De wind is alweer even gaan liggen, maar de schade die de stormen Dudley, Eunice en Franklin in februari aanrichtte is nog lang niet hersteld. Twee weken geleden berichtte Achmea dat er vanuit de glastuinbouw zo’n duizend schademeldingen waren ontvangen. Telers die niet direct geholpen konden worden, kregen het advies de schade zo snel mogelijk zelf te verhelpen om de gevolgschade binnen de perken te houden. Hoe is de situatie nu?

“Het is nog steeds een uitzonderlijke situatie”, zegt woordvoerder Annemarie van Dam namens het moederbedrijf van Interpolis. “Drie stormen die in een goede week tijd over het hele land trekken, hebben we niet eerder meegemaakt. Alleen Limburg is redelijk gespaard gebleven. In alle overige provincies zijn veel glastuinbouwbedrijven getroffen.”

Noodreparaties

In het bericht van 25 februari werd vastgesteld dat het grote aantal schades meer herstelcapaciteit vereiste dan er direct beschikbaar was. Kassenbouwers en beglazers werden uit het buitenland teruggeroepen om te helpen bij de herstelwerkzaamheden. Er werd ook benadrukt dat noodreparaties met noodwanden, reserveglas, reparatiesets of andere materialen snel dienden plaats te vinden om het kasklimaat zo goed mogelijk overeind te houden.
“Ondernemers die nu nog niet geholpen zijn door reparateurs of kassenbouwers vragen wij te starten met voorlopig herstel. Daar is op veel plekken al goed gehoor aan gegeven, voor zover wij het nu kunnen overzien”, zegt Van Dam. “Telers zijn zelf aan de slag gegaan en hebben ook elkaar goed geholpen. We hebben daarvoor praktische tips verstrekt. Ik wil graag nog even benadrukken dat de persoonlijke veiligheid daarbij niet uit het oog mag worden verloren.”

Individueel en zorgvuldig

Hoewel de topdrukte voor de schade-experts en herstelbedrijven nog niet voorbij is, hebben de verzekeraars inmiddels een aardige indruk van de omvang van de schade. “Daarover doen we nu nog geen uitspraken, zodra alles op een rij staat zullen we daarover berichten”, meldt de woordvoerster. “Iedere casus wordt individueel en zorgvuldig afgehandeld en dat kost nu eenmaal tijd. Het is soms best ingewikkeld om gevolgschades precies te becijferen. Naast directe gewasschade en opbrengstderving kan er bijvoorbeeld sprake zijn van aanvullende stookkosten. Alle relevante aspecten worden met de gedupeerde telers besproken en geïnventariseerd. De schadebedragen die uiteindelijk worden uitgekeerd, hangen uiteraard ook af van de onderliggende polissen.”

Tekst: Jan van Staalduinen, beeld Michel Heerkens