turkse mot, ook van de duponcheliamot. En dat zijn precies de twee grootste vijanden van de teelt. De data worden gedurende de nacht verzameld en ’s ochtends zie je de telling per locatie, verwerkt in een trendgrafiek. Je weet dus in een vroeg stadium of en waar je actie moet ondernemen, als het probleem nog klein en behapbaar is. Je kunt daar dan in de betreffende afdeling vangcapaciteit of bestrijding op inzetten.
“Bestrijding met Bacillus thuringiensis is vaak voldoende effectief als het om kleine aantallen gaat, in een vroeg stadium dus. Bij hogere aantallen red je dat niet meer. Dan is ook aanvullende chemische bestrijding nodig. Maar dan is het voordeel dat je het optimale moment van toepassen kunt bepalen door het verkregen inzicht in de cyclus van de mottenpopulatie.”

Drone nog de missende schakel

Het PATS-C detectiesysteem heeft de problematiek dus aanzienlijk beperkt, maar 100% onder controle is het nog niet. Uitval kan nog steeds ontstaan en hierdoor is chemische bestrijding − met de nog toegestane middelen − absoluut noodzakelijk.
Mans hoopt op verdere ontwikkeling van het systeem. Bijvoorbeeld dat ook de drone beschikbaar komt, die de mot kan wegvangen. “Voor zover ik weet is die nog niet commercieel beschikbaar, maar de ontwikkelaars werken daar hard aan. Het probleem is blijkbaar dat de mot zich bij het geluid van de drone-propeller verstopt in het gewas en dus niet te vangen is. Ook verwachten we dat het detectiesysteem zelf nog door ontwikkelt, met plaagvoorspellingen van meer insecten bijvoorbeeld.”
Wellicht kan het systeem straks ook knoppen tellen om korte termijn oogstramingen te verbeteren. Mans: “Hoe meer je er mee kan, hoe gunstiger de kosten/batenanalyse er uit komt te zien. En als de technologie door bredere inzet goedkoper wordt, zullen we er meer van kunnen ophangen. Zodat we uiteindelijk tot op kapniveau inzicht krijgen.”

Tijdbesparing

Scouten doet de teler nog wel, eens per week. “Vooral op andere insecten. De scoutingstijd voor motten is door dit systeem in ieder geval gehalveerd. Maar je wilt nog altijd met eigen ogen zien of er rupsschade is in het gewas. Al met al ben ik zeer tevreden met dit systeem en ik raad het andere gerberatelers dan ook absoluut aan. Alles wat we kunnen doen om de cirkel rond te maken, is meegenomen.”

Tekst: Astrid Zoumpoulis