Tomatenplanten die worden geteeld in verplaatsbare goten, waarbij gewashandelingen op een centrale plek worden uitgevoerd door robots en iedere gewasfase in een aparte afdeling staat. Dat is de kern van het nieuwe TOM 4.0-concept voor de tomatenteelt, waaraan diverse toeleveranciers werken. Hoewel nog flink wat werk te verzetten is, zijn de eerste resultaten veelbelovend. Op termijn moet het concept resulteren in een circulaire en volledig gerobotiseerde tomatenteelt, waarbij sprake is van een aanzienlijke meerproductie.
De uitdagingen op het gebied van arbeid vormden voor Ridder de belangrijkste reden om zo’n drie jaar geleden te starten met TOM 4.0: een compleet nieuw concept voor de teelt van tomaten. “Onze overtuiging is dat de tuinbouw in Nederland gerobotiseerd moet worden, om toekomstperspectief te houden”, zegt Innovatie Manager Ad de Koning. “Arbeid wordt immers steeds duurder en schaarser. De arbeidsproductiviteit moet omhoog om in deze regionen te kunnen blijven produceren. Robotisering heeft naar onze mening meer kans van slagen wanneer je het teeltsysteem rigoureus aanpast.”
Ridder startte, samen met Van der Hoeven Horticultural Projects en Hortiplan, bewust met de ontwikkeling van een nieuw systeem voor tomaat. “Dit is immers het grootste vruchtgroentegewas en er is sprake van een grote arbeidsvraag. Maar wanneer het systeem straks staat, kunnen we dit ook uitrollen in andere soorten vruchtgroenten.”
Maximale planthoogte van één meter
In het nieuwe teeltconcept staan de planten op water, in verplaatsbare goten. Om de goten mobiel te kunnen laten zijn, is het zaak dat de planten niet te hoog worden. “We werken met gangbare rassen, maar hanteren een maximale planthoogte van één meter. Om dat te realiseren, laten we maar twee trossen aan de plant groeien en houden we het gewas compact met een specifiek licht- en klimaatregime. De teeltcyclus van zaaien tot oogsten, neemt veertien weken in beslag”, zegt Wouter Oltheten, Product Innovator bij Ridder.
Meeropbrengst
In eerste instantie werd een gewasmodel opgesteld, waaruit bleek dat een meeropbrengst van 20% haalbaar is. De Koning: “Omdat de goten verplaatsbaar zijn en dichter of minder dicht bij elkaar kunnen worden geplaatst, kun je namelijk zorgen voor een optimale lichtonderschepping.”
Een proef in het World Horti Center toonde vorig jaar zomer aan dat dit inderdaad haalbaar was. “We realiseerden meer groei dan we hadden verwacht op basis van het groeimodel, ook haalden we inderdaad de gehoopte meerproductie van 20 procent.”
Oltheten voegt toe dat ook steeds naar de economische haalbaarheid van het systeem wordt gekeken. “De kasuitrusting wordt logischerwijs een stuk duurder dan een reguliere kas. Maar mede door de meeropbrengsten is dit teeltconcept minstens zo rendabel als de hogedraadteelt van tomaat, zo laten onze berekeningen zien.”
Gesloten bedrijf
Dit jaar loopt, met steun van het Hagelunie Innovatiefonds, een nieuwe proef in het World Horti Center. Hierbij wordt een volgende stap beproefd, namelijk plantopkweek in een gesloten omgeving onder LED’s. “Het streven is om de bedrijfsvoering zo gesloten mogelijk te houden. Eigen plantopkweek hoort daarbij. Een voordeel is ook dat je dan uniform kunt starten en er minder opstartrisico’s zijn”, zegt De Koning. “In de huidige proef bekijken we wat het beste lichtrecept en substraat zijn voor deze opkweek. Ook kijken we vervolgens hoe de teelt verloopt. De ondersteuning van de plant en het voorkomen dat de planten in de goten omvallen, zijn hierbij belangrijke aandachtspunten. Het goten- en transportsysteem wordt ontwikkeld door Hortiplan, dat veel ervaring heeft met de slateelt in mobiele goten.”
Voor 2025 staat een proef op de planning met de teelt van de diverse gewasfasen in aparte afdelingen. “Je kunt het klimaat en de voedingssamenstelling dan afstemmen op de gewasfase. Dat helpt om het maximale uit dit teeltconcept te halen.”
Gebaseerd op bestaande kennis
Pas wanneer de onderzoekspartijen de teelt in de vingers hebben, komen de robots voor het uitvoeren van de gewashandelingen in beeld. “Hierbij kunnen we gebruikmaken van de robottechnieken die nu al in ontwikkeling zijn. We hoeven niet opnieuw het wiel uit te vinden”, zegt Oltheten.
Op welke termijn het concept praktijkrijp zal zijn, durven de experts nog niet te zeggen. “Het zou mooi zijn als er over drie jaar een eerste demobedrijf draait”, zegt De Koning. “We zetten stappen voorwaarts, maar er is ook nog veel te onderzoeken. De kracht van dit systeem is dat veel aspecten gebaseerd zijn op bestaande kennis en systemen. Eigenlijk ga je toe naar een tomatenteelt die een mix vormt tussen de slateelt op goten en de manier van telen op een potplantenbedrijf. Maar voor tomaat is dit een rigoureus andere manier van telen.”
Toekomstbestendig
Wat moet het nieuwe teeltconcept ondernemers uiteindelijk opleveren? De Koning: “In de eerste plaats worden ze minder afhankelijk van arbeid. Daarnaast kunnen ze meer circulair en minder milieubelastend werken. Je hebt immers geen folie, steenwol, enzovoorts nodig en er is alleen nog organisch afval. Op die manier maken we de tomatenteelt toekomstbestendig.”
Tekst: Ank van Lier